Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22474 resultaten - Pagina 5 van 1499

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[14] Kijk, die door Mij voorziene strijd ten gevolge van het feit dat Ik de vrije wil van de mensen niet aantast, die de arm van hun liefde en derhalve van hun leven is, is onvermijdelijk, omdat Wij de mensen die zich nu in het foute en kwade bevinden en wier aantal buitengewoon groot is, niet ter wille van de leer uit de hemelen eerst door een zondvloed van de aardbodem willen laten verdwijnen, aangezien deze leer juist wordt gegeven ter wille van de zieken, doven en blinden en degenen die met allerlei kwalen behept zijn, en niet ter wille van de gezonden. Dan valt het ook gemakkelijk te begrijpen dat zich mettertijd grote gevechten en oorlogen over de aardbodem zullen uitbreiden en vooral en eerst over het oude rijk van deloden, vanwaar de leer uitgaat, en wel met zulke grote verwoestingen dat men niet meer zal kunnen herkennen waar de ene of de andere stad heeft gelegen, waar de wijngaarden, de vruchtbare akkers en rijke fruitboomgaarden, weiden en velden geweest zijn. Het zal in een woestijn veranderd worden en nooit meer tot het Beloofde Land worden, waar eens honing en melk vloeide.
Hoofdstuk 144: De betekenis van de toekomstvoorspellingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar in plaats daarvan heeft onze streek weer een andere goede eigenschap ten opzichte van deze. Hier wordt men beslist sneller naar de liefde voor de wereld getrokken dan in onze ware woestijn; en de liefde voor de wereld is niet geschikt om de goddelijke geest in de mens te wekken. Als die eenmaal gewekt is, dan schaadt ook de aanblik van zo'n omgeving als deze de mens natuurlijk niet meer!'
Hoofdstuk 148: Liefde, zachtmoedigheid en geduld zijn beter dan gerechtvaardigde ijver. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Deze prediker in de woestijn herkende in die Heiland uit Nazareth de Heer, en zijn getuigenis heeft velen de ogen geopend. Waarom zijn de Farizeeën dan blind en verstokt van hart gebleven? Zij hebben Mozes en de profeten toch ook?
Hoofdstuk 189: De genezen visser bewijst de schippers de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Wij namen de spijzen tot ons, en de leerlingen spraken met elkaar over de geschiedenis van de Israëlieten, in de eerste tijd dat ze vanuit de woestijn deze landstreek binnentrokken, en over de oorlogen die zij met de Moabieten en later met de Filistijnen moesten voeren; de waard vertelde het een en ander van wat hij wist over het ontstaan van de oude stad Pella en over de lotgevallen die de stad al overkomen waren. Ik rustte echter en sprak weinig.
Hoofdstuk 35: Het avondmaal in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Toen trad een van deze zeventien naar voren en verleidde het volk; want met de hulp van anderen goot hij een gouden kalf, vroeg het volk bijeen te komen en zei: 'Dat is ons belangrijkste voedsel, daaraan danken wij ons leven in deze magere woestijn, waar onze kudden slechts met moeite nauwelijks voldoende voedsel vinden! Laten we dit kostbare symbool hoog vereren en aanbidden! Maak nu een overvloed aan maaltijden klaar, en laten we vrolijk en opgewekt zijn rond dit symbool! Daarna moeten jullie ons als jullie legeraanvoerders kiezen, dan zullen wij eerder in staat zijn jullie naar een vruchtbaar land te leiden dan Mozes, die ons helemaal vergeten is, met zijn ark! In Egypte hebben wij van de sluwe krokodillen geleerd hoe men te werk moet gaan om een goede prooi te bemachtigen; volg ons daarom, dan zal het ons niet aan overvloedige maaltijden ontbreken!'
Hoofdstuk 52: De achtergronden van de zeventien geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Maar sta mij nog één ding toe, beste en zeer gedienstige vriend, namelijk dat ik je nog met de volgende vraag lastigval: hebben jullie deze streek nooit eerder bezocht, toen die nog een volkomen woestijn was? Want ik vind het merkwaardig dat jullie het absoluut niet vreemd lijken te vinden dat deze streek nu een uiterst vruchtbaar land is.'
Hoofdstuk 119: De ontmoeting met de karavaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Ik zei: 'Zodra jullie in Afek komen, zullen jullie wel meer te horen krijgen over de verandering van deze voormalige woestijn in vruchtbaar land. Wij weten allemaal heel goed hoe dat gebeurd is, en we kennen de machtige oorzaak van deze verandering. Maar de dag loopt zowel voor ons als voor jullie ten einde, en we hebben geen tijd meer om dat hier voor jullie uiteen te zetten.
