Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5822 resultaten - Pagina 39 van 389

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[8] En mocht een en dezelfde arme iedere dag komen, vraag hem dan niet of hij ergens anders niets krijgt, want daar zou de arme bang van worden, zodat hij dan niet meer naar je toe zou durven komen, en daardoor zou jouw goede werk alle waarde voor Mij verliezen!
Hoofdstuk 157: Aalmoezen en herdenkingsfeesten. Aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Dan wendt de baas zich tot JARAH en stelt haar de vraag en zij zegt met het liefste en vriendelijkste gezicht van de wereld: "Beste vrienden. Niet dat ik zoiets ergens geleerd zou hebben en het daardoor nu als een schriftgeleerde zou weten, maar ik voel heel duidelijk in mij dat datgene wat Davids profetische geest verscheidene honderden jaren geleden voorspeld heeft, nu voor onze ogen volkomen vervuld is. Dat moesten jullie toch ook in eerste instantie binnen in je gevoeld hebben!
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De HOOFDMAN zegt: "Heer, dat is me nu helemaal duidelijk, maar toch ken ik uit mijn leven een bijzonder geval, waar alle liefde niets uitwerkte. Dat was het volgende: Bij de vele soldaten die onder mij staan was een jonge reusachtig sterke Illyriër. Zijn zwaard woog vijftig pond en hij hanteerde het toch met een gemak alsof hij een veertje hanteerde. Deze beroepssoldaat, die een pantser en een schild droeg, presteerde in een gevecht meer dan honderd andere krijgers. Tijdens de oorlog was hij daarom goed te gebruiken, - maar niet in vredestijd. Dan zat hij altijd vol streken, en er ging geen week voorbij waarin hij niet de een of andere nieuwe en ergerlijke ruzie veroorzaakt had. Ik behandelde hem steeds met liefde, toonde hem zo duidelijk mogelijk het kwade en schandalige van zijn geruzie en verbood hem dat moedwillige onrust stoken. Hij beloofde mij dan altijd zich te zullen beteren en bleef daarop ook een paar dagen heel kalm en bescheiden. Maar zoiets duurde nooit langer dan tien dagen, dan kwamen de klachten al weer van alle kanten en wij moesten natuurlijk de schade vergoeden. Vroeg men hem, wat ter wereld hem daartoe bracht, dan gaf hij altijd hetzelfde antwoord: 'Ik oefen mij in de krijgskunde en behalve de mens is daarbij niets voor mij veilig, en mijn zwaard moet op allerlei zaken uitgeprobeerd worden!'
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Zo is het ook met de innerlijke strijd om het hemelrijk. Wie dit eenmaal door strijd in zich heeft verkregen, heeft het voor eeuwig onverwoestbaar tot zich getrokken. Dan mogen er nog zulke wereldse stormen over hem losbarsten, zij zullen niet in staat zijn hem te schaden. Maar wie het niet met alle inzet van zijn kracht en moed door strijd heeft verkregen, die zal in de stormen der wereld meegesleurd worden en ook nog verliezen wat hij al had! - Denk hier goed aan, want er zullen tijden komen waarin jullie dit alles heus erg nodig zullen hebben!"
Hoofdstuk 159: Het hemelrijk moet bevochten worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Toen de onderaanvoerder hen naar hun vergunning vroeg zeiden de BRUTALEN: "Wij zijn priesters van God, hier is het teken van de tempel en meer hebben wij in de gehele wereld niet nodig!"
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Dus, als je iemand straft, straf hem dan in liefde en niet in toorn! Maak het daarom in het vervolg met de Farizeeën niet te bont! Bedenk dat het blinde leiders van blinden zijn!' Maar het is de wereld die hen blind maakt, en die is van de satan, die je hebt leren kennen.
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: " Juist daarom ben Ik dan ook op deze wereld gekomen om jullie allen dáár hulp te bieden waar jullie uit jezelf geen uitweg meer gevonden zouden hebben! Vertrouwen bouw daarom altijd op Mijn naam en daardoor zal jullie het onmogelijk lijkende, mogelijk worden! -Maar nu gaan we weer naar huis, want de zon gaat bijna onder."
