Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

640 resultaten - Pagina 39 van 43

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43
[13] Ziet, de mens heeft in zich de gal, dat is het vergif en hij kan zonder dat vergif niet leven, want de gal maakt de geesten beweegbaar, vreugdevol, triomferend en blij, want zij is een bron der vreugde. Wan­neer zij echter in een element ontstoken wordt, bederft zij de gehele mens, want de toorn in de siderische geesten ontstaat door de gal. Dat wil zeggen: Wanneer de gal naar het hart gaat, ontsteekt zij het element vuur en het vuur steekt de siderische geesten aan, die in het bloed, in de aderen, in het element water heersen; dan siddert het gehele lichaam van toorn door het gif van de gal. Een dergelijke bron echter geeft ook vreugde, uit dezelfde substantie als de toorn. Dat gebeurt, wanneer de gal wordt ontstoken ten goede, in dat wat de mens lief is, dan trilt het gehele lichaam van vreugde en daardoor worden de sterregeesten ook aangestoken. Maar een zodanige substantie is er in God niet, want Hij heeft geen vlees en bloed, maar Hij ís Geest en in Hem zijn alle krachten (Joh. 4:2) zoals wij ook in het “Onze Vader” bidden: “U is de kracht”. Ook Jesaja schrijft van Hem: Hij is Wonderbaar, Raad, Sterke God, Vader der Eeuwigheid, Vredevorst. (Jesaja 9).
Hoofdstuk 2: Handleiding, hoe men het goddelijke en het natuurlijke wezen beschouwen moet. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[26] Waar nu evenwel niets is, daar kan ook niets ontstaan. Elk ding moet een wortel, een oorzaak hebben, anders kan het niet groeien; zouden de zeven Oergeesten der natuur er niet geweest zijn, van eeuwigheid af aan, zo zou er geen Engel, geen Hemel en ook geen aarde ontstaan zijn. De aarde echter is uit de verdorven Salniter der uiterlijke geboorte ont­staan. Dat kunt ge niet loochenen, wanneer ge de aarde en de sterren aanschouwt! Ge moet toegeven, dat daarin de dood huist; zo dit niet zo ware, zo zou goud noch zilver aanwezig kunnen zijn en kruid noch gras zou er op kunnen groeien.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Toen op de derde dag het licht des vuurs opging, uit het Licht, dat in het zoete water was, welk eerste licht de bittere kwaliteit is, zo was de gehele natuur werkend, en bewegend, zowel in de aarde als op en boven de aarde en het leven begon zich in alle dingen te openbaren. Uit de aarde ontsprong gras, kruid en bomen en in de aarde vormde zich zilver, goud en allerlei ertsen. In de ruimte rondom de aarde was er een open­baring van verschillende krachten.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[28] Zie, toen God sprak: Er zij licht, toen is het licht in de krachten der natuur, of de zeven geesten Gods opgegaan, en het uitspansel des Hemels, dat in het woord in het hart van het water staat, is tussen de siderische en uiterlijke geboorte met het woord en het hart van het water ingesloten, en de siderische geboorte is de grensplaats, die half in de Hemel en half in de toorn gelegen is. Uit datzelfde halve deel van de toorn, komt altijd de dode geboorte voort en uit de andere helft, dat met zijn innerste kern tot in het binnenste hart en licht van God reikt, ont­staat nu altijd door de dood het leven, en de siderische geboorte is toch niet twee, maar één lichaam.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] Het bittere is ook in God, maar niet op de wijze, zoals de gal bij de mensen aanwezig is, maar het bittere is aanwezig als een eeuwigdurende kracht, een geweldige, juichende bron van vreugde. En hoewel in Mozes geschreven staat (2 Mozes 20:5, Mozes 4:25) : “Ik ben een naijverig God”, zo betekent dat nog niet, dat God zou toornen of dat er een vuur van toorn zou ontvlammen in de Heilige Drievuldigheid. Neen, zo kan het niet zijn, want er staat geschreven: “in hen, die Mij haten, wordt het vuur van de Worm ontstoken”. Wanneer God echter in Zichzelf ontstoken zou worden, zo zou de gehele natuur branden, wat eenmaal op de jongste dag ook zal geschieden in de natuur, maar niet in God. Door God even­wel zal de triomferende Vreugde branden, zoals het van eeuwigheid af niet anders geweest is en ook niet anders worden zal. Nu maakt echter de verheffende, opborrelende, triomferende Vreugde in God de Hemel triomferend en beweeglijk en de Hemel maakt de sterren en elementen beweeglijk en de sterren en elementen doen dat weer met de schepselen. Uit de Godskrachten is de Hemel geschapen, uit de Hemel zijn de sterren geboren, uit de sterren zijn de elementen voortgekomen, uit de elementen zijn de aarde en haar schepselen geboren. Zo heeft alles zijn begin, zelfs de Engelen en duivelen, deze zijn voor de schepping van Hemel, aarde en sterren uit dezelfde krachten ontstaan, waaruit deze zijn geboren.
