Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2924 resultaten - Pagina 5 van 195

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] En verscheidene van hen zeggen: kijk daar in de richting van de morgen, niet al te ver hiervandaan liggen bergen; wie van ons weet niet dat bergen altijd goede bronnen hebben? Laten we daar dus recht op af gaan, dan zullen we zeker zuiverder levend water aantreffen dan deze oude, door het waterrad heen en weer gezwiepte levende soep. En kijk hoe daar een hele menigte zich vanaf het grote bassin heimelijk uit de voeten maakt en in de richting van de bergen trekt. Dit is al een gunstig teken. Desondanks willen wij toch nog bij ons waterbassin blijven en kijken wat zich daar nog allemaal afspeelt.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk, daar staat juist een stel hele pientere; ze praten heel opgewekt. De een zegt: wat heb ik je gezegd? Het moment is aangebroken; de grote schreeuwers zitten nu met de handen in het haar! Ze kunnen het rad niet stoppen om er nieuwe schoepen aan te zetten, want als ze dat zouden doen, zou het water in het bassin ook stil blijven staan, zodat het voor elke dwaze roeier dan immers spoedig voor de hand zou liggen dat het geen levend water is. Ze durven het rad ook niet meer flink aan te drijven, want dan breken de enkele lekke schoepen die er nog zijn ook nog af. Maar als dit zeer zeker zal gebeuren, zeg me dan eens beste vriend, hoe zal het er daarna met het levende water uitzien? Want het schoepenloze rad zal, al draait het nog zo hard, het water niet meer kunnen rond bewegen en daaraan evenmin schijnbaar leven geven als aan de gedachten die nog niet bij ons zijn opgekomen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] Maar zie, nu merken de waterradbelanghebbenden het ook en zij schreeuwen moord en brand op hun waterradstellage! Maar het helpt niets. Ze draaien het oude waterrad krachtig rond, maar de ene vermolmde schoep na de andere vliegt eraf. Het wateroppervlak ligt aan de oevers vol met lege bootjes. Alles wat maar voeten heeft probeert bij het grote levengevende water te komen. Alleen de waterradbelanghebbenden zitten nu, zoals jullie gewoonlijk zeggen, in zak en as! Enkelen pakken de slechte, afgebroken schoepen van het rad en zwemmen zelfs zo goed en zo kwaad als het gaat, naar de gelukzalige oever. Alleen voor de hoofdbelanghebbenden zal er tenslotte nauwelijks een reddingsmiddel over blijven, want de bootjes zijn allemaal naar de oever gedreven en niemand wil er een naar hen toe sturen, zodat ze zich zouden kunnen redden door naar de oever te varen. Hun water begint geweldig te stinken en het levende water wil er niet in binnenstromen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Dat is juist, beste vrienden en broeders, zolang men nog dicht bij de oever staat, nog een heleboel voorwerpen en het vaste land om zich heen ziet en het wateroppervlak spiegelglad is. Maar wanneer men een heel eind verder is gekomen en het water steeds meer gaat golven, moet men goed oppassen om geen watervrees te krijgen en daarbij zijn evenwicht te verliezen. Maar zo stevig als het water hier is, blijft het overal; daarom proberen we onze reis te vervolgen. Houden jullie je maar stevig aan mij vast en zet geen angstige maar flinke stevige stappen, want met voorzichtige stappen zouden jullie niet veel bereiken. Zoals jullie zien is het wateroppervlak bijzonder glad en als men zijn voeten daar niet stevig op zet, kan men gemakkelijk uitglijden en vallen, en dan kost het heel veel moeite om op deze gladde bodem weer overeind te komen. Welnu, we staan stevig op onze voeten en zoals ik zie, maken jullie goede vorderingen.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Wie ziet hier niet welk een geringe tegenprestatie de Heer van deze zondares verlangt voor het verkrijgen van het hemelrijk: slechts een slok water! Zo kent ook iedere christen die maar enigszins in de Schrift thuis is, het voorval met de echtbreekster en het leven van Maria Magdalena. De schuld van de eerste schrijft de Heer tweemaal in het zand en Magdalena mocht Zijn voeten zalven en was degene tot wie de Heer het eerst kwam na Zijn opstanding! Eveneens laat de Heer ook bij de verloren zoon en bij het zoeken van het honderdste verloren schaap zien, hoe weinig Hij van een zondaar voor het verkrijgen van genade en ontferming verlangt!
