Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6281 resultaten - Pagina 39 van 419

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[7] IK vervolg: "Goed, luister dan verder! De nacht is na een hete dag beslist een goede vriendin en weldoenster van de vermoeide mensheid. Maar laten we deze weldoenster bijvoorbeeld dertig dagen lang voortduren, dan zullen alle mensen beginnen met haar te verwensen en te vervloeken! Want zo'n aanhoudende lange nacht zou op de aarde zo'n alles verstarrende koude teweegbrengen, dat er uiteindelijk geen organisch leven meer op haar zou kunnen bestaan! Kijk, zo zou de grote weldoenster der mensen al weer in de ergste hel veranderen!
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Als bijna alles opgegeten is, roept Cyrenius Marcus en zijn vrouw, dankt de eerste voor de goede maaltijd en zijn nog steeds onverminderde gastvrijheid, en de vrouw prijst hij voor haar goede kookkunst, want zulke voortreffelijk toebereide spijzen had hij nog nooit gegeten. Vooral de vissen overtroffen door hun heerlijke volle smaak verreweg al het andere.
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Dat zal Ik wel op het juiste moment doen, maar nu en hier nog niet! We zijn nog geen half uur op het water en willen daarom niet meteen de rust daarvan verstoren en haar geesten wekken, die ons vervolgens erg zouden kunnen plagen. Maar meer naar het westen en dichter bij de veilige oever zullen we het net wel uitwerpen. Nu zullen we niets anders doen dan rusten met de rust van de zee. Als iemand van jullie echter iets wil weten, dan staat het hem vrij dat aan Mij te vragen."
Hoofdstuk 187: Pleziervaart op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Om deze reden, die ik voor juist houd, zegt de Heer dan ook niemand rechtstreeks wat hij fout doet in zijn leven, maar Hij geeft hem, alleen indirekt, bepaalde schokkende ervaringen. Daardoor dwingt Hij de ziel zichzelf nader te bekijken, haar fouten door Zijn licht te ontdekken, deze uit te bannen en dan zogezegd helemaal in te gaan in de orde van de Heer. Dat, broeder, is zo'n beetje mijn bescheiden mening, en ik ben er zo goed als zeker van dat het zo is. -Hoe lijkt jou dat?"
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Vrees nu maar voor wat te vrezen is. maar dáárover hoef je je echt nooit bang te maken! Want weet je, als de zon hoog aan de hemel staat, lijkt ze veel kleiner dan wanneer zij vlak boven de horizon zweeft, en ook kan, als zij zo hoog staat, niemand naar haar kijken, omdat zij dan leder oog krenkt. Maar als zij zo laag staat, dan kan iedereen zonder bezwaar naar de komende of scheidende moeder van de dag kijken.
Hoofdstuk 189: Achting gepaard aan liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Ook Ebahl en Jarah bevestigden de woorden van Julius en vertelden dat zij juist vanwege deze zeldzame wonderdoener een reis naar Sidon maakten, om hem zo mogelijk daar nog een keer te ontmoeten, omdat de dochter zo naar hem verlangde. Cyrenius deed erg verwonderd, dat zo'n jong, zo gezien pas dertien of veertien lentes tellend meisje al zo verliefd was, waarbij hij tevens opmerkte, dat er al zo'n bijzonder aantrekkelijke en knappe jongeman steeds bij haar was. Het was dan toch des te onbegrijpelijker, dat een meisje met zo'n tere schoonheid, in het gezelschap van zo'n knappe jongeman, toch nog stervensverliefd kon worden op een zekere, toch al wat oudere, menselijke Zeus.
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] En juist daarin zie ik het ontzettende verschil tussen het onderricht van de ijdele en meestal domme wereldse rabbi's, en de nu zo wonderbaarlijk bij ons verblijvende hemelse rabbi's. Zij voeden de geest vrij op en helpen haar in zekere zin op de been, door haar met allerlei op menselijke wijze gestelde vragen wakker te schudden. De wereldse rabbi's proberen de geest echter alleen maar te onderdrukken en te doden -en voeden daarom het slijk slechts op terwille van en voor het slijk! -Ik vraag u, verheven gebieder over geheel Azië, heb ik gelijk of niet?!"
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Julius kijkt vlug om en valt bijna in onmacht van blijdschap Mij hier te zien, en Jarah geeft een kreet van grote verrukking en valt als een dode aan Mijn borst; Ik moest haar wel een half uur zo laten liggen, tot zij uit haar zalige verdoving weer bij kwam.
Hoofdstuk 193: De veroordeling van de misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Kijk, ik heb de Heer toen Hij naar ons toekwam, het eerst in mijn hart herkend en ik houd boven alles van Hem, Ja, als HIJ nu van mij zou verlangen voor Hem te sterven, zou de dood een verkwikking voor mij zijn! Want ik weet en voel duidelijk, dat de liefde tot Hem nooit in der eeuwigheid sterven kan, omdat het haar onmogelijk is een zonde te begaan, en dat is de echte dood van de ziel. Als de ziel van de mens echter dood is, dan is ook de gehele mens dood. Bedenk dat wel, oude man want ik kom uit de school des hemels, die de liefde en de waarheld en het leven is. Wat ik je nu gezegd heb, is een hemelse les, en je kunt haar daarom beter goed in je opnemen!"
