Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3319 resultaten - Pagina 39 van 222

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[7] Ja, Ik zal Mijzelf door de mensen, als die dat willen, moeten laten gevangennemen en daarna zelfs lichamelijk moeten laten doden, om juist dáárdoor de mensen de meest vrije en grootste speelruimte te geven voor hun wil. Want pas door deze grootste en onbeperkte vrijheid zijn de mensen van deze aarde geheel in staat zich te verheffen tot waarachtige en God in alles volkomen gelijk zijnde kinderen en goden.
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Zolang Ik, als de Heer van al het leven en al het licht, jullie voortdurend leven en licht moet blijven inblazen, zijn jullie slechts Mijn knechten en dienaars, want deze gave van leven en licht is geheel afhankelijk van Mijn wil. Waar zouden jullie onder deze omstandigheden dan licht en leven vandaan willen halen?! Moet niet reeds de gedachte aan de mogelijkheid die het nu gezegde inhoudt, je erg bang maken?!
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Want als mens ben Ik mens, zoals jullie mensen zijn, maar in Mij woont de volheid van de goddelijke heerlijkheid van de Vader, die in Zichzelf pure liefde is. En niet Ik als jullie medemens zeg dat nu tegen jullie, maar het woord dat Ik nu tot jullie spreek is het woord van dec Vader, die in Mij is en die Ik goed ken, maar die jullie niet kennen. Want als jullie Hem zouden kennen, zou Mijn zending niet nodig zijn. Maar juist omdat jullie Hem niet kennen en nog nooit herkend hebben, ben Ik Zelf gekomen om Hem aan jullie te tonen en geheel te leren kennen.
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] In de sfeer van het innerlijke leven zijn jullie geroepen en uitgekozen om het hoogste te bereiken, -dus moet er ook een laagste binnen jullie bereik liggen, en daarom hebben jullie een volkomen vrije wil en de kracht, het laagste in jezelf te bestrijden met de jullie door God voor eeuwig gegeven geheel eigen kracht.
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ja, bleven Uw heilige woorden ook maar zo muurvast in ons geheugen! Maar bij mij was mijn geheugen helaas nooit mijn sterkste kant. De hoofdzaak echter, dat is de kern, onthoud ik wel! Maar datgene wat U ons nu verteld hebt, ligt ver buiten elk menselijk begrip en hoewel ik wel vrij aardig begrijp wat daarmee bedoeld wordt, komt het geheel me toch voor als een heldere droom en het zal me moeite kosten het thuis aan mijn huisgenoten zo duidelijk mogelijk uiteen te zetten. Mijn geheugen kan niet alle punten zo woord voor woord bewaren zoals ze door Uw heilige mond zijn uitgesproken."
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Als u geestelijk geheel wedergeboren zult zijn, zult u het ook begrijpen, inzien en zelf kunnen, maar zolang u niet in de geest bent wedergeboren, kunt u die eigenschappen van de zuivere geesten onmogelijk begrijpen, ook al zou ik ze u nog zo duidelijk laten zien! Maar vraag u zelf eens af, hoe uw gedachte in een flits van hier naar Rome of Jeruzalem kan gaan en ook weer hier naar u terug! Vriend Philopold, als u mij dat kunt verklaren, dan zult u ook al gauw mijn snelheid begrijpen."
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] De ENGEL zegt: "Helemaal geen verschil! Laat uw geest eerst de wedergeboorte bereiken, en uw gedachte zal in alles wat op de goddelijke orde is gebaseerd ook als een geheel volmaakt, goddelijk wonderwerk een realiteit zijn!
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar u bent geroepen en voorbestemd om geheel zelfstandig zo te worden als de Heer Zelf is. Want tegen u zal de Heer nog zeggen: ' Jullie moeten in alles net zo volmaakt zijn als jullie Vader in de hemel in Zijn eindeloze volmaaktheid is!
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Daarom kan de ziel zich in haar stoffelijke toestand onmogelijk voorstellen dat zij, als een vergankelijk iets, eenmaal zal ophouden te bestaan. En daardoor wordt het steeds lichter in de ziel. Als zij dan geheel één wordt met de in haar wonende geest uit God, wordt het levensbesef zo helder en machtig, dat het gevoel van vergankelijkheid voortkomend uit de koele berekening van het verstand iedere betekenis en iedere kracht verliest.
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Maar Salomo móest zo schrijven, omdat het toen nog niet de tijd ervoor was de onbekwame mensen, die in hun hart nog totaal geen geest hadden, de diepste geheimen van de hemel geheel te onthullen. In plaats daarvan mocht hij slechts zeer bedekt toespelingen maken, om de zielen attent te maken op dat wat komen moest. Maar er was geen sprake van begrip.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Alle duurzame scheppingen, die voor enige tijd, of ook wel voor altijd, een bepaalde, zichtbare vorm hebben -zoals bijvoorbeeld een gehele wereld en alles wat erin en erop is en alles waaruit deze bestaat -zijn van God uitgegane ideeën die zich reeds in een gerealiseerd bestaan bevinden. Maar om dat tot stand te brengen, moeten er van God ook voortdurend, merendeels vormloze, geheel vrij werkende ideeën uitgaan, die ook met Zijn wil vervuld zijn, maar die er alleen zijn om te werken en vormen te maken. Zij zijn er niet om zelf een vorm te zijn, waarin kracht en intelligentie zijn samengegaan om zo, op een aan God gelijke wijze, vanuit het eigen centrum op de objectief uitgezonden ideeën dusdanig in te werken, dat zij binnen een zekere planmatige orde zinvolle vormen opleveren. Nee, zij blijven zelf steeds zonder vorm en bevorderen het maken van vormen, zoals de wijze Plato reeds beweerd heeft over de oorspronkelijkheid van de menselijke ziel.
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Het aardse hersenverstand kan daarom onmogelijk ooit iets zuiver geestelijks opnemen en begrijpen, omdat het de mens alleen maar gegeven is voor de noodzakelijke verzorging van zijn lichaam. Slechts de goddelijke geest in het hart kan dat. Hij moet daarom al vanaf het begin worden geoefend. Als hij maar eenmaal enige vastheid heeft bereikt, is daarmee de juiste levensorde al zo goed als geheel ingesteld. Probeer jij nu dus maar dat, wat Ik van je verlang, te ontwikkelen en dan zal je geest daar veel voordeel van hebben!"
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] In mijn hart zie ik dat heel natuurlijk en echt menselijk als volgt: Eeuwen her heeft U Uw ideeën omgevormd tot vaste vormen. Eerst waren die vormen star en stijf, zoals alles wat nu nog voor onze zintuigen geheel levenloos schijnt te zijn. Uit deze grote en schijndode vormen ontwikkelde U van tijdperk tot tijdperk steeds minder harde en meer van zichzelf bewuste levensvormen met meer of minder bewegingsvrijheid en activiteit. Dat alles is en was slechts een voorbereiding en voorproef voor het geheel vrije leven in de daarop uit alle ontwikkelingen ontstane geheel vrije mens, aan wie U, o Heer, de hoofd en basisvorm van Uw eigen fundamentele Wezen gaf.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Dit grote verlangen groeide en groeide en het geheiligde verlangen naar U, o Heer, brandde steeds feller in Uw geest in het nog geheel onbedorven hart van het eerste mensenpaar .
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[29] En ik geloof ook hiermee, voor zover het de menselijke wijsheid mogelijk is, Uw aan mij gestelde vraag in algemene zin geheel beantwoord te hebben! - Ik vraag U, o Heer, mij Uw oordeel daarover nu duidelijk mee te delen."
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...