Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5122 resultaten - Pagina 39 van 342

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[2] Maar zoëven zei ik onder andere ook tegen u dat Hem, de goede Heiland uit Nazareth, ook zon, maan en al de sterren moesten gehoorzamen, omdat Hem zelfs de engelen uit de hemel gehoorzamen. Ik merkte dat er toen onder u een paar glimlachend het hoofd schudden en daarmee in zeker opzicht zeggen wilden: 'Beste kind, nu ga je in je kinderlijke verbeeldingskracht wat te ver, want de zuivere engelen van de hemel gehoorzamen alleen maar aan God en anders niemand in de gehele oneindigheid!' Maar ik zeg u dat het toch is zoals ik het u heel eenvoudig verteld heb.
Hoofdstuk 242: Het wonder met de steen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De ONDERVRAAGDEN zeggen: "Nou, voor een mens van vlees en bloed - net als wij allen!"
Hoofdstuk 242: Het wonder met de steen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als jullie echter de waarheid gevonden hebben, neem die dan aan en blijf daarbij, en denk en handel daarnaar, dan zullen jullie daadwerkelijk Gods kinderen zijn, terwijl jullie nu zeggen dat jullie Gods kinderen zijn, zoals alle Joden dat zeggen, maar in je hart nog niet eens gelooft dat er een God is!"
Hoofdstuk 244: Het antwoord van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] ALLEN zeggen: "O heer, wie u ook bent, deze goddelijke raad kon alleen maar een god aan, u geven! Waarlijk, zo bereiken wij het goede doel voor ons en met minder voor onze ouders. O gelukzaligheid, hoe zoet is uw smaak, en hoeveel wijzer is het grote Rome dan ons zeer slechte Jeruzalem! Oude waard en vader van dit huis, ga en breng ons ter ere van deze verblijdende mededeling nog wijn, want nu moeten alle aanwezigen daarop drinken! Wij zijn in één klap uit de hel in alle hemelen terechtgekomen. De blinde Joden wachten nog steeds op een beloofde Messias, die hen van het juk van de Romeinen bevrijden zal. En zie wij hebben juist hier in jullie, beste Romeinen, de echte en alleen war~ Messias van alle mensen gevonden! De zuivere waarheid is de echte Messias van alle mensen. En die is in jullie midden, en zo zijn jullie, omdat je de volle en zuivere waarheid onder en in jullie hebben, de enige en ware Messias van alle zuivere en rechtschapen denkende Joden. Maar ook van alle mensen wier harten door allerlei oude, waardeloze en door en door verdorven voorschriften en daarvan afgeleide nog slechtere wetten gevangen gehouden worden. Oude waard, ga, ga, en laat ons nog een wijn drinken op het welzijn van onze verlossers en Messiassen!"
Hoofdstuk 239: Julius vertelt het plan van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Toen ik voor het eerst hoorde over de bewuste Heiland uit Nazareth, begon ik heel innig tot de God van Abraham, Isaäk en Jacob te bidden, dat Hij de Heiland ook naar het zeer ongezonde Genezareth zou willen laten komen. En zie, ik werd weldra verhoord, want de Helland uit Nazareth kwam al vlug daarna naar Genezareth. En men zag een Heiland zonder medicijnen en vroeg zich heimelijk af: 'Hoe zal hij nu al die zieken genezen?' Maar Hij overtuigde ons maar al te gauw dat Hij slechts hoefde te zeggen: 'Ik wil, wees gezond!' en zie, in een oogwenk werden allen met wat voor verschillende geneeslijke of ongeneeslijk verklaarde ziekten zij ook behept waren, bliksemsnel zodanig genezen. dat er bij hen ook geen enkel spoortje meer van te ontdekken was, dat ze ooit ziek geweest waren! Lammen, blinden, doven, kreupelen, bezetenen, jichtlijders, melaatsen en nog vele met honderden andere kwalen behepten, dat maakte voor de Heiland niets uit, Zijn woord en wil genas hen allen. Julius, een Romein, is met honderden anderen daarvan getuige geweest.
