Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6869 resultaten - Pagina 40 van 458

...  28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53  ...
[12] Geef mij zonder arbeid en moeite mijn eten en drinken, dan zal mij dat tenminste gedurende mijn aardse levensduur enigszins bevredigen; maar om voor de instandhouding van dit bestaan ook nog onzinnig zwaar te moeten werken, dus lijden als een vervolgde wolf, en daarbij ook nog een God te moeten bedanken en zekere alleen voor de schepper van persoonlijk belang zijnde geboden te houden, dat doe ik niet voor al die Joodse en Griekse hele en halfgoden!'
Hoofdstuk 212: De stoïcijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik zeg: 'Het is zo: Als u geen wonderen en tekens ziet, dan is uw geloof zwak; zonder de kracht van het geloof kan er echter weinig gedaan worden tot heil van de mensen! Maar als u gelooft, dan zult u de heerlijkheid van de macht Gods in de mens zien!'
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Alle zieken, die op het erf wachtten op genezing, werden plotseling kerngezond, begonnen te jubelen en te roepen van vreugde en riepen luid: 'Wij zagen een licht ons lichaam binnengaan - en toen waren we gezond; en we voelen ons nu zo goed alsof we nooit wat gemankeerd hebben. Heil Hem, die ons zo onverwacht heeft genezen!'
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Als de genezenen de vijf Farizeeën tegen komen, vragen deze aan de jubelenden, wanneer en hoe ze genezen werden. Allen, ongeveer dertig mensen, vertellen hen in koor, hoe dat om zo en zo laat gebeurde, en dat ze een licht in hun lichaam hebben zien gaan.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kijk, als een mens alles heeft wat hij behoeft, dan voelt hij zich heel behaaglijk; hij heeft nergens zorgen over, hij doet niets, geniet overal van en vraagt zich niet af of er een God is, of er een leven is na de dood van zijn lichaam, of de mens niet meer is dan een dier of dat het dier meer is dan de mens. Bergen en dalen maken geen verschil voor hem, winter en zomer doen hem niets; want in de zomer heeft hij schaduw en verkoelende baden en in de winter heeft hij een goede verwarming en warme kleren.
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ahab zegt: 'O wijsheid, o wijsheid! Hoe hoog en waar is datgene, wat in U woont, en hoe vreselijk dom zijn wij daarbij vergeleken! Het is al eeuwenlang bewezen dat er niets ontstaat zonder een voorafgaande strijd; en toch wilde ik nu zonder meer naar de Bethlehemieten gaan om hun geest te verlichten! O ik ben toch wel het toppunt van domheid?! De Griekse wijzen zeggen toch al: 'Iedere werkzaamheid hangt van strijd af, en iedere uitwerking is daar het gevolg van!', -en ik had dat niet in de gaten! Hoe komt het toch dat ik het nu wel inzie?! .
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar Ik werd dit keer boos over de hardheid van de Grieken en zei tegen de verharde spreker, die de andere over het algemeen toch wat betere Grieken van een goede daad af wilde houden: 'Luister, verharde mens! Let op, of de grond niet wankelt, en hoe vast je dan wel staat! Er zijn er al veel geweest die ook met de stem van een superheld tegen hun omstanders geroepen hebben: 'Laat de aarde maar in puin vallen en ik zal mij zonder enige vrees op de uiteengespatte resten in de eindeloze ruimte voort laten dragen!'; maar toen daarna de aarde maar een klein beetje trilde, was de grootsprekende held de eerste die met verbluffend voetenwerk maakte dat hij weg kwam! Maar misschien deed hij dat toch niet zo zeer uit vrees om in zijn huis onder het puin begraven te worden, maar eerder alleen maar om, als de aarde echt in puin zou vallen, buiten een stuk op te pikken en daarop dan een onverschrokken rit door de oneindigheid te beginnen!
