Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

7380 resultaten - Pagina 39 van 493

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[3] Wel zijn er door de macht van zijn woorden en werken al behoorlijk veel Farizeeën bekeerd, maar wat heeft hen dat alles gebaat? Tenslotte kwamen zij echt in een duivelse situatie ten opzichte van het tempelbestuur en moesten ook gaan liegen dat het gedrukt stond, om in het tempelbestuur weer met enige behaaglijkheid te kunnen leven en bestaan. Want het oude tempelbestuur is en blijft nu eenmaal puur duivels, en daar is niets mee aan te vangen.
Hoofdstuk 241: Het oogmerk van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] De FARIZEEËR antwoordt: "Heer, waar u ook vandaan mag komen, uit Caesarea of uit Genezareth, dat is mij hetzelfde, maar dit gat van een stad is zelfs voor de duivel nog te slecht, Iaat staan voor een eerlijk mens zoals ik! Dit nest ziet mij in mijn gehele leven niet meer voor de tweede keer. Daar huist een zeker Romeins hoofdman Julius. Dat is genoeg, want met die naam is alles, wat maar ooit tot de satan kan behoren, al gezegd. Wie van al de sterfelijken hem ooit ontmoet heeft, heeft ook de satan persoonlijk Ieren kennen. Persoonlijk heb ik hem weliswaar nog nooit ontmoet, maar van zijn bevelen heb ik een proefje gehad en daaruit constateer ik dat zijn persoonlijkheid precies zal lijken op zijn onmenselijke bevelen.
Hoofdstuk 236: De uitoefening der naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Tenslotte bracht er EEN, die nog wat wijn in zijn beker had, als volgt, een dronk uit op de gezondheid van de wijze Nazareeër: "Ook hij, die wij zochten, maar tot onze spijt nergens konden vinden, zal wat ons betreft voor altijd leven, als hij nog ergens leeft en in veiligheid is. WIJ zullen zijn leven, dat een zegen voor de mensen is, in eeuwigheid niet belagen. - Oh, zou hij zich door ons hebben laten vinden dan zouden wij hem over de tempel zulke dingen verteld hebben, dat, als hij er ook nog maar iets van verwachtte, hij net als wij er zeker nooit meer naar zou verlangen! Omdat wij hem echter niet konden vinden, brengen wij hem, de goede lichaams- en zielearts uit Nazareth deze heildronk!"
Hoofdstuk 240: Het getuigenis van Jarah over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] En zie! Op de dag dat Sardis werd veroverd, stormde een woedende Pers op Croesus af om hem neer te slaan. Toen maakten vrees en angst de tong van de zoon los en de zoon sprak: 'Mens, dood Croesus niet!' Dat was het eerste wat de stomme zoon zei en hij kon verder zijn leven lang spreken.
Hoofdstuk 1: Het orakel van Delhi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] De ENGEL zegt: "Zeker niet, alles is zoals je het nu zo voortreffelijk hebt belicht. Daarom moeten de dertig er alles aan doen om te leven zoals deze broeders hun dat straks zullen uitleggen, dan zullen zij al gauw in alles onze broeders worden.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] God geeft geen engel en geen mens, die eigenlijk ook een aankomende engel is, méér dan een volmaakt eigenleven en tijdens dat leven de gaven om dit leven zelfstandig in alles zo dicht mogelijk bij Gods evenbeeld te brengen. Maar als een pasgeschapen engel of een mens de juiste wegen kent om geheel aan God gelijk te worden en ze toch niet wil volgen moet hij per slot van rekening. zijn hand in eigen boezem steken als hij steeds in de dodelijk zwakke, met op God gelijkende, staat blijft.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Al het leven kan voortdurend in een steeds volmaakter leven overgaan als het de moeite neemt om verder te gaan op de weg van de vastgestelde, goddelijke orde. Blijft het leven echter in een bepaald opzicht achter , speciaal aan het begin van de grote levensweg, wel, dan komt het ook vanzelfsprekend niet verder, maar blijft staan en verkommert uiteindelijk als een halm in de winter wanneer die, volgens Gods orde, zijn levensvrucht eenmaal heeft verloren.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] De jonge FARIZEEËR zegt: "Nee, dat durf Ik met, want Hij zou ons wel eens een antwoord kunnen geven waar je je leven lang genoeg aan had! Daarom onderdrukken wij nu ook graag onze waarschijnlijk erg ongelegen komende nieuwsgierigheid!"
