Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30449 resultaten - Pagina 5 van 2030

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] MATHAËL zegt: "Mijn allerliefste kind, daarmee stel je het geloof wel erg hard op de proef, want fysiek is er -geen mogelijkheid denkbaar . In de geest, in een soort geestelijke vervoering is zoiets wel mogelijk, en ik ben graag bereid te geloven wat je mij over de ver verwijderde, vaste sterren zeggen en vertellen wilt. Maar als je zegt 'in levenden lijve' dan kan ik dat al niet geloven en het verhaal, dat misschien op zichzelf helemaal waar en juist is, verliest veel van zijn waarheidsgehalte als de inleidende zin een pure onmogelijkheid inhoudt."
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Want als mens ben Ik mens, zoals jullie mensen zijn, maar in Mij woont de volheid van de goddelijke heerlijkheid van de Vader, die in Zichzelf pure liefde is. En niet Ik als jullie medemens zeg dat nu tegen jullie, maar het woord dat Ik nu tot jullie spreek is het woord van dec Vader, die in Mij is en die Ik goed ken, maar die jullie niet kennen. Want als jullie Hem zouden kennen, zou Mijn zending niet nodig zijn. Maar juist omdat jullie Hem niet kennen en nog nooit herkend hebben, ben Ik Zelf gekomen om Hem aan jullie te tonen en geheel te leren kennen.
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Zoals wij echter hebben gehoord~, moeten ook de tempelpriesters in Jeruzalem nu niet zo veel beter Zijn dan onze Perzische. Met de wonderbaarlijke ark des verbonds moet al sinds lang iets aan de hand zijn, want wij weten maar al te goed wanneer en waar voor de oude een nieuwe is gemaakt. Natuurlijk niet in Jeruzalem, maar bij ons zo diep mogelijk in het land der Perzen, opdat het niet verraden zou worden. Dat hielp hen echter niet zo erg veel, want zij moesten de Perzische kunstenaars voor hun zwijgen uiteindelijk tienmaal zoveel betalen dan de hele ark waard was, en de kunstenaars vertelden het later toch aan hun eigen mensen en die weer aan ons, Joden. Daarom, verheven vriend, houden wij ons rotsvast aan de leer van Mozes, hoewel daar ook dingen voorkomen die in natuurlijk opzicht toch wel pure onzin zijn. Maar niemand weet er een redelijke verklaring voor te geven en daarom breekt niemand zich er verder het hoofd over. Maar de wet en de moraal zijn in goedheid en wijsheid niet te overtreffen en niemand kan zich, zelfs in zijn helderste ochtenddroom, iets wijzers en beters bedenken!
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Wie echter geslachtsgemeenschap heeft met een ongehuwde, zondigt tegen de kuisheid, omdat zijn handeling alleen de bevrediging van pure wellust en niet het verwekken van een mens ten doel had en ook niet kon hebben, want puur verstandelijk moet hij al beseffen dat men op de landwegen geen tarwe zaait.
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[29] God vrees ik niet omdat Hij zeker te wijs moet zijn om er genoegen in te scheppen een arme, nietige worm in het stof te kwellen, die Hij, als Hij hem te lastig vindt, duizendmaal met één zuchtje kan vernietigen. God als zeer wijs wezen kan daarom redelijkerwijs van mij geen verering en aanbidding en geen liefde eisen, omdat Hij mij ongevraagd in een ellendig bestaan heeft geplaatst, dat mij door de woorden van heers en winzuchtige mensen leert hopen op een gelukzaligheid in het hiernamaals. Zo'n leer zou ik moeten aanvaarden als de zuivere waarheid, terwijl mij van alle kanten duizend en nog eens duizend ervaringen het pure tegendeel overtuigend laten zien en de grote natuur uit al haar graven luid roept: 'Mens, je hele leven duurt slechts van vandaag tot morgen!'
