Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 39 van 263

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[3] Faustus, Kisjonah en Philopold kunnen echter vanwege hun vreugdetranen nog geen woord uitbrengen en ook de dienaren Zijn zeer verbaasd Mij hier weer aan te treffen.
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] KISJONAH zegt: "O Heer, daar ben ik. zeer tevreden mee en ik ben onuitsprekelijk gelukkig weer eens een geheiligd woord uit Uw heilige mond te horen!"
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] IK zeg: " Alle volken, die ergens op de wijde aarde wonen, bezitten een reeks aan de eerste mens gedane en gegeven profetie over Mij en Mijn huidig afdalen naar de mensen van deze aarde. Hun priesters zagen steeds kans om door sagen en door de innerlijke drang in hun harten een zekere weg te banen naar een geestelijke aanschouwing en zij deden voorspellingen in beelden die natuurlijk zeer duister waren en die zij zelf ook niet begrepen.
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Door Mijn almachtig woord zou Ik weliswaar alle mensen in één ogenblik kunnen herscheppen, maar wat zou er dan terechtkomen van de door hun geest zelf te veroveren levensbekwaamheid en vrijheid?!
Hoofdstuk 168: Leiding van mensen en volkeren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Weet, dat alle materie een oordeel is en een ijzeren dwang! Je kunt de buitenkant en ook de innerlijke structuur ervan onderzoeken, en veel apothekers bezitten de kennis om een stof in haar oerelementen te ontleden. En deze bijzondere wetenschap noemt men de scheikunde, die in de loop der tijd zich steeds verder zal perfectioneren.
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Ik ben juist Zélf op deze aarde gekomen, die bestemd is voor het verwekken van Mijn echte kinderen, om jullie te bevrijden van de banden die de schepping met zich meebrengt, en jullie door woord en daad de weg naar de ware, zelfstandige, eeuwige levensvrijheid te tonen en deze door het voorbeeld, dat Ik jullie geef, te banen en te effenen.
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Want als mens ben Ik mens, zoals jullie mensen zijn, maar in Mij woont de volheid van de goddelijke heerlijkheid van de Vader, die in Zichzelf pure liefde is. En niet Ik als jullie medemens zeg dat nu tegen jullie, maar het woord dat Ik nu tot jullie spreek is het woord van dec Vader, die in Mij is en die Ik goed ken, maar die jullie niet kennen. Want als jullie Hem zouden kennen, zou Mijn zending niet nodig zijn. Maar juist omdat jullie Hem niet kennen en nog nooit herkend hebben, ben Ik Zelf gekomen om Hem aan jullie te tonen en geheel te leren kennen.
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] In de sfeer van het innerlijke leven zijn jullie geroepen en uitgekozen om het hoogste te bereiken, -dus moet er ook een laagste binnen jullie bereik liggen, en daarom hebben jullie een volkomen vrije wil en de kracht, het laagste in jezelf te bestrijden met de jullie door God voor eeuwig gegeven geheel eigen kracht.
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ja, bleven Uw heilige woorden ook maar zo muurvast in ons geheugen! Maar bij mij was mijn geheugen helaas nooit mijn sterkste kant. De hoofdzaak echter, dat is de kern, onthoud ik wel! Maar datgene wat U ons nu verteld hebt, ligt ver buiten elk menselijk begrip en hoewel ik wel vrij aardig begrijp wat daarmee bedoeld wordt, komt het geheel me toch voor als een heldere droom en het zal me moeite kosten het thuis aan mijn huisgenoten zo duidelijk mogelijk uiteen te zetten. Mijn geheugen kan niet alle punten zo woord voor woord bewaren zoals ze door Uw heilige mond zijn uitgesproken."
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar ook al is God de Heer in Zijn wijsheids- en machtsmajesteit oneindig, toch is Hij in de liefde des Vaders hier als een beperkt mens bij en temidden van jullie. En juist deze liefde, die Hem Zelf tot mens voor jullie maakt, maakt ook ons engelen tot mensen voor jullie, omdat wij anders alleen licht en vuur zijn, naar buiten flitsend door al de eindeloze ruimten als grote scheppende gedachten, vervuld met het woord, de macht en de wil van eeuwigheid tot eeuwigheid!
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Weet je, geliefde Philopold, ik lulster bijzonder graag naar je als jee over bovenzinnelijke dingen begint te spreken, maar hier in het bijzijn van de allerhoogste Wijsheid gaf je bijna te veel van het goede! Toegegeven, de engel heeft ook lang tegen ons gesproken, maar hij sprak zuiver het woord van de Heer en daarom was het in zekere zin gelijk, of hij, of dat de Heer Zelf sprak, Maar toen jij daarna begon te spreken, was dat alleen maar jóuw mening na alles wat je van de engel had gehoord en dat heeft, geloof ik, die slaperigheid aan onze tafel veroorzaakt! Geloof je dat zelf ook niet een beetje?"
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Maar wat hij door de geest van God, die op zekere momenten zijn ziel verhelderde, heeft geschreven, is toch zuiver Gods woord, -maar niet gegeven om begrepen te worden door de hersenen, maar door de daartoe in staat zijnde goddelijke geest in het hart. Die werd echter pas in deze tijd, sinds Mijn komst, bij wijze van uitzondering in het hart van een beperkt aantal mensen gelegd, opdat zij Mij zouden herkennen, verstaan en begrijpen terwille van zichzelf en ook van vele andere nog geestloze mensen.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Zoals reeds bij ons mensen alleen maar de liefde de machtige stimulans is voor alle mogelijke handelingen, zo was ook juist de liefde bij God beslist de enige, voornaamste beweegreden die Hem door een innerlijke drang ertoe bracht datgene te doen, waardoor U, o Heer, nu als heilig resultaat in ons midden bent en ons leert Uw wil vrij in ons te herkennen, deze tot ons eigen bezit te maken en vervolgens zelfstandig zo te handelen als U, o Heer, welgevallig is.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Toen dat verlangen, om U in zekere zin persoonlijk te leren kennen, het hoogtepunt had bereikt, werd U ook in Uw goddelijke hart getroffen en U opende het innerlijke gezicht van de mens, schiep voor Uzelf tijdelijk een etherische mensenvorm en vertoonde U zo aan de naar U smachtende mens. .
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Maar U, o Heer, wist heel goed dat de menselijke vorm slechts door de adem van Uw wil het leven had en nu in staat was, aan zijn eigen, innerlijke ontwikkeling te gaan werken om de vrije zelfstandigheid te verwerven.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...