Hoofdstuk 4: De nieuwsgierigheid der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hij moet alle leven van vermaak vermijden als de pest; maar daarentegen alles inzetten om door Mijn levende woord In zijn eigen hart letterlijk een nieuwe geest te vormen en om vervolgens eeuwig geheel in deze geest verder te leven in de overvloed van alle geestelijke kracht.
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] De jonge Farizeeën beginnen zich naar aanleiding van deze Introductie van Mij behoorlijk achter de oren te krabben en geen van hen weet daar een passend antwoord op. De jonge FARIZEEËR, die voorheen steeds met Julius had gesproken maar nu nog bij Mij stond, zegt echter toch na een poosje zo half en half schertsend: "Beste, goede en onovertrefbare meester! De aan ons gestelde voorwaarden kunnen op zichzelf heel goed zijn om misschien enige van uw buitengewone, goddelijk lijkende eigenschappen te verkrijgen. Maar, heel weinig mensen zullen zich daarvoor uitspreken en daartoe overgaan! En een algemeen belang kan die wens ook al niet hebben, want stel dat alle mensen uw voorwaarden om u te volgen zouden aanvaarden, dan zou de aarde er weldra zo uitzien als zij..er volgens Mozes op de tweede of derde scheppingsdag uitzag, namelijk verlaten, woest en ledig! Weet u, bekeerlingen zult u op deze manier weinig krijgen! Kleine aantallen, die zich willen onderwerpen aan het zogenaamde bespiegelende leven en in zekere zin op aarde reeds bereiken willen wat hen pas in het hiernamaals te wachten staat, zullen daartoe wel overgaan; maar alle mensen!? O God, wat zou er van de wereld terechtkomen?
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Verder weet jij, net zoals je metgezellen, dat dit aardse scholings en proefleven slechts een heel korte tijd duurt en dat daarachter meteen de eindeloze eeuwigheid begint. Weet je wel, hoe en of je na de lichamelijke dood nog een verder leven zult hebben? -Alleen Ik ben in staat om jou, net als iedereen, in ruil voor dit korte en armzalige leven, met volkomen zekerheid het eeuwige, volmaakte leven van een engel te geven.
Hoofdstuk 9: De voordelen van zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Zul je dan ook nog aarzelen om Mijn aanbod aan te nemen, terwijl Ik de enige ben die jou het eeuwige leven kan bezorgen en helemaal kan schenken? Heus, Ik vraag maar heel weinig -en geef daarvoor buitengewoon veel!
Hoofdstuk 9: De voordelen van zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik zeg jullie: De mens heeft voor het leven op deze aarde helemaal niet veel nodig; maar de trots van de mens, zijn traagheid, zijn hoogmoed, zijn zelfzucht en heerszucht vragen onbeschrijflijk veel en zijn toch nooit te bevredigen!
Hoofdstuk 10: Behoeften en het kwaad daarvan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar in de laagten, waar de in hun hart en verstand blinde mensen hun leraars en leiders en raadgevers schitterend begonnen op te smukken, hun hoofden zalfden en met kronen sierden en hen vanwege het grotere aanzien ook allerlei macht en gezag verleenden, was het uit met het eenvoudige leven en de geringe behoeften!
Hoofdstuk 10: Behoeften en het kwaad daarvan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Dan is en blijft de oude leer van Mozes voor het fysieke en zedelijke leven van de mens toch wel voor alle schepsels steeds de meest uitgebreide en in ieder opzicht de meest nuttige! Bij die leer kan men voor God en wereld, net als David, een geacht mens zijn, iets wat heel nodig is voor het handhaven der orde op aarde. Maak alle mensen maar eens gelijk, dan zul je al gauw merken waar het met de mensheid in korte tijd naar toe gaat! Een gering aantal moet wel in het bezit zijn van de geheimen van het Godsrijk op aarde; maar voor alle mensen zou dat net zoveel nut hebben, als wanneer er bij een leger alleen maar veldheren van gelijke rang zouden zijn of alleen maar gewone, ruwe soldaten zonder enige kennis van het leiden van een oorlog, dus zonder een veldheer . Heus, tegen zo'n leger zouden dan ook wat redelijk goed aangevoerde groepen oude vrouwen het op kunnen nemen!
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...