Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1972 resultaten - Pagina 5 van 132

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Ik zeg: 'Vrienden! Jullie voorstel is balsem voor Mijn hart! Mijn zegen en Mijn genade zal eeuwig jullie deel zijn. Maar eerst zal Ik naar huis gaan en zien, met welk recht de slechte booswichten het kleine en met veel moeite verkregen bezit van moeder, Jozefs rechtmatige vrouw, hebben geroofd.
Hoofdstuk 190: De leer van het Rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[24] Ik spreek echter alleen maar over het geestelijke en niet over de materie, want het zou welonrechtvaardig zijn als men bij de weinig bezittende het kleine bezit weg zou nemen en het aan een rijke zou geven, wiens voorraadschuren en kamers toch al te vol zijn. Daarom betreft alles waarover Ik nu spreek, alleen maar het geestelijke en niet de materie, waarvoor slechts een dwingende en harde wet kan en mag gelden tot de tijd van haar eens komende ontbinding. Is dit nu duidelijk?'
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Toen richtte Ik Mij tot de berg en bedreigde de beesten. En met vele duizenden schoten ze als pijlen uit hun holen en vluchtten in zee; en zo werd de berg voor altijd gezuiverd van dit ongedierte, en voortaan werd er ook geen nog zo kleine worm meer op deze heuvel gezien.
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] En Ik zei: 'Omdat de engel maar al te goed weet, dat tussen een grote opgewektheid en de zonde, maar een heel kleine en smalle ruimte zit! Hij ziet al van te voren de moeite die hij zal hebben om jullie bij het naar huis gaan voor de zonde te bewaren, en daarom ziet hij er een beetje droevig uit. Geef hem ook wat wijn te drinken; misschien wordt hij daardoor wat opgewekter!'
Hoofdstuk 206: Het dode lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De volgende dag maakten wij, watje zou kunnen noemen, een uitstapje in een dal, dat precies tussen de beide bergketens in lag in de richting van Samaria, door welk dal tevens een hoofdweg naar Damascus liep en van daaruit verder naar alle kleine en grote plaatsen van Midden Azië, hetgeen dan ook de reden was dat de tol van Kisjonah in het plaatsje Kis een van de meest winstgevende van heel Galiléa was.
Hoofdstuk 210: Uitstapje naar Kana in het dal. (21.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] In dit dal lagen natuurlijk een groot aantal kleine plaatsjes, waar veel Joden en Grieken woonden die voornamelijk handel dreven. Het dichtst bij Kis, ongeveer twee uur lopen het dal in, lag een plaatsje, dat ook Kana heette, waarom men dan ook ter onderscheiding voor Kana in de buurt van Nazareth het achtervoegsel 'in Galiléa' gebruikte; als men alleen 'Kana' zei, dan begreep men daaronder het tweede Kana in het dal, dat al in het gebied van Samaria lag, waarom dan ook in Kis, de grensplaats tussen Galiléa en Samaria, de grote tol aan de grens was.
Hoofdstuk 210: Uitstapje naar Kana in het dal. (21.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg je, snoevende Griek met de naam Philopold, de vlieg, die zich niet zelden brutaal veroorlooft over je neus een kleine bedrijfsrondgang te maken, staat op de punt van jouw neus steviger dan jij op jouw aardbodem! Want als jouw neus schipbreuk leed, dan zou de vlieg toch nog een tweede laag hebben waar ze zich heel goed in leven kan houden, en dat is de lucht; maal waar is jouw tweede laag als de bodem onder je voeten je niet meer houdt?!'
Hoofdstuk 212: De stoïcijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Houd daar over op! Ik heb al een kleine test voor hem, die weldra werkelijkheid voor hem zal worden.'
Hoofdstuk 212: De stoïcijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Van je eigen doen en laten zal het afhangen, en je woorden en daden zullen je rechter zijn!
Hoofdstuk 217: Gedachte en wil. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Wat heeft Zijn arme, vrome en godvruchtige moeder Maria u gedaan, dat u haar toch al kleine huisje met de paar groenteveldjes van haar hebt afgenomen, haar toen nog in het openbaar hebt bespot en met de kinderen van Jozef hebt verjaagd, alsof zij de gemeenste misdadigster was?!
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Na de maaltijd werd er nog lang over gesproken; zelfs moeder Maria zegende Borus vooral, omdat hij het voor haar had opgenomen bij de overste die in feite haar kleine huishouding van haar had afgenomen.
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Kisjonah zegt: 'Vriend, wens dat maar niet! Kijk, hier heb je allemaal een beter bestaan en tevens ben je veilig voor vervolgingen, en ik geef jullie de herberg daar aan het boveneind van de grote inham helemaal in eigendom en ongeveer vijfduizend are grond er bij, en bij zo'n ruil kom je het verlies van de kleine bezitting wel te boven, en hier vandaan is het ook een halve dagreis korter naar Jeruzalem dan vanuit Nazareth.' En Joses is het daar helemaal mee eens; toch vraagt hij ook Mij om Mijn raad.
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Joses zegt daarop: 'Heer en broeder! Dat heeft vader Jozef ons al geleerd, en daarom hebben wij de kleine bezitting in Nazareth dan ook nooit als een soort eigendom gezien, maar zuiver als een voor deze korte aardse levenstijd door God geleende zaak, waarvoor we Hem ook dagelijks met Jou Zelf gedankt hebben en wij hebben Hem daarnaast ook altijd gebeden, dat Hij dit kleinood voor ons wilde bewaren voor ons noodzakelijke aardse onderhoud. Zolang het Zijn heilige wil was heeft Hij het ook bewaard; maar nu zeg ik met Job: De Heer heeft het ons gegeven, en toen Hem dat behaagde, heeft Hij het ook weer van ons genomen. Zijn wil, die alleen heilig is, geschiede, en Hem alleen zij alle eer, alle lof en alle prijs! Wat God neemt, dat kan Hij rijkelijk teruggeven. Nu, als Je aardse broers en zusters vinden we dat in orde; maar al onze werktuigen en al ons huisraad heeft men ons ook afgenomen. We dachten toch wel, dat we dat terug zouden krijgen of dat we minstens iets anders bruikbaars daarvoor in de plaats zouden krijgen.
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar voor het feit dat ze zonder mijn toestemming door mijn bergen en bossen een weg hebben aangelegd, worden ze door de Romeinse rechter, die hier in mijn huizen zijn kantoor gevestigd heeft, tot duizend pond zilver veroordeeld; twee derde daarvan is voor de keizer en één derde voor mij volgens de plaatselijke wet.'
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Juist komt de Romeinse rechter aangelopen en vraagt, wat er te doen is bij de tol, of er soms verdachte mensen verwacht worden, en of men militaire hulp nodig heeft. Het hoofd van de tolgaarders herinnert de rechter echter aan datgene, wat hij hem overdag al gemeld had.
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...