Hoofdstuk 120: De Heer richt enkele woorden tot de karavaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Deze Jood vertelde ons, dat deze nu zo verdorde landstreek vroeger tot de meest gezegende behoorde. Maar toen de Joden geleidelijk aan steeds meer afvallig werden van hun oude en enig ware God en Hem begonnen te vergeten, trok Hij ook Zijn zegeningen van deze bodem terug, liet grote onweersstormen komen waardoor de vette aarde van deze bergachtige gebieden weggespoeld werd, en wat nog enigszins verschoond bleef van de stormen, werd door herhaaldelijke en langdurige oorlogen verwoest. En zo werd deze vroeger zo rijk gezegende streek een echte woestijn en zou dat ook blijven, zolang de mensen zich niet opnieuw helemaal tot God zouden bekeren.
Hoofdstuk 122: De Heer onthult de waard de oorzaak van het uitblijven van zijn zonen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Zie en luister: deze Messias, die nu vanuit de hoogste hemelen naar deze wereld is afgedaald, die werkelijk God en mens tegelijk is, is ook naar ons toe gekomen en heeft Zich over onze geestelijke en daarnaast ook over onze lichamelijke armoede ontfermd; Hij heeft onze woestijn gezegend en die door Zijn almachtige wil in een vruchtbaar landje veranderd.
Hoofdstuk 136: De waard onderricht de gasten over het veranderde land - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] De waard zei: 'Ik heb jullie zojuist al gezegd dat de Messias ons rijkelijk van alles heeft voorzien, ook voor ons lichaam. Wie een woestijn door Zijn wil kan laten bloeien, zal ook wel in staat zijn ons armen, die al lange tijd naar Hem hebben verlangd, van brood en wijn te voorzien! jullie eten nu echt brood uit de hemelen evenals de wijn, die ook geen vrucht van deze aarde is!'
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Na deze woorden van Mij keken de drie elkaar verbaasd aan, en de oudste zei: 'Maar, dat klinkt heel anders dan in de tempel in Jeruzalem! Waar moeten wij ons aan houden? In de tempel onderwijzen de Farizeeën en schriftgeleerden, gezeten op de stoelen van Mozes en Aäron rondom de hogepriester, en lezen en verklaren voor het volk de Schrift geheel naar de letter; maar op gezag van hun woord en hun wil wordt er geen woestijn groen en wordt er geen kaal gesteente met vruchtbare aarde bedekt.
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Deze Meester onderricht heel anders en laat zien dat wij de Schrift nog nooit naar de geest hebben begrepen, en Zijn uitspraken zijn rechtstreeks in tegenspraak met die van de tempel -maar op Zijn woord en Zijn wil bloeit de woestijn en is het gesteente daarvan bedekt met een juiste hoeveelheid vette aarde; dan moet dus ook alleen in Hem de volle waarheid te vinden zijn!
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Toen Ik in de woestijn een paar duizend mensen met weinig brood en vissen verzadigde was er ook geen gedekte tafel; als men brood en wijn van een ongedekte tafel kan eten, waarom dan ook niet enkele gebraden vissen? Laat de vissen nu dus maar op deze ongedekte tafel zetten, dan zullen wij ze eten!'
Hoofdstuk 141: De Heer voorspelt Zijn dood en Zijn opstanding De Heer in nog twee andere steden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] De bevolking zal echter in de loop der tijd sterk afnemen en zeer arm zijn; want nu is het land nog vruchtbaar, maar dan zal het een woestijn Worden, en armelijke herdersvolken zullen er alleen in de natte wintertijd schaars voer voor hun magere kudden aantreffen en niet te kieskeurig zijn om een tijdlang nu eens in de ene, dan weer in een andere van deze vele steden te wonen.
Hoofdstuk 158: De historie van de basaltstad en haar omgeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Bij hem gekomen, vroeg ik hem direct: 'Jij schijnt je in een soortgelijke toestand te bevinden als ik! Onder onze voeten niets dan een zandvlakte, waar geen einde aan komt, boven onze hoofden een meer donkere dan lichtgrijze nevel, en verder ziet men alleen zichzelf en zijn in het zand gedrukte voetstappen. Er is ook geen wind, en van water of een ander object is helemaal geen sprake. Ik dwaal nu naar aardse tijdrekening ongeveer twee jaar in deze zandwoestijn rond, en vind niets waarmee men zich zou kunnen verzadigen en zijn eventuele dorst zou kunnen stillen. Ik weet dat ik het tijdelijke verlaten heb en als een echte arme ziel in deze woestijn rondzwerf, wat ik werkelijk buitengewoon onaangenaam vind. Ik heb heel veel moeite gedaan om hier in deze wereld, die een geesten of zielenwereld moet zijn, alles te zoeken en te ontdekken waar ik in de wereld zo half en half in heb geloofd, maar niets van dat alles
Hoofdstuk 174: Belevenissen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...