Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

82 resultaten - Pagina 5 van 6

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6
[15] Op gelijke wijze zijn de bewegingen van de zee (geen eb en vloed, maar alleen de golvende en stormachtige bewegingen) zoals ook alle zeestromingen afkomstig van dit ingewandsorgaan. Het zout van de zee kan ook alleen maar in het zeewater komen, als bepaalde stoffen van tevoren door het vuur opgelost en ter verzilting van de zee door talrijke organen naar boven worden gedreven. Ook alle meteorologische verschijnselen, die in de dampkring rondom de aarde optreden, zijn uit deze ingewanden afkomstig en niet in het minst ook alle vegetatieve kracht op aarde. Naast deze zijn er nog talloos vele verschijnselen in en op de aarde, die alle uit dit ingewandsorgaan afkomstig zijn; doch honderd schrijvers zouden aan honderd jaar niet genoeg hebben om dit alles op te sommen! Daarom zou het ook een zinloos en belachelijk werk zijn om al deze verschijnselen apart op te noemen en te bespreken en ook des te ondoelmatiger, omdat al deze verschijnselen uit de latere beschouwing van het geestelijke deel toch al veel gemakkelijker kunnen worden begrepen. Daarom is het genoeg dat we dit hier in het algemeen aangeven, hoewel het anderzijds toch ook niemand onverschillig mag zijn, zich vooraf over dit zeer belangrijke punt een wat diepgaandere kennis te verwerven; zonder deze kennis zal hij het geestelijke namelijk niet zo grondig kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Na de milt is de lever één van de belangrijkste organen. Ze is het afscheidingsapparaat in het dierlijke zowel als in het aardelichaam en verdient daarom evenals de milt onze bijzondere aandacht.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Dit deel van de ingewanden bestaat dus eveneens uit een grote hoeveelheid aan elkaar geregen kamertjes, die net zoals die van de milt - maar dan wat nauwer - met elkaar zijn verbonden. Naast deze kamertjes wordt de lever hoofdzakelijk doorkruist door vier verschillende soorten buisachtige vaatjes, die echter niet dezelfde vorm hebben als die van de milt, maar het zijn gelijkvormig doorlopende organen die met elkaar door nog kleinere doorgangsvaatjes verbonden zijn, zodat alle organen van dit deel van de ingewanden in een onderlinge verbinding staan.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Bij de behandeling van de natuurlijke aarde hebben we al gezien, hoe de aarde als een organisch levend wezen haar voedsel tot zich neemt, het verteert en de voedingssappen dan door talloze organen naar buiten naar de oppervlakte leidt en hoe grovere, niet verteerbare uitwerpselen naar de zuidpool worden gevoerd. Deze voeding van de aarde is alleen maar materieel voor onze ogen, maar in wezen is ze geestelijk. Want voortdurend dringen er talloze hoeveelheden geesten en geestelijke specifica van een betere soort in het binnenste van de aarde waarin de ergste geesten verbannen zijn.
Hoofdstuk 40: Het werk van de geesten binnenin de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Zo'n tijd van blijmoedigheid heerst op de aarde als de grote, liever gezegd de algemene aardeziel zich in haar nier neerzet en zich daar als het ware de nodige ontspanning en rust gunt. Terzelfdertijd wordt dan ook alles aan de oppervlakte van de aarde vredig en alles neemt een bepaald lief en zacht karakter aan. Na zo' n opwekkende tijd op de aarde volgt gewoonlijk donker en stormachtig weer, waarin weer alles een weerzinwekkend, afstotend en vaak zelfs ook een angstaanjagend karakter aanneemt. Dat gebeurt als de algemene aardziel zich weer in haar gewone aards werkende organen heeft teruggetrokken. Bij de aarde gaat het echter niet op dezelfde manier als bij de mens, die zijn ziel helemaal in zijn slaapvertrek terugtrekt. Want alleen maar een deel van de algemene aardeziel mag daar min of meer rusten, terwijl het andere deel voortdurend werkzaam moet blijven.
Hoofdstuk 13: De aarde als man en vrouw - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Heeft de ziel of de psyche in deze eerste behuizing en in zichzelf de juiste voorbereidselen getroffen, dan zorgen de geesten dat deze psyche door nieuwe, speciaal daarvoor gevormde organen uit het moederlichaam de juiste voeding en daardoor het bouwmateriaal verkrijgt voor haar toekomstig lichaam, waarin ze zal wonen en waarmee ze moet werken.
Hoofdstuk 49: De dierenziel en hoe deze door geesten wordt beïnvloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Als dan het lichaam door dit gebeuren helemaal is geregeld en alle organen zich hebben geopend, de polsslag en het verteringsproces functioneren, de zenuwen verzadigd zijn en door een eigen elektromagnetisch gistingsproces de aan de ziel nauw verwante zenuwgeest zich in de zenuwen heeft gevormd, dan komen de geesten met hun wil er weer bij, maken de banden tussen de foetus en het moederlichaam los en drijven het nieuwe wezentje uit het moederlichaam naar buiten en dat is dan de geboorte.
Hoofdstuk 49: De dierenziel en hoe deze door geesten wordt beïnvloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Als dat ook gebeurd is, trekt de ziel zich in de ingewanden terug en begint de hartspieren in beweging te brengen, zodat door die beweging de eigen heldere waterachtige sappen de organen openen door ze als het ware door te stoten.