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] " Je hebt nu het wezen van onze aarde, de maan, de zon en de andere haar omcirkelende planeten, zo compleet als in zo'n kort tijdsbestek maar mogelijk is, Ieren kennen en je kunt over hef 'Zo en niet en onmogelijk anders' niet licht meer enige twijfel hebben. En nu kan ik je zeggen dat al de grotere en ook de kleinste lichtpunten aan de hemel niets anders zijn dan pure, ontzettend grote zonnewerelden, waarvan er sommigen nog haast ongeloofwaardig veel groter zijn dan onze zon, waarvan de grootte je bijna deed duizelen.
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MUREL zegt: "O Heer! Dat kan toch niet anders?! Want de wijn die ik te drinken kreeg, bevatte net zo min bezinksel als Uw leer en ik zeg U nu ook dat ik dit keer, en dat voor het eerst van mijn hele leven, Jesaja helemaal heb begrepen! Deze geestelijke wijn bevatte voor mij ook geen bezinksel meer en beslist ook niet voor allen die aan dit zeer rijke, geestelijke maal hebben deelgenomen. En door de nu door U, o Heer, geheel gezuiverde wijn van de profeet, heb ik nu ook U, o Heer, helemaal herkend, en ik begrijp nu hoe ook ik tot degenen behoor die op deze berg roepen: 'U, o Heer, bent onze God waarop wij wachtten en U helpt ons nu waarachtig en daardoor zijn wij nu voor eeuwig geholpen!' Maar Moab is ook behoorlijk platgeslagen, het ligt er nu bij als leeg stro en als het afval dat de wormen en de bromvliegen hebben aangevreten. 0, wat een onuitsprekelijke vreugde voor mijn ziel, die zo arm was, en zo lang naar waarheid heeft gesmacht, maar hier rijkelijk schadeloos werd gesteld voor alle moeite die zij zich voor het ontdekken van de pure waarheid zelf op de hals had gehaald!
Hoofdstuk 226: De belofte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] HELENA zegt: "Heel goed, heel goed en best, wij zullen de zaak later nog nader onderzoeken en de dader van het kwaad opsporen, die dan de gerechte straf niet zal ontlopen! Misschien is het echter ook mogelijk, dat je je bij het tellen de eerste of de tweede keer hebt vergist, en dan zou het niet netjes zijn een leerling van de goddelijke meester alleen maar te beschuldigen omdat hij uit pure verveling de tent heeft betreden. Daartoe had hij zelfs het recht, omdat niemand van ons een gebod heeft uitgevaardigd dat onze tenten door geen mens betreden mochten worden! Ga nu weer naar je plaats terug, ik zal direkt volgen en alles grondig onderzoeken!"
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Daarop rustten allen en de aangelegenheid tussen Judas Iskariot en de bewaker van Ouran's schatten, die Ouran en Mathaël toch al erg onbelangrijk vonden, was afgedaan. Beiden hadden met Cornelius en Faustus heel belangrijke regeringszaken af te handelen, want voor Ouran begon de tijd te dringen omdat hij er al ernstig over dacht met de grote waarheid die hij gevonden had terug te keren naar het volk waarvan hij koning was, en het daarmee zo mogelijk gelukkig te maken. Hij wilde koning zijn van een verstandig en wijs volk en niet van pure mensenlarven en -machines, die zich gedragen als dieren zonder kennis en zonder wil.
Hoofdstuk 8: Uiterlijke rust en innerlijke activiteit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Voor Herodes kwamen zij als geroepen, want hij broedde er al vier weken op, hoe en door wie hij op de meest veilige en geheime wijze dat buitengewone verzoek naar Rome kon laten brengen. Deze gelegenheid kwam hem nog meer van pas omdat hij met deze vijf sluwe Farizeeën heel goed overweg kon en hen ook voor de eerlijkste in hun soort hield. Toen hij naar hun brengersloon informeerde, dat anders vanaf Jeruzalem meestal niet beneden de tweehonderd pond ligt, vroegen zij niets, want wat zij voor Herodes deden, die hun ook al vele en belangrijke vriendendiensten had bewezen, deden zij ook alleen maar uit pure vriendschap!
