Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

944 resultaten - Pagina 39 van 63

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[2] 'Ja, zo is het en het zal eeuwig waar blijven: het schepsel kan nooit een niet-geschapen god worden, God echter evenmin ooit een geschapen wezen!
Hoofdstuk 69: Het leven van het schepsel als deel van Gods leven. De mens als gefixeerde gedachte van God. Het mysterie van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Wanneer dat echter gebeurt, dan heeft de mens ze in zekere zin geschapen en gevormd in zichzelf, en niet zelden ook in werking gezet vanuit en buiten zichzelf, en die gedachten bestaan dan als vrije wezens, ofschoon zij nog steeds aan de schepper gebonden zijn, dat wil zeggen aan de mens die ze heeft gedacht.
Hoofdstuk 69: Het leven van het schepsel als deel van Gods leven. De mens als gefixeerde gedachte van God. Het mysterie van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Zie, dat is immers ook met ons het geval! Ik ben de Mens aller mensen, en jullie mensen zijn allen Mijn gedachten, dus Mijn leven, omdat de gedachten, de vrije gedachten, het eigenlijke leven in Mij zijn, zoals zij dat ook in jullie zijn, omdat jullie allen geheel en al naar Mijn beeld zijn geschapen!
Hoofdstuk 69: Het leven van het schepsel als deel van Gods leven. De mens als gefixeerde gedachte van God. Het mysterie van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Kijk omhoog naar al die talloze zonnen en werelden van allerlei aard die de Heer ter wille van jou heeft geschapen, opdat je op de ene of de andere zou terugkeren!
Hoofdstuk 87: Henochs krachtige antwoord aan Satan en Satans verbanning naar het middelpunt van de aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar desondanks moet ik je zeggen dat een dergelijke te grote eerbied ten opzichte van mij, de aartsvader van de mensen van de aarde, enigszins overbodig is, want in de grond ben ik toch ook maar een mens zoals ieder ander! Geboren of rechtstreeks door God geschapen, dat is hetzelfde, want ook de geborenen mens wordt in het lichaam van de moeder evengoed door God geschapen als ik, die buiten een moederlichaam door God werd geschapen.
Hoofdstuk 90: Het maal bij Adam. Koning Lamech richt deemoedige en eerbiedige woorden tot Adam. Adams goede antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Maar de heilige, goede Vader heeft vanuit Zijn eindeloze liefde de hele aarde meer dan rijkelijk gesierd met de wonderbaarlijkst verheven schone liefdesboeketten, heeft de zon voor ons geschapen en de sterren alsook talrijke verhevenheden en wonderen, alles voor ons, - en toch kunnen wij door het vlees van de aardwormen die wij zelf zijn, Hem steeds meer en meer vergeten, ja Hem, de hoogste schoonheid, de hoogste liefde en wijsheid zelfs ontvluchten, Hem ver weg wensen, als wij in de brand van de zonde van het vlees staan!
Hoofdstuk 94: Het bezoek aan de Adamsgrot. Lamechs verwondering en lofprijzing van de liefde van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] En zie, daarom heeft jouw woord die gevolgen geschapen; want ieder woord dat tot Mij gericht wordt is als een geschapen werk dat nooit meer vernietigd kan worden. Begrijp dat!
Hoofdstuk 111: De droevig-ware voorspelling van Henoch en de zachte en ernstige berisping van Adam. De mislukte poging van Adam zich te rechtvaardigen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] O zie, deze waren slechts door Mij aangestelde vaders om je te verwekken, je groot te brengen en je op te voeden! Maar Ik alleen ben de eeuwige echte Vader, omdat Ik jou uit Mij geschapen en verwekt heb en tot nu toe in alle vrijheid van je geest opgevoed, en Ik heb je als de enig ware en echte Vader ondanks al je niet zeldzame overmoed toch nooit getuchtigd!
Hoofdstuk 120: De ernstige, terechtwijzende woorden van de Heer aan Lamech. De geesten Henoch en Adam getuigen van het eeuwige leven van de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Want dan is Mijn geest in hem en herschept alles in de mens: het leven zal waarachtig een leven worden, de liefde zal een waarachtige liefde worden, zelfs het dode wordt tot het eeuwige leven gewekt en alle vreugde daarin zal voor Mij gerechtvaardigd zijn doordat Ik die in hem heb geschapen ter vermeerdering van het eeuwige leven en Mijn oneindige liefde, genade en erbarming!
