Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6869 resultaten - Pagina 39 van 458

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[26] De mens moet God zonder winstbejag liefhebben, net zoals God hem liefheeft, anders is hij God geheelonwaardig!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De geest van de liefde wordt steeds beïnvloed door de grotere materiële of geestelijke waarde. De koopman, die parels zocht, verkocht alles en kocht de grote parel die hij gevonden had! Waarom dan? Omdat zij veel meer waard was dan alles wat hij daarvoor bezat! En dat is weliswaar een edel belang; maar het is en blijft toch een belang, en zeker bij de mens is er zonder dat geen liefde! En wie mij iets wijs wil maken over een ongeïnteresseerde liefde, die misschien hoogstens in God kan voorkomen, tegen zo iemand zeg ik: 'Vriend, je kunt heel wijs zijn, maar over het onderwerp liefde heb je nog nooit diep nagedacht!'
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Nu brengen Barams mensen echter al de ochtendmaaltijd; daarom willen we omdat we urenlang voor de geest zorgden, ook een paar ogenblikken aandacht hebben voor het hongerige lichaam.'
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Ik zeg je: Kisjonah heeft echt nog geen nood, want in tien jaar maken wij met z'n allen zijn voorraden niet op. Maar omdat jij in jouw hart dacht dat Kisjonah tenslotte zonder voorraad zou komen te zitten, en jij hem daarom van zo ver te hulp komt, daarom zal jouw loon ook net zo groot zijn als wanneer je dit voor een arm mens gedaan zou hebben. Want God kijkt alleen maar naar het hart van de gever.
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] 'Vreemd!', zegt de engel. 'U heeft toch gezien, dat de Heer van alle hemelen ook at en dronk, en Hij is toch de hoogste en volkomenste geest; waarom zouden wij engelen, nu wij ook een lichaam gebruiken moeten om u in de materie te dienen, niet eten en drinken?!
Hoofdstuk 206: Het dode lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De engel zegt: 'Als een zielloos en geesteloos lichaam, dat op zichzelf bijna geheel uit materie bestaat, geen eten tot zich neemt en ook niet nemen kan, dan moet het toch de ziel en de levensgeest in dit lichaam zijn die het voedsel opneemt. Omdat het lichaam niets anders is dan een handlanger van de ziel en voor zichzelf geen voedsel nodig heeft, daarom is het dus de ziel en haar geest die zolang het voedsel van de aarde gebruikt als ze haar lichaam bewoont, en het in stand houdt doordat ze het haar afval laat eten! Want het lichaam wordt gevoed door het afval van de ziel.
Hoofdstuk 206: Het dode lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Zowel de beiden als ook veel anderen die meegeluisterd hebben naar de uitleg van de engel, zijn heel verbaasd, en Petrus vraagt aan Mij: 'Heer, is dat waar, wat de dienaar van Jonaël nu verteld heeft? Dat klinkt toch wel een beetje te vreemd! Hoe kan een lichaam gevoed worden met het afval van de ziel!? Heeft de ziel dan ook een maag en uiteindelijk zelfs een anus?'
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik antwoord: 'De engel heeft volledig de waarheid gezegd; het is zo. Daarom wordt de ziel zelf door zwelgen en brassen zinnelijk en stoffelijk; zij wordt overladen, en het lichaam kan niet alle afval van de ziel opnemen, en het gevolg is dat het afval in de ziel blijft. Dat bedrukt en beangstigt haar zo, dat zij alle middelen en wegen zoekt om het te veelopgehoopte afval te laten verdwijnen. En die wegen bestaan dan uit allerlei ontucht, hoererij, overspel en nog meer van die zaken.
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik antwoord: 'Wie op de juiste tijd vast, handelt beter dan degene, die altijd zwelgt en brast; maar toch is er verschil tussen vasten en vasten! Het hele echte vasten bestaat daaruit, dat men zich onthoudt van alle zonden en dat men zich ten opzichte van alle wereldse dingen uit alle kracht zelf verloochent, zijn kruis op zich neemt en op deze wijze Mij navolgt, zonder met het eten en drinken angstig te zijn, maar ook zonder meer te gebruiken dan noodzakelijk is en te gaan zwelgen; al het andere vasten heeft weinig of geen zin.
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Want er zijn mensen, die door een bepaalde kastijding van hun lichaam de geestenwereld willen binnendringen en dan met hun krachten de natuur willen bedwingen; dat is niet alleen helemaal onnut voor de ziel, maar ook erg schadelijk. De ziel valt dan als een halfrijpe vrucht van de boom des levens, terwijl de levenskern altijd verrot, leeg, doof en dus dood is.
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Kisjonah vraagt: 'Ken je de reden?' De engel antwoordt: 'Ook als ik het wist, dan mocht ik het u toch niet zeggen voordat de Heer dat wil; vraag dus niets meer en wees kalm, zonder vrees en angst; wat komt zal u allen de ogen openen!
Hoofdstuk 208: Aardbeven, storm en onweer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar Kisjonah zei: ' Als ik wat van jullie had willen eisen, dan hoefde ik niet zelf hierheen te komen, maar dan zou ik mijn knechten wel gestuurd hebben; ik kom echter om jullie een grote troost te bereiden door wat ik jullie allen hier nu in het openbaar mededeel: Jullie schuld aan mij is meer dan voldoende betaald, want mijn en jullie Heer heeft ze betaald en mij volledig voldaan, en jullie kunnen daarom nu zonder verdere zorgen vrolijk zijn.'
Hoofdstuk 210: Uitstapje naar Kana in het dal. (21.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Zij verbaasden zich over Mijn toespraak en riepen als uit één mond: 'Deze plaats heeft een grote zegen ontvangen! Hoe machtig en wonderbaarlijk klinken de heilige en ware woorden van onze grote weldoener! Waarlijk, bij zo'n vriendelijkheid en goedheid vind je geen arglist, geen valsheid en geen sluwheid; daarom zullen we ook zonder bezwaar alles doen, wat hij ook maar van ons verlangt! Want hij, die onze vriend werd voor hij ons gezien had, zal dat nog meer voor ons zijn nadat hij met ons gesproken heeft en ons in onze grote nood gezien heeft! Geloofd zij de God van Abraham, Izaak en Jacob, die weer aan ons denkt en zich over ons heeft ontfermd!'
Hoofdstuk 210: Uitstapje naar Kana in het dal. (21.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De oudsten zeggen: 'Heer! Hoe zouden wij dat nu moeten weten?! Want we hebben beslist overal meer verstand van dan van de geneeskunde! In deze plaats hebben we wel een dokter, maar dat is er eigenlijk geen. want hij heeft de mensen alleen maar onder de grond geholpen! Als we dus net zoveel wisten als onze dokter, dan zouden wij over uw geneeswijze zonder het gebruik van geneesmiddelen ook niets kunnen zeggen; vandaar dat we niet in staat zijn om te bepalen, hoe u op natuurlijke weg in staat zou zijn om de zieken zonder geneesmiddel gezond te maken!
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Het woord, dat Ik tegen jullie heb gesproken, moet zonder de geringste toevoeging en zonder de minste weglating wezenlijk in acht genomen worden. En jullie geringe aantal Joden in deze plaats moet in hart en nieren Jood zijn; en jullie Grieken moeten ware Joden worden, opdat vrede en eenheid onder jullie heerse!
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...