Hoofdstuk 212: De stoïcijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Kijk, de wonderbaarlijke genezing van de tweehonderd zieken heeft bijna alle inwoners van Kana overtuigd; waarom dan mij niet?! Omdat ik een echte stoïcijn ben, voor wie de gehele schepping nauwelijks een geducht standje waard is en mijn eigen persoon en het ongelukkige leven nog minder! Waarmee willen jullie mij dan straffen? Soms met de dood? Ik zeg jullie: Ik wil hem, tesamen met de eeuwige vernietiging; want voor dit smadelijke leven ben ik toch zeker geen enkele God dank verschuldigd! Of is men soms iemand voor de meest gehate gave dank schuldig?! Ik denk, dat het voor een almachtige God wel niet zo moeilijk zal zijn om een mens op de wereld te zetten! Wie zal God daarbij kunnen tegenhouden?! De te scheppen mens wordt beslist niet gevraagd of hij geschapen wil worden, zodat hij als enig rechthebbende zijn ja of nee daarover uit kan spreken; en een reeds geschapen mens heeft net zo weinig te zeggen over het scheppen van de mensen die na hem moeten komen -als iemand die nog niet geschapen is! Scheppen is dus voor een God niets bijzonders; maar voor de geschapen mens wel, omdat hij iets zijn moet waarvoor nooit zijn mening gevraagd is. Wat kan er nu ellendiger zijn dan te moeten bestaan, zonder dat ooit gewild te hebben?!
Hoofdstuk 212: De stoïcijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] In de talloze andere werelden wordt je in en uitwendig gevormd tot wat je moet zijn; maar hier laat God de uiterlijke vormgeving over aan de ziel, die haar lichaam zelf vormt volgens de ordening waarin zij geschapen is; maar iedere geest, die in de ziel geplaatst is, moet speciaal de ziel eerst vormen door het opvolgen van de hem uitwendig gegeven wetten. Als de ziel daardoor de juiste rijpheid en vorming heeft bereikt, dan worden geest en ziel een eenheid, en dan is de gehele mens compleet, een nieuw schepsel, van oorsprong altijd uit God, omdat de geest in de mens niets anders is dan een kleinste weergave van God omdat deze volledig uit het hart van God komt. Maar de mens bereikt dit niet door de daad van God, maar door zijn eigen persoonlijk handelen, en is juist daardoor een echt kind van God! En ik zeg je nog een keer heel kort:
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen Philopold bij Mij kwam, zei bij: 'Heer, ik heb ontzettend grof tegen U gezondigd; maar dat was alleen de schuld van mijn grote blindheid! Maar nu, nu U, o Heer, mij op een werkelijk wonderbaarlijke manier ziende gemaakt hebt en nu ik weet wie U bent, vraag ik U ter wille van Uw eeuwige liefde en wijsheid, of U mij arme, blinde zondaar al mijn fouten wilt vergeven die ik nu tegen U en daarvoor tegen mijn naasten heb begaan, zoals U mij dat al eerder precies hebt getoond. Als ik Uw heilige woorden opgeschreven zou hebben, - bij alle hemelen, dan zou ieder haakje zijn uitgevoerd! Maar ik geloof dat ik wel weet wat U wilt, en ik zal dat woordelijk nakomen! U heeft voor ons allen de schuld aan Kisjonah voldaan en U heeft voor niets al onze zieken zeer wonderbaarlijk genezen, en U heeft dat allemaal gedaan zonder ook maar iets vooraf te vragen, en daarom hoop ik nu, dat U een zondaar die U een gunst vraagt, niet af zult wijzen!'
Hoofdstuk 216: De laatsten en laagsten van de gehele oneindigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Nee, vriend Ahab, werkelijk, je hebt de spijker nu precies op de kop geslagen; het is zo! Wat de mens zich met zijn eigen hem geschonken krachten niet zelfstandig verschaft, dat kan en mag God hem ook niet geven zonder hem daardoor te oordelen!
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik antwoord: 'Zeker! Daarom zullen langslapers ook nooit zo bijzonder oud worden. Wie zijn lichaam in de jeugd vijf uur en als oudere zes uur slaap gunt, zal ook meestal een hoge ouderdom bereiken en lang een jeugdig uiterlijk behouden, terwijl een langslaper gauw veroudert, een rimpelig gezicht en grijze haren krijgt en er op latere leeftijd als een schim uitziet.
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Zoals het lichaam echter door te veel slaap steeds meer afsterft, net zo en nog veel sterker uit zich dat bij de ziel, als ze steeds meer nalaat om volgens Mijn woord en wil bezig te zijn.
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Leg je handen op je hart en besef, hoe het steeds maar door dag en nacht werkzaam is! Alleen van die werkzaamheid hangt het leven van het lichaam af; als het hart echter eens stil gaat staan, is het - denk Ik - met het natuurlijke leven wel gedaan!
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Zoals echter de rust van het lichamelijke hart duidelijk de dood van het lichaam is, zo is ook de vergelijkbare rust van het hart der ziel, de dood van de ziel!
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53  ...