Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6685 resultaten - Pagina 5 van 446

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] De engel zei: 'Omdat jouw geest daar nog niet rijp voor is en je innerlijke geest nog niet in je ziel is overgegaan! Maar iets doet je geest toch door de standvastigheid van de voor jouw ziel nog onbekende wil, en dat is de bouwen de tijdelijk instandhouding van je lichaam. Dat kan je ziel echter niet waarnemen, zoals zij ook niet waarneemt hoe haar lichaam gebouwd is, omdat haar innerlijke, zuiver van gene zijde afkomstige bouwmeester haar dat niet kan onthullen en laten zien, daar zij, zoals gezegd, nog niet rijp is.
Hoofdstuk 69: De macht van de engelen. Verhouding tussen geest en ziel. Wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De innerlijke geest werkt weliswaar onafgebroken aan het zo snel mogelijk rijp en volledig vrijmaken van de ziel, maar hij kan en mag haar niet de minste dwang opleggen, omdat een ziel op die wijze dan nog stoffelijker en onvrijer zou worden dan zij door alle invloeden van de buitenwereld ooit zou kunnen worden. Daarom werd aan de ziel in haar lichaam een eigen wil en een eigen verstand gegeven om er door onderricht van buitenaf toe gebracht te worden dat zij zich uit eigen vrije wil steeds meer los maakt van al het wereldse, en in zichzelf naar binnen kerend de steeds zuiver wordende geestelijke wegen betreedt.
Hoofdstuk 69: De macht van de engelen. Verhouding tussen geest en ziel. Wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Naargelang de ziel de steeds zuiverder geestelijke wegen daadwerkelijk bewandelt, wordt in gelijke mate dan ook haar innerlijke, zuivere geest van gene zijde één met haar. En als zij zich door haar steeds zuiverder geworden verstand en door haar daardoor ook steeds vrijer geworden wil, volledig losmaakt van al het wereldse, dan is zij gelijk aan haar geest en is daarmee één geworden, wat wij de geestelijke wedergeboorte willen noemen, en dan zal zij, één geworden met haar geest, ook terwijl ze nog in het lichaam is, hetzelfde kunnen doen wat ik nu voor jouw ogen kan doen, omdat mijn geest één is met mijn ziel.'
Hoofdstuk 69: De macht van de engelen. Verhouding tussen geest en ziel. Wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (Rafaël): 'Toen ik als mens gedurende vele jaren een lichaambewoonde, werd ik mij door de genade van de Heer bewust van deze innerlijke levensweg en ik ging deze weg met steeds grotere standvastigheid. Daardoor werden tegen het eind van mijn leven mijn geest en mijn ziel één en ik kreeg de volle macht over mijn aardse lichaam, zodat ik het net zo plotseling kon oplossen als ik nu de steen heb opgelost en eerder mijn voor jou tastbare lichaam, en er slechts zoveel van behield dat je mij met je lichamelijke ogen nog kon zien.
Hoofdstuk 70: Over het wezen van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Aan dit alles kun je toch duidelijk zien dat alle waarheid, werkelijkheid en realiteit alleen maar in het zuiver geestelijke te vinden is, en dat al het materiële alleen bestaat door de vasthoudende wil van de geest, die de materie geleidelijk kan verzachten, langzaam aan losser kan doen worden en tenslotte na kortere of langere tijd in een aan hem gelijk substantieel zielelichaam kan omvormen, al naar gelang een zielesubstantie zich tengevolge van de ook in haar ontwaakte vrije wil meer of minder blijkt te kunnen voegen naar de innerlijke, levende orde van de geest.
Hoofdstuk 74: Hoe de geest op de materie inwerkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Rafaël zei: 'Ja, m'n vriend, er zouden je nog veel meer zeer voor de hand liggende duidelijke voorbeelden gegeven kunnen worden, maar daarmee zul je het zuiver geestelijke toch niet helemaal met je natuurlijke zintuigen kunnen begrijpen. De geest, die overal de meest innerlijke kracht is, doordringt alles, ziet alles en bedwingt alles - en dat zal jouw geest ook doen, maar nog niet vandaag en ook niet morgen, maar pas wanneer alles in jou in de volle waarheid geordend zal zijn.