Hoofdstuk 194: De wijze toespraak van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] EBAHL zegt: " Ja, ja, verheven gebieder, zo is het helemaal. Ik voor mij kan er ten minste nooit zo erg uit wijs worden wie er uiteindelijk helemaal gelijk heeft. Het geheel blijft meestal onbeslist. Van de een of andere positieve leer is nooit sprake. De jonge geest probeert alleen maar verwarring in de begrippen van de leerling te stichten, en die moet die dan uit zichzelf zo goed mogelijk weer in orde brengen. Van hulp is al helemaal geen sprake, en daarom blijft het uiteindelijk altijd onbeslist. Wil de leerling de tegenwerpingen van zijn rabbi helemaal ontzenuwen, dan moet hij wel met zulke onwrikbare tegenargumenten komen, dat de rabbi niet meer naar links of rechts kan. Dat betekent dan dat de leerling helemaal gelijk heeft, maar zonder zulke tegenargumenten heeft de leerling steeds ongelijk -ook al klinken zijn beweringen nog zo overtuigend! Oh, mijn Jarah heeft haar rabbi al heel erg in het nauw gebracht. Hij zou er op het laatst zelf niet meer uitgekomen zijn als het meisje hem niet geholpen had, zoals hij zelf toegaf.
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] EBAHL zegt: "Verheven gebieder! Kijk eens naar onze meisjesscholen! Hoe zijn die vertegenwoordigd? Werkelijk, verheven gebieder, dat is toch voor de mensheid een grote schande! Daarom vind ik: Een goede meisjesschool zou erg wenselijk zijn. Want een moeder, een wezen dat alleen maar uit een meisje kan ontstaan, is toch altijd de eerste en voortreffelijkste lerares voor de kinderen. Als zij geest, hart en hoofd op de juiste plaats heeft, zoals men dat zegt, dan zullen ook haar kinderen hun gebouwen zeker niet op het zand van de zee bouwen en voortaan nauwelijks op een dwaalspoor gebracht kunnen worden. Maar als de moeders, zoals het tot op heden jammer genoeg maar al te vaak het geval was, vaak nog dommer zijn dan een regenworm, dan is er van het moederonderricht heel weinig of helemaal niets te verwachten! - Zeg mij, verheven gebieder, of ik daarin ook gelijk heb of niet!"
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Vóór het eten droeg Jarah een psalm van David voor en vroeg Mij daarna om de spijzen en dranken te zegenen; en Ik deed dat, en wij gingen allen daarna aan de tafels zitten, aten heel opgewekt de voorgezette spijzen en werden vrolijk onder het matig genot van de wijn. Ik zat tussen Cyrenius en de lieflijke Jarah; Cyrenius zat links van Mij en Jarah rechts; naast Jarah zat haar Raphaël en daar tegenover de oude Marcus. Die viel het op hoe Raphaël de spijzen at; want als Raphaël een vis of een stuk brood, een stuk fruit of een beker wijn naar zijn mond bracht, verdween alles vóór zijn mond, en Marcus zag de jongeman noch kauwen, noch het eten doorslikken.
Hoofdstuk 194: De wijze toespraak van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Als wij echter door God geroepen worden de wereld te verlaten, dan zal een engel van God vooraf ook met ons doen, wat deze nu met de spijzen doet. Dat wil zeggen, hij zal in één ogenblik al het geestelijke uit de materie vrij maken. De materie geeft hij over aan de volledige ontbinding, maar de ziel en haar levensgeest en ook alles wat zich in de materie bevindt en bij de ziel behoort, zal hij, terwijl hij het samenvoegt tot een volmaakte mensenvorm, volgens de eeuwige onveranderlijke wil van God, naar de geestelijke wereld overbrengen! -Kijk, dat is het wat je leren kunt en moet, uit de jou vreemd voorkomende manier van eten van de machtige hemelse jongeman!"
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als God ergens de materie wil ontbinden, dan wordt deze door zo'n almachtige menselijke vorm van de wil van God gepakt, de wet die samenbindt wordt opgeheven, en alle materie verdwijnt ogenblikkelijk uit het bestaan, gaat in haar oergeestelijke element over en blijft dan datgene wat ze oorspronkelijk was, maar dan veredeld en volkomener.
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] JOSOË zegt: "Weet je, dat is nu weer een beetje ondoordacht van jou! - Kijk eens naar die twee bekers wijn! Zou het verstandig zijn om de ene volle in de andere volle over te gieten? Zou bij zo'n bezigheid niet de edele wijn voor niets op de grond gemorst worden? Waar zou zoiets dan goed voor zijn? Wat ik weet, weet het meisje beslist ook, en ik zou dus niet van haar en zij zou niets van mij leren! Daarom zullen wij ons die moeite besparen. Praat jij liever met het heerlijke kind van God! Jij en je dochter, je vrouwen je zonen zullen heel veel van haar kunnen leren, want tot op heden heeft op deze aarde nog nooit een vrouw door Gods wil, zulke dingen beleefd als dit meisje. Het weet onuitsprekelijk veel, wat buiten de Heer op de gehele grote aarde geen mens weet of ook maar kent. - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...