Hoofdstuk 2: Handleiding, hoe men het goddelijke en het natuurlijke wezen beschouwen moet. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[5] Wanneer men de gehele natuur en haar kenmerken beschouwt, zo ziet men de Vader; wanneer men de hemel en de sterren beziet, zo ziet men Zijn eeuwige Kracht en Wijsheid. Zoveel sterren er aan het firmament staan, die toch ontelbaar en voor het verstand onbegrijpelijk zijn, (ook voor een deel onzichtbaar), zo groot en menig­vuldig is Gods Kracht en Wijsheid. Iedere ster die aan de hemel staat, heeft echter een andere kracht en een andere hoedanigheid als de volgende, zoals het ook is met alle schepselen op aarde, als gevolg hiervan. Zo is het met al het geschapene. Nu vinden alle krachten, die in de natuur zijn in God de Vader hun oorsprong; alles, licht, warmte, koude, lucht, water en alle krachten der aarde, nl. bitterheid, zuurheid, zoetheid, wrangheid, hardheid, zachtheid en alles, wat men niet noemen kan, dat alles gaat uit van de Vader. Wan­neer men de Vader met iets vergelijken wil, dan moet men Hem vergelijken met het gewelfde uitspansel. Men moet niet denken, dat iedere kracht, die in de Vader is, op een bepaalde plaats en op een bepaald gedeelte aanwezig is, zoals de sterren op een bepaalde plaats aan de hemel staan, neen, maar de Geest toont, dat alle krachten, die in de Vader zijn, door elkander en met elkander verweven zijn als een centrale kracht, zoals men dat voorgesteld vindt in het boek Ezechiël, Hoofdstuk 1. Hij ziet de Heer in de geest en zinnebeeldig voorgesteld als een wiel, waarvan de vier raderen in elkander uitlopen en elk van de vier is gelijk aan de andere, en toen ze draaiden, draaide elk slechts voor zich zelf; zoals de wind woei zo draaiden zij alle vier en geen van hen had nodig omgewend te worden. Zo is ook God de Vader, want alle krachten zijn in de Vader aanwezig als één centrale kracht en alle krachten zijn in de Vader in onnaspeurlijke klaarheid en ondoorgrondelijk Licht. Ge moet niet denken, dat God in de Hemel en boven de Hemel troont en heerst als een kracht en een macht, die geen verstand en kennis in Zich heeft, zoals de zon: zij loopt haar baan en straalt warmte van zich en licht; zij brengt de aarde en alle schepselen voorspoed of tegenspoed, hetgeen dan vrijelijk zou kunnen plaats hebben, wanneer de andere planeten en sterren dat niet tegen hielden. Neen, zo is de Vader niet. Hij is een almachtige, alwijze, alwetende, alziende, alhorende, alom riekende, alom voelende, alom proevende God, die in Zichzelf is, zachtmoedig, vriendelijk, lieflijk, barmhartig en vol van vreugde, ja Hij is de vreugde zelf. Hij is echter van eeuwigheid tot eeuwigheid onveranderlijk, Hij heeft Zijn Wezen nog nooit veranderd en zal zich in alle eeuwigheid ook nooit veranderen. Hij is niet uit iets voortgekomen of geboren, maar Hij is Zelf alles, in alle eeuwigheid, en alles wat bestaat is door Zijn Kracht tot stand gebracht, door de kracht, die van Hem uitgaat. De natuur en alle schepselen zijn uit Zijn Kracht geboren. Zijn hoogte, lengte en diepte kan geen schepsel, ook geen Engel uit de Hemel doorvorsen. De Engelen in de Hemel leven in des Vaders kracht vol vreugde en vrede en zingen uit de volheid van Zijn Kracht.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[8] Merk nu op. De heidenen en de Turken zeggen: God heeft geen Zoon. Open uw ogen wijd, en weest niet verblind, dan zult ge de Zoon zien. De Vader is alles en alle kracht is van de Vader; Hij is het Begin en het einde aller dingen en buiten Hem is niets, en alles wat ontstaan is, is uit de Vader ontstaan. Want voor de aanvang van de schepping der creaturen was er niets; alleen God was er, en waar niets is, daar kan ook niets ontstaan, elk ding moet een oorzaak of een wortel hebben, anders kan er niets geboren worden. Nu moet ge echter niet denken, dat de Zoon een andere God is als de Vader; ge moogt ook niet denken, dat de Zoon buiten de Vader bestaat, en een aparte persoonlijkheid is, zoals het geval