Hoofdstuk 51: De ontwikkeling van de menselijke lichaamsvrucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Is dit doorstoten gebeurd, dan zet de ziel dadelijk de milt in werking; daardoor wordt dan bloed aangemaakt en in de kamers van het hart gevoerd en van daaruit vervolgens in de doorgestoten organen gedreven.
Hoofdstuk 51: De ontwikkeling van de menselijke lichaamsvrucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] (* De Japans natuurkundige Hedeki Yukawa kreeg in 1952 de Nobelprijs. Deze grote onderscheiding kreeg hij voor onderzoek van de atomaire meson en hij ontdekte dat de levensduur een triljoenste deel van een seconde was.), waarna zij -na hun dood -zich tot triljoenen verenigend -een tweede klasse gaan vormen. Wat betreft de grootte onderscheidt deze zich niet veel van die van de eerste klasse, maar het leven wordt al geconcentreerder en ondervindt al een behoefte tot verzadiging: ze zijn dan ook van overeenkomstige opname organen voorzien. Deze dierklasse kan men monaden noemen. De levensruimte van deze diersoort is die sfeer 1 waar de planeten om de zon cirkelen. Hun levensduur bedraagt het duizend biljoenste deel van een seconde.**
Hoofdstuk 2: De ontwikkeling uit het oerleven van de dierenwereld en de parelmossel - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] De vliegende vis voedt zich gedeeltelijk met zee-insecten, gedeeltelijk ook met insecten, die hij in zijn snelle vlucht uit de lucht vangt. Daarom is zijn inwendige opbouw ingericht naar die van een vis en die van een vogel. Hij heeft blazen in zijn buik, die hij ogenblikkelijk met lucht kan vullen en weer leeg kan maken. Hij Iaat door een kanaaltje enkele druppels water in zijn blaas lopen; hieronder bevindt zich een donker, metaalachtig uitziend weefsel, dat een temperatuur van meer dan 800 kan aannemen. Bevindt zich nu water in die blaas, dan wordt dat door plotselinge verhitting dadelijk in damp opgelost en vult de blaas met atmosferische lucht. Tijdens dit vullen, deelt de lucht zich dooreen innerlijk elektrisch proces; het zwaardere uit de atmosferische lucht zinkt als druppels vloeistof in de blaas en wordt door een eigen kanaal dadelijk naar buiten gebracht. Het lichte gas stroomt echter de vele buisjesachtige organen binnen, die door het hele lichaam lopen en brengt daardoor de vleesmassa van de vis in een goede verhouding tot zijn natuurlijk gewicht, namelijk zo, dat zijn lichaam ongeveer in evenwicht is met de atmosferische lucht. Nu spant de vis zijn vleugels en kan zo vliegen als een vogel. Daarbij geven de vinnen de richting aan.
Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van natuurzielen in het dierenrijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Is nu dit organisme -in een tijd, die evenredig is met de natuur en de grootte van de vogel geheel gevormd, dan wordt uit de maagsappen eerst een taai druppeltje zo afgezet, dat de monding van de beide in elkaar geschoven organen in het midden van dit druppeltje steekt. Daarna trekt het buitenste orgaan uit het hart waterheldere sappen aan. Deze sappen doen het buitenste, van de maag afkomstige druppeltje als een zeepbel uitzetten en vullen het al naargelang de natuur en grootte van de vogel, tot het zo groot is als een mosterdkorrel, een hazelnoot of zelfs een appel. Nu beginnen meteen uit het bloed komende sappen in dit witte kluwentje in te dringen en vormen de eidooier.
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] De zuurstof namelijk, of het zure uit het water, verbindt zich met het gelijksoortige minerale uit de stenen. Ook het bijzonder zware vet uit het gas wordt afgescheiden door een buitengewoon fijn organisch filter. Het zuivere gas echter stroomt in talloze kleine organen in de schacht van d e veer; deze organen worden van tevoren gevormd door nevenorganen uit het afgescheiden vet, vermengd met andere uit het bloed opgenomen vloeistoffen. Er bevindt zich namelijk in de schacht een zogenaamde 'ziel' of 'veermoeder', die uit vele aan elkaar gerijgde blaasjes is gevormd.
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[13] Wil de vogel nu vliegen, dan vult hij in een ogenblik deze blaasjes en ook zijn andere organen met dit gas, waardoor hij veellichter wordt. Dan breidt hij dadelijk zijn vleugels uit, verheft zich heel gemakkelijk, geeft met zijn staart de richting aan en bestuurt zijn massa behendig met zijn vleugels.
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Door dit sap vormt de boomgeest naar zijn eenvoudige intelligentie de volgens Mijn ordening voor zo'n boom karakteristieke bladeren of naalden. Is zo'n blad of naald dan volgens de orde volkomen uitgegroeid, dan worden de kanaaltjes en organen die vanaf de twijgjes daarheen leiden, langzamerhand gesloten, zodat ervan de duizenden buisjes maar één middelste wordt opengelaten en daardoor krijgt het blad dan zij n voedsel.
Hoofdstuk 6: Het leven van de boom - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6