Hoofdstuk 125: Het tweegesprek tussen Lamech en Methusalah. Wie iets in de wereld meer lief heeft dan God, is Hem niet waard! - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Indien iemand zou vragen of in dit schoonheidsinstituut werkelijk mooie vrouwen als het ware nieuw geschapen werden, dan moet er opgemerkt worden dat ten eerste de vijand van het leven van de mensen op aarde ongeveer alles wat maar denkbaar is aanwendt voor het welslagen van zulke menselijke ondernemingen die koren op zijn molen zijn; ten tweede weet bijna iedereen uit ervaring hoeveel de juiste kleding voor een vrouw kan doen. Hoe vaak wordt er niet gezichtsbedrog bewerkstelligd, en hoe vaak wordt het uiterlijk gevoel niet bedrogen door een goed gekozen hoofdbedekking of door een japon van zijde volgens de laatste mode en meer van dergelijke satansmiddelen!
Hoofdstuk 130: Nadere bijzonderheden over het schoonheidsinstituut voor vrouwen. Begin van de vrouwenhandel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] En Noach zei daarom tegen Muthaël: 'Is het zo, dan zij het zo; de Heer kijkt alleen naar de Zijnen en niet naar de vreemden! In het begin heeft Hij toch ook niet meer dan één paar geschapen en de aarde is nu vol mensen! Zie, als wij, die in Hem blijven, toch nog altijd meer dan één paar zijn, dan ben ik ervan overtuigd dat de hoogten wel weer vol zullen worden!'
Hoofdstuk 131: De reiniging van de hoogte. Lamechs woorden tot de tienduizend vrouwen die naar de laagte trekken. Lamechs en Muthaëls verdriet en Noachs woorden van troost. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Een blind en dom volk, zoals het in het begin onder Lamech was, is gemakkelijk te bekeren, want het heeft ondanks zijn blindheid toch een open, gelovig hart; maar zo'n hoog gecultiveerd industrievolk houdt zichzelf voor wijzer dan Ik ben. Het heeft Mij zelfs helemaal niet nodig, want de wereld heeft naar zijn mening zichzelf geschapen en alle dingen op haar en tijdens haar ontstaan ook noodzakelijkerwijs geleidelijk aan de wetten waaronder zij bestaat. - Wat moet Ik dan met zo'n volk doen?
Hoofdstuk 138: De opvoeding van de zeven kinderen van Uraniël op de hoogte. De woorden van de Heer tot Uraniël. De onderdrukking van Hanoch en zijn volkeren door de raad van duizend. De twee koningszonen als zendelingen in Hanoch zonder resultaat. Koning Uraniëls dood. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Hij wil niet met jullie spelen, maar jullie voor het eeuwige welzijn winnen of tot je verderf richten; want vrij denkende en vrij willende mensen Heeft God niet voor de aardigheid geschapen, maar om eeuwig hoogst belangrijke redenen heeft Hij ze geschapen en heeft hen de meest wijze vrije wetten gegeven, die zij moeten onderhouden, en heeft hen ook altijd getoond dat deze schepselen Zijn kinderen zijn, die Hij met oneindige eeuwige liefde liefheeft!
Hoofdstuk 161: Ohlad wordt door een van de tien boden onderricht. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Verbaas je niet over de volkomen gelijkenis, want Ik heb je immers naar Mijn evenbeeld geschapen. Verbaas je daarom niet over hetgeen reeds sinds eeuwigheid in Mijn orde was gegrondvest!'
Hoofdstuk 164: Ohlad wordt door de Heer tot koning beroepen. De Heer verschijnt als evenbeeld van Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar ik ben immers maar een mens zoals ieder ander uit het volk, en U alleen bent de Heer! Hoe moet ik dan naast U ook een heer zijn ten aanzien van degenen die U hebt geschapen, en die net als ik het leven uit U hebben?!
Hoofdstuk 165: Ohlads terechte vragen aan de Heer en het antwoord van de heilige Vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...