is, wanneer twee mensen naast elkander staan en de een de ander niet begrijpt, neen, zo is het niet bij de Vader en de Zoon; want de Vader is niet een Wezen, dat met iets of iemand vergeleken kan worden, maar Hij is de Bronwel aller krachten; daarom heet Hij ook een Enig Heer. Anders, wanneer Zijn krachten gedeeld waren, zou Hij niet almachtig zijn; nu echter is Hij de zelfstandige, al­machtige en volkrachtige God. De Zoon echter is het hart des Vaders; alle krachten, die in de Vader zijn, zijn des Vaders eigendom en de Zoon is het hart of de kern in alle krachten; Hij is oorzaak van alle opbruisende vreugden in de Vader. Uit de Zoon ontspringt de eeuwige hemelse Vreugde, zulk een vreugde, als geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgeklommen, zoals Paulus zegt in 1 Kor. 2:9. Zo een mens hier op aarde door de Heilige Geest verlicht wordt uit de Bronwel Jezus Christus, zodat de geesten der natuur, die de Vader vertegenwoordigen, worden ontstoken, zo ontspringt in hem zulk een vreugde, dat zijn gehele lichaam siddert en de dierlijke geest triomfeert, als ware hij in de Heilige Drie-eenheid, hetwelk alleen zij verstaan, die dat hebben ondervonden. Dit alles is slechts een voorbeeld of aanzicht van de Zoon van God in de mens, waardoor het geloof wordt versterkt en behouden, want de vreugde kan in een aards vat niet zo groot zijn als in een hemels, dat vol is van de volmaakte kracht Gods. Hier moet ik in gelijkenissen schrijven.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[22] Wanneer de ene kracht de andere in beweging brengt, dan proeven zij van elkander en worden vriendschappelijk, want het licht wordt uit alle krachten geboren en dringt weer door alle krachten heen, waardoor en waarin zich de verheven vreugde openbaart, waaruit de klank voortkomt. Door het heen en weer bewegen openbaart zich de levende geest, hoewel onvatbaar en onbegrepen, zich indringende in de geboorten en is van een vriendelijke en lieflijke hoedanigheid, als lieflijke muziek. En als de ge­boorte plaats vindt, dan grijpt het licht haar vast en heeft door de zwevende geest weer klank in de geboorte.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] Beziet de hemel; deze is een ronde kogel en heeft noch begin, noch einde; overal is evenwel zowel begin als einde, waar ge de hemel ook beziet, alzo is God ook in en boven de hemel, ook Hij heeft begin noch einde. Ziet nu verder de sterrenbaan, zij beduiden des Vaders menigvuldige Kracht en Wijsheid en zij zijn geschapen uit de Kracht en de Wijsheid des Vaders. De hemel, de sterren en de ganse ruimte tussen de sterren, be­nevens de aarde, stellen de Vader voor en de zeven planeten beduiden de zeven geesten van God of de vorsten der Engelen, bij welke Lucifer ook behoorde vóór zijn val. Deze alle zijn uit de Vader geboren bij de aanvang van de schepping der Engelen, voor de wereld bestond. Merk nu op: de zon beweegt zich midden in de ruimte tussen de sterren in ronde omgang en zij is het hart der sterren en geeft alle sterren licht en kracht en zij tempert de kracht van alle sterren, zodat alles zeer lieflijk en vreugdevol wordt; zo verlicht ze ook de hemel, de sterren en de ruimte boven de aarde en werkt in alle dingen, die in deze wereld zijn en zij is de koningin dezer wereld en het hart van alle dingen en dit alles beduidt God de Zoon. Want zoals de zoon midden tussen de sterren en de aarde staat en alle krachten verlicht en het licht en het hart is van alle krachten en de vreugde van deze wereld, dewijl alle schoonheid en lieflijkheid leeft in het licht en de kracht der zon, zo leeft ook de Zoon van God in de Vader; Hij is de kern des Vaders en Zijn Kracht is de be­wegende, opborrelende vreugde in de Vader, zoals de zon de gehele aarde vreugde geeft.