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "O ja, heel graag, omdat deze handeling beslist noodzakelijk is om de verloren gegane lichamelijke en ook geestelijke gezondheid te herstellen! Want enerzijds verzacht het pure opleggen van de handen op zichzelf reeds de hevigste lichamelijke pijn, en bovendien veroorzaakt het meestal dat de mens die je met een onwrikbaar geloof de handen hebt opgelegd in de vaste wil hem te helpen, helderziend wordt en dan voor zichzelf de juiste medicijn kan vaststellen die, volgens zijn voorschrift toegepast, hem volledig zal genezen. Natuurlijk zal de volledige genezing niet intreden als er ergens tegen zijn voorschrift wordt gezondigd; maar als het voorschrift volledig is nageleefd volgt ongetwijfeld de algehele genezing.
Hoofdstuk 40: Het toepassen van de magnetische slaap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Want als je in het denken en in je zelf niet één kunt worden, hoe kun je dan zeggen: 'Ik heb de waarheid in al haar diepte en volheid onderkend!', - terwijl je in jezelf nog volkomen verdeeld bent en dus voor jezelf niets dan een pure leugen bent? De leugen is echter vergeleken bij de waarheid niets, zoals de donkerste nacht niets is vergeleken bij de klaarlichte dag. Zo'n nacht kent geen licht en de mens die in zichzelf een leugen is, kan geen lichte waarheid onderkennen, en daarom is bij alle wereldse mensen die nog vol innerlijke tweespalt zijn, het trek en voertouw van de waarheidsliefde zo zwak dat het reeds bij het geringste tegenovergestelde trekje door het wereldse genot buiten spel wordt gezet en dus overwonnen wordt.
Hoofdstuk 73: De zucht naar kennis en de zucht naar genot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Dat zowel Zinka met zijn mensen, als heel in het bijzonder Zorel, van pure verbazing nauwelijks durfden adem te halen, is gemakkelijk te begrijpen. Zorel spande zich in om er iets heel verstandigs over te zeggen. Hij kon echter geen woord uitbrengen omdat naar zijn begrippen, die nog erg mathematisch stereotiep waren, het verschijnsel van het snelle halen van de steen en het geweldige licht daarvan, logische onmogelijkheden waren, waar zijn ervaringen en zijn kennis machteloos tegenover stonden. Meerdere malen was hij met zijn slavinnen naar Egypte gegaan en eenmaal was hij een paar dagreizen voorbij de watervallen geweest. De afstand tot de Achter-Egyptische gebieden was hem daarom niet geheel onbekend, omdat hij met goede kamelen voor die reis tot aan de watervallen altijd vijf tot zes weken nodig had.
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Vriend, jullie Romeinen hebben een heel goed spreekwoord, dat ongeveer zo luidt: "Longum iter per praecepta, brevis et efficax per exempla!* (* Lang is de weg door middel van woorden, kort en doeltreffend door middel van voorbeelden!) Kijk, dat is hier ook heel goed van toepassing! Wacht op de later volgende voorbeelden die Ik jullie op wonderbaarlijke wijze zal laten zien! Die zullen dat wat je nu nog niet duidelijk is, duidelijk maken; de zuivere kern van de zaak zul je echter pas dan te weten komen als de pure geest van de eeuwige waarheid over jullie zal komen en jullie zal leiden in alle waarheid van de hemelen en van alle werelden.
Hoofdstuk 94: De ontwikkeling van het ziele-leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (De Heer:) "Kijk, zoals de mensen nu door eigenliefde, zelfzucht, hoogmoed en de daaruit voortvloeiende heerszucht dermate materialistisch worden dat zij zich daarvan gedurende vele duizenden jaren niet volledig zullen kunnen bevrijden, -evenzo waren er eens oorspronkelijk geschapen geesten die ook door de hun gegeven prikkel te egoïstisch, zelfzuchtig, hoogmoedig en uiteindelijk heerszuchtig werden, en het gevolg daarvan was dat zij veranderden in pure materie.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...