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Zoals het in het klein met een plant gebeurt, zo gaat het ook met een hele wereld. De zon rijst niet onaangekondigd boven de horizon en aan een storm gaan altijd waarschuwende tekenen vooraf, die goed te herkennen zijn.
Hoofdstuk 166: Slim als slangen en zacht als duiven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Maar IK zei: "Blijven jullie hier, opdat de wereld er niet vóór haar tijd aanstoot aan zal nemen! Want de vogels hebben hun nesten en de vossen hun holen, maar de Zoon des mensen bezit zelfs geen steen om onder Zijn hoofd te leggen. Omdat Ik echter geen aards bezit heb en toch een grote schaar mensen met Mij meeneem, zou men zich af kunnen gaan vragen: 'Hoe houdt hij ze in leven? Hij heeft toch geen akkers, geen weiden en geen kudden! Hij is een dief of anders een bedrieger!' Blijven jullie hier om dat te vermijden, en jullie Essenen, ga naar jullie broeders en vertel hen alles wat jullie gezien en gehoord hebben. Zij zullen zich allen veranderen en betere dingen gaan nastreven!
Hoofdstuk 167: Vertrek uit Genezareth. Naar Tyrus en Sidon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK voeg daaraan toe: "Ja, ja, dat kunnen jullie ook doen! Wees steeds slim als de slangen en zachtzinnig als de duiven, dan zullen jullie het best met de wereld klaar komen!"
Hoofdstuk 167: Vertrek uit Genezareth. Naar Tyrus en Sidon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De aarde is de draagster van tweeërlei soort mensen. De ene en betere soort stamt van oorsprong reeds van boven, de kinderen van God moeten daaronder gerangschikt worden. De andere en oorspronkelijk kwade soort stamt zuiver van deze aarde af. Hun ziel is in zekere zin een combinatie van afzonderlijke levensdeeltjes, die,terwijl ze van satan afgenomen zijn, in de massa van het aardelichaam als materie gevangen worden gehouden. Daaruit evolueren ze door de plantenwereld naar de dierenwereld, en werken zich door de vele niveaus van de dierenwereld tenslotte als een potentiële kracht, bestaande uit talloze oerzieldeeltjes, op tot een ziel van een werelds mens. Speciaal bij ongezegende verwekkingen verenigen zij zich in het lichaam van de vrouw, waarbij zij daarna net als de kinderen van het licht uit de geestelijke sfeer van de hemelen, op deze wereld geboren worden.
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] PETRUS zegt: "Ja Heer, daarvoor zij U dank, liefde en eer! In de wereld is er dus niets, waaruit voor degene die de goddelijke zaken begrijpt, niet altijd de grootste liefde en wijsheid van God duidelijk zichtbaar zou zijn!"
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Maar dat Mijn leer daarnaast door de eigenlijke wereld, die niet sterven zal, altijd aangevochten zal worden, dat weet Ik al eeuwen lang.
Hoofdstuk 172: Het leven kan slechts door strijd behouden blijven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] Terwijl de arme man van de hut nog zo nadenkend praat, komt zijn VROUW aangestormd en zegt haast helemaal buiten adem van verrukking: "Kom, kom en kijk naar wat er in onze hut gebeurd is! Onze voorraadkamer is helemaal gevuld met allerlei goede spijzen en het beste brood! Dat kan niemand anders gedaan hebben dan dezelfde meester, die een uur geleden naar onze hut kwam en onderdak en een avondmaal vroeg!"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[24] De lichte wolkjes, de reeds door een stralend licht omspoelde voorboden die de op til zijnde zonsopgang aankondigen, zijn al zeer veel lichter dan het licht van de volle maan. Maar als er geen zon zou volgen op deze voorboden, dan zag het er op de gehele aarde weldra zo uit als in het vrijwel verstarde gebied van de middernachtszon, waar negen volle maanden lang geen zonnestraal doordringt. En kijk, zo overeenkomstig gaat het ook toe in de eeuwige wereld van de geest, die de enige oorsprong en reden van het voortbestaan van deze materiële wereld is.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...