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] De zon is uit alle sterren geboren en het licht dat uit de natuur voort­komt en zij schijnt in de ganse natuur in deze wereld en zij is met de andere sterren verbonden, als ware zij met hen allen te samen slechts één ster. Zo is ook de Zoon Gods uit alle Krachten Zijns Vaders van eeuwigheid af geweest en niet geschapen, Hij is het hart en de glans uit alle Krachten van Zijn Hemelse Vader, een zelfstandige persoonlijkheid, het centrum. Want de Kracht des Vaders waakt, dat de Zoon van eeuwigheid af daar is; wanneer de Vader zou ophouden voort te brengen, zo zou de Zoon niets meer zijn en wanneer de Zoon niet meer in den Vader zou stralen, zo zou de Vader een donker dal zijn, want de Kracht des Vaders zou niet meer van eeuwigheid tot eeuwigheid opvaren en het Goddelijk Wezen zou niet kunnen bestaan. Alzo is de Vader het zelfstandige Wezen van alle krachten en de Zoon is het hart van de Vader. Ge moet niet denken, dat en de Vader en de Zoon tot één Wezen versmolten zijn, dat men Zijn persoonlijkheid niet meer zou onderkennen of zou zien, neen, als dat zo was, zo zou Hij slechts één persoonlijkheid zijn. Zo min als de zon uit de andere sterren schijnt, al zou zij uit de andere sterren ontstaan zijn, zo min schijnt ook de Zoon uit de Krachten des Vaders wat betreft Zijn Lichaam. En hoewel Hij uit de Krachten des Vaders geboren werd, zo straalt Hij toch weder in de Vader terug, want Hij is een andere persoonlijkheid als de Vader, maar niet een andere God; Hij is eeuwig de Vader. En de Vader en de zoon zijn één God, één zelfde Wezen in kracht en almacht.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[17] Wil men echter Zijn Hoedanigheid, Zijn Wezen goed beschrijven, dan moet men het in gelijkenissen omschrijven, want de Geest kan men niet zo beschrijven, omdat hij geen schepsel is, maar de werkende kracht Gods. Bezie nu eens de zon en de sterren, de velerlei soorten van sterren, die ontelbaar zijn en niet te noemen: deze beduiden de Vader. Uit deze zelfde sterren is de zon ontstaan, want God heeft de zon daaruit gemaakt: deze is de Zoon Gods. Nu zijn uit de zon en de sterren de vier elementen ontstaan: vuur, lucht, water en aarde, zoals ik hierna duidelijk zal be­wijzen, als ik over de schepping zal schrijven. Merk nu op: de drie elemen­ten Vuur, Lucht en Water hebben drieërlei bewegingen of werkingen, maar slechts één verschijningsvorm. Ziet, het vuur of de hitte verheft zich uit de zon en de sterren, en uit de hitte verheft zich de lucht en uit de lucht het water. En deze beweging of werking veroorzaakt het leven en de geest van alle schepselen; ook alles, wat in deze wereld maar genoemd kan worden; en dit is de Heilige Geest. Zoals de drie elementen vuur, lucht en water uit de zon en de sterren uitgaan en als het ware één zijn met elkaar, zo gaat ook de Heilige Geest van de Vader en de Zoon uit. En zoals de drie elementen in de diepte werken als één zelfstandige geest, en hitte, koude en wolken maken, en uit de sterren vloeien en alle krachten van de zon en van de sterren zijn in de drie elementen verborgen, alsof zij zelf de zon en de sterren waren, waaruit alle schepselen leven, alzo gaat de Heilige Geest uit van de Vader en de Zoon. Merk nu op het diepe geheimenis. Alle sterren, die men ziet en niet ziet, stellen de kracht van God de Vader voor; uit deze zelfde sterren is de zon geboren, die het hart is van alle sterren. Nu gaat van alle sterren de kracht uit, die in iedere ster in de diepte aanwezig is; de kracht, de hitte en het licht van de zon, ook in de diepte, en in deze diepte de kracht van alle sterren in eenheid met het licht der zon en de hitte der zon, een bewegende werking, van een stof of een geest, alleen hier is geen verstand, want de Heilige Geest is het niet; zo hoort ook het vierde element tot een natuurlijke geest. Nu is in de ganse diepte des Vaders, buiten de Zoon, niets, want de grote, onmeetbare en onnaspeurlijke Kracht des Vaders en de ondoorgrondelijke kracht en het ondoordringbare Licht van de Zoon, veroorzaakt een levende, volkrachtige, alwetende, alhorende, alproevende, altastende en alvoelende Geest, waarin alle kracht en wijsheid is, zo als in de Vader en de Zoon. Zoals in de vier elementen de kracht en de glans van de zon en alle sterren verborgen is, zo is dat ook in de diepte des Vaders, en dit is eerst recht de Heilige Geest, die de derde zelfstandige persoonlijkheid is in het Wezen van God.