Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

32391 resultaten - Pagina 39 van 2160

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[6] DE BUURMAN zegt: 'Vriend Hiram, heeft de hitte van de zon soms te sterk op je hersenen ingewerkt? Jouw woorden zijn immers zo buitengewoon verward, dat we allemaal in ernst medelijden met je beginnen te krijgen. Wie van alle sterfelijke mensen kan zich ooit een voorstelling maken van de oneindigheid der ruimte, wie van de eeuwige duur van de tijdstroom? Deze mensen zeker evenmin als wij, -en wanneer ze slapen al helemaal niet! Wel, ze mogen dan wel werkelijk wijs zijn en een machtige wil hebben; maar volledige kennis van de oneindigheid der ruimte, van de eeuwige tijd, de krachten, het licht en wezen van het leven kan geen enkele beperkte wijze op deze aarde bevatten, en dus ook deze vreemdelingen zeker niet!
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Dat men wel iets kan zeggen over een beperkte ruimte en over een afgemeten en begrensde tijd, weet men van oudsher uit ervaring; want het begrensde kan iets wat aan hemzelf verwant is, wel vatten, maar nooit iets wat in de hoogste graad niet aan hem verwant is. En bijna hetzelfde geldt voor het bevatten van de begrippen 'kracht', 'licht' en 'leven'. Wel bezit de mens kracht, licht en leven; maar tot nog toe is geen enkele wijze in staat geweest om hiervan een duidelijke en geheel en al begrijpelijke definitie te geven en zodoende ook ik niet, omdat ik bij alles wat ik ben het minst een wijze ben. U, goede meester, heeft mij gevraagd en ik heb u geantwoord. Als u ons deze begrippen volledig bevredigend kunt uitleggen, zullen wij u daarvoor zeer dankbaar zijn."
Hoofdstuk 210: Epiphanes, de filosoof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De mens kan veel begrijpen en bij tijd en wijle leren; maar dat men zich duidelijk klaarheid kan verschaffen over begrippen waar een eeuwigheid voor nodig zou zijn om ze geheel en al uiteen te zetten, dat betwijfel Ik toch wel een beetje, en zeker niet onterecht. De mens leert slechts het een na het ander en heeft daar een bepaalde tijd voor nodig. Leert hij veel, dan zal hij daar ook veel tijd voor nodig hebben, en als hij oneindig veel moet leren, zal hij daar ook oneindig veel tijd voor nodig hebben. Maar het leven van de mens is maar kort en daarom zal het werkelijk niet zo eenvoudig zijn om oneindig veel te leren.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als de leer bij iemand anders echter wel gewerkt heeft en alleen bij jou niet, dan zou het natuurlijk duidelijk alleen aan jou liggen, en dan zou je hetgeen je verzuimd en nagelaten hebt ijverig moeten inhalen om ook precies hetzelfde te bereiken als je buurman. Maar als niemand iets bereikt zou hebben, ook al had hij de door de nieuwe leer opgelegde plichten nog zo strikt vervuld, wel, dan zou het pas tijd zijn om een dergelijke valse leer de rug toe te keren"
Hoofdstuk 213: De noodzaak van het ware, heldere geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] EPIPHANES zegt: 'Hm, waarom niet? Wanneer ik zelf eenmaal van een waarheid overtuigd en grondig doordrongen ben, wil ik ook zonder loon, alleen omwille van de waarheid, een leraar zijn en heb geen enkele angst daarbij van de honger te moeten omkomen. Want ofschoon de mensen in deze tijd wel zeer verdorven zijn en zeer zelfzuchtig leven, zijn ze toch niet afkerig van een goede nieuwe leer; zodra er maar een goede leraar bij hen komt, nemen ze hem nog altijd op, luisteren naar zijn lessen en als ze daarin ook maar iets hogers of waars beginnen te vermoeden, laten ze spoedig hun zelfzuchtigheid varen en worden vriendelijk en vrijgevig.