Hoofdstuk 240: Het getuigenis van Jarah over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De FARIZEEËN zeggen, terwijl ze grote ogen opzetten over de beschrijving van Jarah: "Bijzonder veel nieuws heb je ons niet verteld, want dat en nog meer is ons over hem reeds ter ore gekomen toen wij nog in Jeruzalem waren. Omdat zulke buitengewone geruchten over hem ook al door geheel Israël bijna net zo gewoon zijn als, zeg maar, het dagelijkse brood, zijn er al meer informanten door de tempel uitgezonden om deze man op te sporen en in de tempel te brengen. Daar zouden hem dan zeker in de eerste plaats voorstellen gedaan worden om zijn wonderbare kennis en eigenschappen alleen te wijden aan het belang van de tempel. Pas als hij zulke voorstellen af zou wijzen, wat van hem zeer zeker te verwachten zou zijn, omdat hij tevens een zeer goede, liefdevolle en buitengewoon wijze man moet zijn, wel, dan zou hij in ieder geval aan het kortste eind trekken en een diepe en solide kerker niet kunnen ontlopen, tenzij hij werkelijk almachtig was. Want de tempel is nu zo slecht geworden, dat nu niet de mensen, maar de satan heel goed nog tien volle jaren daar les in slechtheid zou kunnen nemen om alle schandelijkheden van de tempel geheel te leren en praktisch uit te oefenen.
Hoofdstuk 241: Het oogmerk van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Maar bij jullie is dat beslist niet het geval, omdat jullie intelligentie al te veelontwikkeld werd door het vele samenkomen met ons Romeinen en Grieken. Want wij zijn thans waarschijnlijk op de goede aarde wel het volk met de meeste ervaring en ontwikkeling, ondanks alle verwijten dat wij niet geloven aan de door jullie gepredikte alleen ware God van Abraham, Isaäk en Jacob. Als wij echter jullie de vraag zouden stellen of jullie echt zo muurvast geloven, als dat volgens jullie woorden en ceremoniën te verwachten zou zijn, dan zullen jullie verkeerde en slechte daden, ook al is het niet door jullie mond, die altijd slechts een echo was, het antwoord luid uitspreken en zeggen: 'Wij geloven helemaal niets, wij huichelen slechts een geloof voor het domme volk en laten ons voor die huichelarij, die wij uitermate goed verstaan, wel zo dik mogelijk betalen!' Als ik dan ons geloof aan jullie God, met dat van jullie vergelijk, geloven wij duizendmaal meer dan jullie!
Hoofdstuk 244: Het antwoord van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] De Heer laat dat toe opdat de mensen die daar te eniger tijd komen, zichzelf ervan kunnen overtuigen dat het precies zo is als ik jullie heb voorspeld. Maar die mensen zullen jullie uiteindelijk zelf, door middel van jullie nakomelingen, op moeten voeden. Want voor volken die op een lage trap van de geestelijke ontwikkeling staan, wekt de Heer nooit een eigen grote profeet op. Hij laat hen, dat wil zeggen de onontwikkelde volken, door de voornaamste volken van deze aarde, die eigenlijk alleen maar door de openbaringen het eerst zijn ontwikkeld, in zekere zin verder opvoeden, waarvoor de Heer Zijn zeer wijze redenen heeft.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Meteen daarna komt een WACHTMEESTER uit de richting van de zee, waar de bekende misdadigers werden gevangen gehouden, en zegt tegen Julius: "Heer en gebieder! Het is niet meer uit te houden met de vijf roofmoordenaars. Zij slaan zulke verschrikkelijke taal uit en gaan daarbij zo ontzettend te keer, dat alle soldaten daarover ontzet zijn en enigen van hen, vanwege de verschrikkelijke en zeer brutale lasteringen, nauwelijks er vanaf gehouden kunnen worden om zich onverhoeds aan de misdadigers te vergrijpen. Want zij zeggen: 'Wij willen liever sterven dan zulke ontzettend boosaardige en brutale laster nog langer geduldig aan te horen!"'