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[31] Als nu de geboorte der krachten het water des levens proeft, dan gaat zij sidderen van liefdesvreugde, en dat zelfde sidderen of bewegen, hetwelk uit het midden der geboorte opstijgt, is bitter, want zodra het water des levens de geboorte binnenkomt, stijgt het snel als een vreugde­sprong der geboorte omhoog.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] Is het licht in een of ander schepsel of op een of andere plaats uitge­doofd, dan komt de strenge geboorte, die in de binnenste kern van het licht verborgen ligt, naar voren. Dat is nu het ene deel. Het andere deel of aanzicht is het licht, dat uit alle krachten steeds weder geboren wordt, en wederkerig alle krachten van den Vader doorstraalt, en de oorsprong van alle krachten is. Men onderscheidt het echter als een afzonderlik aanzicht van den Vader, omdat het de geboorte van den Vader niet begrijpen kan en toch des Vaders Zoon is, die steeds weer uit den Vader geboren wordt. Hier hebt gij een voorbeeld voor alle aangestoken lichten in deze wereld, denk daar over na!
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[21] De Heilige Geest gaat uit van de Vader en van de Zoon en is de derde zelfstandige persoonlijkheid in het Goddelijk Wezen. Deze is de beweeglijke geest in de Vader en gaat van eeuwigheid tot eeuwigheid van de Vader en de Zoon uit; Hij vervult de Vader; hij is niet kleiner of groter dan de Vader en de Zoon. Zijn werkende kracht vervult de Vader. Alle dingen in deze wereld zijn gemaakt naar het voorbeeld van deze Drie-eenheid. Gij blinde joden, Turken en heidenen, opent de ogen uwer ziel. Ik moet u aan uw lichaam en over alle natuurlijke dingen bewijzen, aan mensen, dieren, vogels en wormen, zowel als aan hout, stenen, kruid, loof en gras, dat alles gemaakt is naar het voorbeeld van de heilige Drie-eenheid van God. Ge zegt: God is één enig Wezen, God heeft geen Zoon. Opent nu uwe ogen en bezie u zelve; een mens is naar Gods beeld en uit deze drievuldige kracht Gods geschapen. Beziet uw inwendige mens; dan zult ge dit helder en duidelijk kunnen waar­nemen, als ge geen dwaas zijt. Merk op: in uw hart, aderen en hersenen zetelt uw geest; in al de krachten, die zich doen gelden in uw hart, uw aderen en uw hersenen en die uw leven uitmaken, openbaart zich God de Vader. Uit dezelfde kracht verheft zich het Licht, dat ge aan­schouwt, opdat ge zien en weten zult, wat ge te doen hebt; want het Licht is in uw gehele lichaam, en dit beweegt zich in de kracht en de kennis van het Licht, want het lichaam helpt alle leden in de kennis van het Licht. Dit beduidt God de Zoon. Wanneer, zoals de Vader de Zoon uit Zijn Kracht geboren doet worden, en de Zoon in de Vader uitstraalt, zo doet ook de kracht van uw hart, uw aderen en uw hersenen een Licht te voorschijn komen, dat zich in al uw krachten openbaart en in uw gehele lichaam. Open de ogen uwer ziel en denk er over na, zo zult ge het vinden. Merk nu op: zoals van de Vader en de Zoon de Heilige Geest uitgaat, zo gaat uit de krachten van uw hart, uw aderen en uw hersenen datgene uit, wat in uw ganse lichaam woont en werkt, en uit het Licht dat in u is, gaat wijsheid, verstand en kunst uit, welke het gehele lichaam beheersen, en ook is daarmee alles wat buiten het lichaam is, te onderscheiden. En deze beide zijn in uw gemoed als één: uw geest, en dit is als God de Heilige Geest. En de Heilige Geest uit God beheerst ook uw geest, anders zoudt ge geen kind des Lichts zijn, maar een kind der duisternis. Want door dit Licht, dit verstand en deze beheersing is de mens te onderscheiden van het dier en hij is een Engel Gods, hetgeen ik duidelijk wil bewijzen, als ik zal schrijven over de schepping van de mens. Daarom: let uitdrukkelijk op de