Hoofdstuk 214: Licht en bijgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En zo zie je dat men bij het aanhoren van een nieuwe leer het geloof in ieder geval in het begin niet mag missen. Men kan de leer en wat er aan ten grondslag ligt wel goed onderzoeken, -maar het is nodig dat men deze tevoren op grond van het gezag van de waarachtigheid van de leraar als waarheden van grote waarde heeft aangenomen, ook wanneer men niet van meet af aan alles tot op de bodem begrijpt; want dat komt pas wanneer men voldaan heeft aan hetgeen de leer als voorwaarde hiervoor heeft gesteld. En pas als dit niet gebeurt zou men zijn schouders kunnen ophalen en zeggen: 'Ofwel de leer was uit de lucht gegrepen, of aan de gestelde voorwaarden heb ik nog niet volledig voldaan!' Dan is het tijd om in een nadere bespreking met de meester te informeren of het feit dat men zich getrouw hield aan de principes van de nieuwe leer ook bij niemand anders de verwachte uitwerking heeft gehad.
Hoofdstuk 213: De noodzaak van het ware, heldere geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar nu is het tijd dat het vernietigd wordt, daarom ligt er een groot werk voor ons; maar er zijn nog veel te weinig bekwame en moedige arbeiders. Ik heb dus een groot veld voor Me, dat nu bewerkt moet worden, daarom werf Ik nu arbeiders. Jullie zouden ook vast zeer geschikte mensen voor dit werk zijn als jullie de juiste wegen zouden kennen en begrijpen; maar het spreekt vanzelf dat jullie van te voren eerst zelf volledig ingewijd zouden moeten zijn in Mijn nieuwe levensleer. Maar als jullie dat zijn, dan zouden jullie door alle ervaringen die je in de wereld hebt opgedaan heel goed te gebruiken zijn. Dat het loon hier en vooral aan gene zijde niet gering zal zijn, daarvan kunnen jullie reeds bij voorbaat volkomen zeker zijn. -Wat zegje nu, Mijn vriend Epiphanes, van dit voorstel, dat voor jullie allen zeker geheel onverwacht komt?"
Hoofdstuk 214: Licht en bijgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] EPIPHANES zegt: 'O, dat is de volmaaktste waarheid en het is me ook zonder enige verdere uitleg helemaal duidelijk! Laten we aannemen dat ik of iemand anders een nieuw woonhuis wilde bouwen. Hij raadpleegt daarvoor een bouwkundige, die hem in woord en beeld moet uitleggen hoe hij als aannemer zijn huis moet bouwen. Daarna volgt de aannemer echter niet de raad van de verstandige bouwmeester op, maar omdat hem dat allemaal te moeizaam en te tijdrovend lijkt, voegt hij liever zelf stenen en balken zonder enige verbinding samen, trekt dan in zijn nieuwe woning en woont er een korte tijd heel behaaglijk, zonder gevaar te vermoeden. Dan komt er 's nachts echter een grote storm die tegen de wankele muren van het huis beukt, en deze storten al spoedig in en doden de eigenaar die tevens de bouwmeester is. - Wat heeft deze er nu bij gewonnen dat hij de raad van de verstandige bouwmeester niet wilde opvolgen?!
Hoofdstuk 219: Epiphanes' moed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] IK zeg: Als Ik je echter zeg dat je daarvoor absoluut geen angst hoeft te hebben, kun je wel rustig zijn! Degenen die hier nu te zien waren zullen nooit weer terugkeren, en een tweede of zelfs derde achterhoede nog minder, want het is algemeen bekend dat.de Galilese zee om deze tijd zeer stormachtig is, en behalve door enkele vissers wordt hier weinig gevaren omdat men de stormen niet vertrouwt, -en over enkele maanden is deze hele gebeurtenis zo goed als vergeten!