Hoofdstuk 117: Hemel en hel - polariteiten in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Kijk, dat is mijn mening en voor de waarheid daarvan bied ik alles wat ik op deze wereld maar het mijne mag noemen als onderpand aan. Je hebt weliswaar gezegd dat een kind zich zonder de wil van de Vader niet over de drempel mag begeven, zelf geen spijzen mag nemen en in eenvoudige hutten moet wonen. Dat wil ik allemaal graag aannemen, maar als men als kind van God in één oogopslag alle eindeloze heerlijkheden van God kan overzien, dan zou ik toch graag willen weten waartoe men zijn voeten nog over de drempel zou zetten. Wanneer men verder in een volmaakt scheppend vermogen met God Zelf in het eeuwige centrum staat van waaruit alle talloze schepselen gevoed worden, dan zou ik wel eens de reden willen weten die iemand zouden noodzaken zichzelf van voedsel te voorzien, terwijl men in het centrum van al het leven staat. En ook denk ik dat het net zo gesteld is met de eenvoud van de woningen van Gods kinderen. Of het nu een hut is of een paleis, dat komt toch allemaal op hetzelfde neer als men in zichzelf alle heerlijkheden van God aanschouwelijk bijeen heeft.
Hoofdstuk 63: Over het wezen van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Ga verder eens op een nevelige dag naar het water en probeer dan of je van het water iets kunt ontdekken wanneer de nevel op het oppervlak ligt. Andere voorwerpen kunnen jullie op gelijke afstand nog heel goed onderscheiden, maar alleen het wateroppervlak niet omdat dit natuurlijk dezelfde kleur aanneemt als de erboven zwevende nevel. Zo zullen jullie eveneens op een gletsjer, zelfs bij zwakke nevel, van de ijsformaties zelfs onder jullie voeten niets meer kunnen ontdekken. De oorzaak daarvan moet eveneens in hetzelfde licht worden bezien.
Hoofdstuk 47: Negende verdieping. Verschil tussen wijsheids- en liefdelicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Wat kan men hieruit opmaken? De hoogtevrees heeft de zwakte in de voeten van onze goede wandelaar aan het licht gebracht, en daarom denkt hij zelfs aan het veiligheidskoord weloverwogen na over elke stap die hij zet, maar desondanks is hij toch steeds bang dat hij ongemerkt een verkeerde stap zal zetten. Zo is het ook met onze huwelijkskandidaat; op de alledaagse levensvlakte heeft hij zich heel goed kunnen bewegen, maar op deze belangrijke hoogte, waar het om de veiligheid van elke stap gaat, komt het erop aan, elke stap, dus ieder woord, op een goudschaaltje te wegen om de zaak, zoals jullie plegen te zeggen, niet in het honderd te laten lopen.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Dat de voeten van zulke bergen een zeer aanzienlijke omtrek en doorsnee moeten hebben, kunnen jullie je gemakkelijk zelf voorstellen. Nog een derde soort begrenzing van zulke woongebieden wordt hier en daar gevormd door grote en brede stromen of ook buitengewoon grote wereldzeeën, die zo'n geweldige hoeveelheid water bevatten dat jullie aarde, als ze erin zou vallen, hetzelfde effect in zo'n zee teweeg zou brengen als wanneer jullie een parel in een zee van jullie aarde zouden werpen. Het is dan ook noodzakelijk dat er op een hemellichaam, waar het plaatselijk zo buitengewoon vurig te keer gaat, ook grote blusapparaten aanwezig zijn.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[25] Maar in het Woord van de Heer staat: 'Aan de vruchten zullen jullie de boom herkennen'. Wanneer we dat weten, zal het niet moeilijk zijn om erachter te komen wat nu de werkelijkheid is van hetgeen zich reeds zo nabij voor jullie ogen heeft ontwikkeld. Probeer daarom jullie geest in verhoogde activiteit te brengen. Beschouw de voor jullie liggende wereld nauwkeuriger, haal hem steeds dichter naar je toe totdat hij zo dichtbij komt dat jullie je voeten op zijn grond kunnen zetten.