ordening van dit boek; en ge zult er in vinden wat uw hart verlangt of ooit maar zou begeren. Zo vindt ge in één mens drie bronnen: ten eerste de kracht in uw gemoed; deze vertegenwoordigt God de Vader; dan het Licht in uw gemoed, dat vertegenwoordigt God de Zoon, ten slotte gaat vanuit al uw krachten en uit het licht dat in u is, een geest uit, die wijs is en dat is uw ziel, en ook de Heilige Geest die van de Vader en de Zoon uitgaat. Het lichaam echter, of het dierlijke vlees des mensen, is als ‘t ware de dode, verdorven aarde, die de mens, door zijn val, zelf zo gemaakt heeft, wat ik hierna zal beschrijven. Zo vindt ge ook de Goddelijke Drie-eenheid terug in de dierenwereld; want zoals de geest van een mens ontstaat, zo ontstaat hij ook bij het dier en daartussen is geen verschil. Alleen dit is het enige verschil, dat de mens uit het beste van de natuur door God is geschapen naar Zijn Beeld en Gelijkenis en God regeert in de mens met Zijn Heilige Geest, zodat de mens spreken, begrijpen en onderscheiden kan. Het dier is evenwel uit de wilde natuurdrift van deze wereld voortgekomen, de sterren en elementen hebben de dieren geboren doen worden door hun bewe­gingen naar de Wil van God. Zo ontspringt ook de Geest in vogels en wormen en heeft alles zijn drievoudige oorsprong naar het voorbeeld van de goddelijke Drie-eenheid. Zo ziet ge ook de Goddelijke Drie-eenheid gereflecteerd in hout en stenen, zowel als in kruid, loof en gras, hoewel dit alles aards is. Ook brengt de natuur niets voort, wat het ook moge wezen in de wereld, (en al zou het slechts één uur leven), of het is naar het voorbeeld van de goddelijke Drie-eenheid gemaakt. Merk nu op: In hout, steen of kruid zijn drie factoren en er kan niets ontstaan of groeien, wanneer een van deze drie factoren zou ontbreken. Ten eerste is daar de kracht, waaruit een bepaald lichaam of voorwerp ontstaat, of het nu hout, of steen of kruid is; ten tweede is in het voorwerp of lichaam aanwezig een sap, een vocht; dat is het hart van dat voorwerp; ten derde is er een opborrelende kracht, reuk of smaak; dat is de geest van dat voorwerp of lichaam, waardoor het groeit en toeneemt. Wanneer nu van deze drie factoren een ontbreekt, kan géén ding zijn gewone bestaan hebben. Alzo vindt ge de Drie-eenheid van het Goddelijke Wezen in alle dingen terug, ge moogt zoeken, waar ge ook wilt; en niemand moet in zijn verblinding menen, dat het anders is, of denken, dat God geen Zoon of geen Heiligen Geest heeft. Dit zal ik naar voren brengen, als ik over de schepping zal schrijven en het duidelijk en klaar bewijs, want ik schrijf geen andere meesters na. En al zal ik ook vele voorbeel­den en getuigenissen van de Heiligen Gods hierin bespreken, zo is me dit alles toch door God in mijn binnenste geopenbaard, zodat ik het ontwijfelbaar geloof, erken en zie, niet naar het vlees, maar in de Geest, door den drang van God in mijn wezen. Dat moet ge niet zó verstaan, dat mijn verstand groter zou zijn dan dat van alle anderen, die daar leven; maar ik ben een twijg des Heren, slechts een klein en gering vonkje uit hem geboren, en Hij mag mij plaatsen, waar Hij wil; ik kan Hem dat niet verhinderen. Zo ook is dit niet mijn natuurlijke wil, die ik met eigen krachten vermag te volbrengen, want als de Geest aan mij onttrokken werd, zo zou ik mijn eigen arbeid niet meer kennen of begrijpen, en zou mij aan alle kanten tegen de duivel moeten verweren en zou aan verleiding en noodlot onderworpen zijn; zoals alle mensen. Maar gij zult in de volgende hoofdstukken de duivel spoedig ledig zien staan; zijn hovaardigheid en schande zullen ten toon gespreid worden.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] Hij beweegt in alle krachten en is de geest van het leven, en de krachten kunnen hem niet meer grijpen of pakken; hij steekt de krachten aan en maakt door zijn bewegingen vormen en beelden, en formeert ze naar de aard, als de worstelende geboorte ter plaatse is.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43