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Zoals niet moeilijk is te begrijpen, is het zieleleven van de mensen na het afvallen van hun lichaam in voortdurende ontwikkeling, omdat de voleinding ervan onmogelijk het werk van een moment kan zijn, en wel omdat de ziel evenals haar voormalig materiële lichaam wat ruimte en tijd betreft een begrensd wezen is, dat in zekere zin ingeperkt is in die bepaalde mooie mensenvorm en daarom het oneindige en het eeuwige zowel qua ruimte als tijd, en ook wat de absoluut onbegrensde macht van Gods geest en Zijn werken betreft, alleen maar stukje bij beetje in zich op kan nemen en bevatten.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Met wat voor woede dan de andere eendere zielen, die reeds geruime tijd om dezelfde reden met elkaar gevochten hebben, op zo'n aanmatigende ziel afkomen en haar de vreselijkste proeven laten afleggen, kunnen jullie je natuurlijk niet voorstellen; en zo'n oerdomme ziel laat zich zelfs een tijdlang ook nog alle mogelijke martelingen en kwellingen welgevallen, omdat ze in de blinde veronderstelling verkeert, dat ze na alle ware helse proeven doorstaan te hebben door de anderen als een god en heerser over alles erkend en aangenomen zal worden.
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Zoals Ik jullie al eerder verteld heb, kan zo'n ziel daar nergens anders terecht komen dan alleen bij haars gelijken. Ieder van jullie kan zich gemakkelijk voorstellen hoe het haar na korte tijd daar kan vergaan; haar gezelschap is immers precies zoals zijzelf en na een tijd nog iets erger, omdat na een bepaalde periode de boosheid en woede daarvan steeds erger worden; want bij de materiële zielen heeft alles nog zijn grenzen, alleen de hoogmoed en de heerszucht niet, wat reeds menige koning in de voorgeschiedenis gedurende zijn leven maar al te duidelijk heeft gemaakt, door zich aan zijn volk als een vorst te presenteren en te verlangen dat het hem als de enig ware god zou aanbidden en hem met allerlei door hem geëiste offers zou vereren. De bekende geschiedenis van de vroegere koning Nebukadnezar van Babylon laat dat maar al te duidelijk zien.
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar daar zal natuurlijk nog een buitengewoon lange tijd van meer dan aeonen maal aeonen aardse jaren voor nodig zijn. Men moet het echter niet zo opvatten alsof deze huidige schepping ooit plotseling zal ophouden en in plaats daarvan een geheel nieuwe in het leven geroepen zal worden, maar dat gebeurt slechts in fasen, zoals in een oerwoud weliswaar de oude bomen uitsterven, vergaan en tenslotte geheel tot water, lucht en ether worden, dus tot een ander, geestelijker bestaan overgaan, en in hun plaats steeds weer een aantal andere bomen uit de grond opgroeien. En zoals Gods geest op kleine schaal werkt, zo werkt hij ook in het groot, als men trouwens iets 'groot' zou kunnen noemen tegenover God. ..
Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Ikzelf onderwees hen in het gebruik van de vele dingen en voorwerpen die ze nu hadden en maakte hen daardoor tot echt bekwame boeren, wat ze vóór die tijd niet waren. Dat ze hierover ook allen zeer verheugd waren, spreekt vanzelf En zo werden die bewuste vijf overige dagen in deze plaats doorgebracht.
Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Toen bogen DE BEIDE PROFETEN zich diep en zeiden als met één stem: 'O Heer, Uw wil alleen is heilig en geschiede altijd en eeuwig zoals bij ons in de hemelen ook bij alle mensen en geesten op aarde! Wij beiden waren toen wij op aarde leefden groot, en stonden in hoog aanzien omwille van Uw naam; maar wij zouden liever nu met U samen zijn op aarde, zoals deze drie en nog die anderen die niet hier zijn, ofschoon ze nu en nog lange tijd omwille van Uw naam veracht en vervolgd worden!"
Hoofdstuk 235: De Heer in gesprek met Mozes en Elia (Ev. Matth. 17,3) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...