Hoofdstuk 11: Het hele universum en de hemel zijn in jullie! - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Tot nu toe was je zonder gezelschap en had je ook geen vaste grond om je voeten op te zetten. De schrale grond hier komt precies overeen met de door jou aangenomen leerstellingen, die je als nieuw-katholiek aan Mijn evangelie hebt ontleend. En Ikzelf kwam je precies zo tegemoet als jij je Mij op aarde, met behulp van je verstand, in je hart had voorgesteld: namelijk alleen maar als een zeer wijze leraar uit het verleden. Zo echter kon Ik natuurlijk niet blijven, maar Ik moest je door allerlei leringen zover brengen, dat je Me uiteindelijk uit jezelf moest zien als datgene, wat Ik eeuwig al ben en ook eeuwig zal blijven!
Hoofdstuk 40: Nieuw leven uit de Goddelijke geest begint. Aankondiging van een nieuwe vrijheidsproef op een hoger erkenningsniveau - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Messenhauser zegt: 'Maar beste vriend en broeder, nu jij toch al zo'n heldhaftige Napoleon bent, zou het dan niet beter zijn als jij voor mij en Becher eens dapper de voorhoede vormt? Als jij de meeste moed hebt van ons drieën, wees dan zo goed om onze aanvoerder te zijn. Want ware heldenmoed heeft mijn gemoed nooit gekend. Maar wat waar is, is waar, ik ben, ondanks mijn geringe heldenmoed, toch nooit erg bang geweest voor de dood. En zo is het ook nu. Maar ik voel een heel eigenaardige vrees voor dit voorvertrek, zoals kinderen die bang zijn voor spoken, voor sommige vertrekken hebben. Het is werkelijk iets heel eigenaardigs, als een niet te onderdrukken voorgevoel van grote gebeurtenissen die spoedig en zeker zullen plaatsvinden. Jullie zullen wel zien of mijn gevoel me bedrogen heeft, als we onze voeten over de drempel zetten. Het komt mij werkelijk voor, dat we daar meteen met onverwachte, grote dingen en gebeurtenissen zullen worden geconfronteerd. En ik hoop dat dit mijn vreemde gebrek aan moed een beetje bij jou zal verontschuldigen.
Hoofdstuk 55: Op ontdekkingsreis. Vreesachtige helden. De Heer en Robert komen op - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Wat zou het een pottenbakker baten als hij nog zo bekwaam in zijn kunst was, maar nooit klei op zijn draaischijf zou leggen om zijn kunde in een werkstuk om te zetten? Zo is ook het geloof een weten van het hart. Zolang het niet in werken wordt omgezet, is het als dood; de volbrachte daad geeft haar pas leven. Daarom doet het Mij echt plezier dat jullie zonder gevraagd te zijn een goede daad hebben verricht. Waarlijk, Ik zeg jullie allen: ook een teug fris water die jullie een dorstige hebt aangereikt, zal door Mij hoog worden gewaardeerd, want Ik kijk minder naar het weten dan naar het handelen!
Hoofdstuk 130: Overeenkomstige betekenis van brood en wijn. Weten en doen. Een opdracht aan de lichtblauwen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Straks zal ik nog deze steen om vergeving moeten vragen, omdat ik zolang mijn onwaardig persoon op hem heb laten rusten, anders verdwijnt hij ook nog. En als ik nu op weg ga door deze heerlijke nevelvlakten en mosvelden bij dubbele schemerbelichting, dan zal ik zeker ook dat mos eerst om toestemming moeten vragen, mijn voeten daarop te mogen zetten om verder te gaan.
Hoofdstuk 9: Verdere beproeving van bisschop Martinus' geduld en zijn galgehumor - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] De andere ouders willen echter de hardheid van het water toch niet met hun voeten uitproberen, maar keren terug naar de twee mannen in het wit. Zij vragen smekend hoe het nu met hun dochters zal aflopen en of ze nu misschien voor eeuwig verloren zullen zijn.
Hoofdstuk 81: Het verdwijnen van de kikvorsen in de zee en het op de zee wandelen van de zoekende ouders - Borems toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...