Hoofdstuk 4: De nieuwsgierigheid der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] JULIUS zegt: "Nu, weet dan, dat Hij het is aan wie de gehele natuur en alle machten van de hemel dienstbaar zijn, - Hij is de beroemde Heiland uit Nazareth! Over Hem getuigde voorheen dat meisje en de engel gehoorzaamde op Zijn wenken toen hij jullie dat proefje van zijn macht toonde. Maar nu jullie dat weten, moet je mij eens zeggen wat jullie nu willen en zullen doen!"
Hoofdstuk 5: Julius dreigt de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar opeens moet hij ontwaakt zijn en zo wijs geworden, dat men met zekerheid kan zeggen dat de wereld nog nooit een wijzer mens heeft gedragen!
Hoofdstuk 6: Gesprek tussen Julius en de Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Omdat echter -dat wil zeggen volgens onze Romeins theosofische begrippen -het erkende zuiver goddelijke, hoe en waar het zich ook maar uit, vereerd en aanbeden moet worden, is het ook hier duidelijk wat wij moeten doen. Wij moeten deze mens, door wie zichtbaar en tastbaar de totale, almachtige geest van God werkzaam is, heel anders behandelen dan wij onderling van elkaar gewend zijn, dat zal jullie toch zeker wel volkomen duidelijk zijn!?
Hoofdstuk 6: Gesprek tussen Julius en de Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar JULIUS zei: "Als je mij de waarheid kunt en wilt zeggen, hoef je helemaal niet erover na te denken hoe en wat je zult zeggen. Probeer je me echter met schijnbare waarheden te sussen, dan vergis je je erg, want ik onderken maar al te goed het verschil tussen een sluw verdichtsel en de zuivere waarheid. Ik wil jullie daarom waarschuwen: Pas op, dat jullie niet door de mand vallen! Op de een of andere manier krijg ik nog steeds de indruk dat men jullie nog lang niet volledig kan vertrouwen, want jullie zijn, lijkt mij, eens en voor al gezalfd met alle satanszalven. Wie op jullie woorden vertrouwt, maakt gemakkelijk zichzelf tot verrader van eigen zaak. Alles wat jullie gezegd hebben, kan, gezien jullie door en door slechte inborst, alleen maar een maskerade zijn. Maar wee jullie dan, want van er vandoor gaan zal geen sprake meer zijn nu ik zelf alles scherp in de gaten houd! Spreek nu dus de zuivere waarheid, of het vergaat jullie slechter dan die vijf roofmoordenaars, die buiten aan de oever van de zee aan stevige palen zijn vastgebonden! Kom dus zonder dralen met de volle waarheid voor de dag!"
Hoofdstuk 5: Julius dreigt de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] De FARIZEEËR zegt: "Hoge gebieder, alles wat u zegt is zo overtuigend goed en waar, dat wij niets anders kunnen zeggen dan dat Ieder mens met een beetje geest, door één uur met u te verkeren, zichtbaar meer voor zijn hoofd en voor zijn hart wint, dan wanneer hij honderd jaar lang de domheden van de tempel aan zou kunnen horen, die uit niets anders bestaan dan loze kreten.
Hoofdstuk 7: De geloofsdwang van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Er wordt daar wel veel gekletst en nog meer geblèrd, maar dat is net zo zinvol als dat men tegen iemand zou zeggen: 'Vriend, was mijn handen en voeten maar Iet wel goed op datje ze absoluut niet nat maakt!' -En bij onze lessen die in de tempel gegeven worden, wordt uitdrukkelijk geëist dat men ze heel aandachtig aanhoort en doet wat daarin gezegd wordt. Maar waarom het moet en welke betekenis achter de gegeven les schuilt, daarmee mag niemand zich bezighouden, -want dat zijn geheimen van God waar niemand, behalve de hogepriester slechts onder het zegel van strenge geheimhouding, iets naders over mag weten.
Hoofdstuk 7: De geloofsdwang van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...