Hoofdstuk 75: De geest, de meest innerlijke kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Vriend, wat er gebeurde was helemaal in orde! Want zolang je niet enigszins van jezelf vervreemd raakt, ben je bepaald nog niet erg dicht bij het Godsrijk; maar als je jezelf eenmaal wat vreemd begint voor te komen, is dat een teken dat je geest binnen in je een beetje wakker is geschud en in je ziel een beetje een stap voorwaarts heeft gedaan. En omdat je dat in je leven in zekere zin voor het eerst bespeurt, is dat juist een teken dat je innerlijke geest wat meer in beweging is gekomen. En dat kun je altijd als een heel goed teken beschouwen. Dat zal je nog meerdere malen en op een steeds duidelijker manier overkomen.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Wanneer je zo iets ervaart, wees dan alleen maar blij en opgewekt, want het is een belangrijk teken dat je innerlijke geest begonnen is zich sterk met je ziel te verenigen! Want zolang je je in je alledaagse en vertrouwde gevoelens bevindt, behoor je nog tot deze wereld en ben je niet in staat om waarachtig Gods rijk te naderen. Want als de zuivere geest eenmaal in de mens ontwaakt en met zijn leven en licht de gehele mens gaat doordringen, dan begint in de mens ook een heel ander en - zeg maar geheel nieuw leven, waarvan hij vóór die tijd geen vermoeden had. En daarin ligt het grootste bewijs dat de mens, nadat het vlees van zijn ziel is afgevallen, een heel nieuw leven begint, waarvan hij tijdens zijn lichamelijk leven geen vermoeden en nog minder kennis had.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Zolang de zaadkorrel in de aarde niet sterft en uiteenvalt en zich zo ontbindt dat zijn vroegere vaste delen in de overeenkomstige vormen van de geest beginnen over te gaan, zolang ook blijft de geest werkeloos en verborgen. Maar wanneer het vlees van de zaadkorrel in de aarde zacht begint te worden en begint op te lossen, en in zijn steeds etherischer wordende deeltjes meer gaat lijken op de in de kiem wonende geest, dan begint de geest de aan hem gelijke delen te ordenen en doordringt die steeds meer, en dan treedt er -zoals je dat bij iedere ontkiemende en opgroeiende plant goed kunt zien -een totaal nieuwe bestaanstoestand in. En wat je in het klein bij een plant ziet, gebeurt ook in het groot en allesomvattend bij de mens, wanneer hij alle neigingen en begeerten in zijn ziel en ook in zijn lichaam die op de buitenwereld gericht zijn, door zijn ernstige wil in zich vernietigt en oplost, en deze in alles steeds meer gelijk begint te maken aan de innerlijke geest.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Daarop zei de raadselachtige man: 'Ik ben nog een echt en waarachtig mens, zoals er in de oertijd heel veel geweest zijn, wier levensopgave het was de innerlijke geest in zichzelf tot volle wasdom te brengen en hun ziel niet in het slijk van de stoffelijke hartstochten van het lichaam te verstikken.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Wat hebben jullie aan dit uiterlijke leven als je daarmee je innerlijke geest niet wakker, vrij en machtig weet te maken! Een mens wordt pas een mens als hij zichzelf in zijn geest heeft gevonden; maar bij jullie levenswijze gaat dat eeuwig niet, omdat jullie je daarmee alleen maar steeds verder van het doel, een waar mens te worden, verwijderen, in plaats van er ook maar iets dichterbij te komen.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Dat is dus één gezelschap dat zich in mijn nabijheid bevindt, maar niet in deze spelonk, die ik steeds helemaal alleen bewoon. Voor jullie ogen zou het in deze spelonk diepe nacht zijn; maar voor mij is het daarin lichter dan voor jullie hier op klaarlichte dag. Want als het innerlijk van de mens licht en helder geworden is door zijn eeuwige geest, die uit de ene, ware God als een licht uit het oerlicht stamt, dan bestaat er nergens meer nacht en duisternis voor de ware mens. Maar bij jullie is je innerlijke levenslicht al de diepste duisternis; hoe groot moet dan wel jullie eigen duisternis zijn! Ja, een spreekwoord van jullie geeft al aan dat jullie ook het dichtste bos door de bomen niet meer zien.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] De man zei: 'Dat zal wel moeilijk zijn voor jullie, die al te vol zitten met de hele wereld en de bekoring van haar lusten en niet eens het flauwste besef hebben van één, enige ware God. Want het belangrijkste is het kennen van één ware God en daardoor jezelf leren kennen en door de geest uit God de wetten die je precies moet houden om vervolgens tot het innerlijke, ware leven te kunnen komen. Maar dan moet je serieus met de hele wereld en haar ijdele lustprikkels breken, -en dat zal jullie bij de manier van leven die je vanouds gewend bent, heel moeilijk lukken.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Rafaël zei: 'Daarin vergissen jullie je heel erg! Als zelfs de hardste steen zich ogenblikkelijk moet onderwerpen aan de macht van de met God verenigde innerlijke wil, hoeveel te meer dan de lucht, die uit louter zielenspecifica bestaat en dus veel nauwer verbonden is met de innerlijke geest dan een grove materiële steen.
Hoofdstuk 110: De hevige noordenwind, de bedoeling daarvan. De Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: Zeker, want alle mensen moeten eerst kunnen lopen, met hun handen kunnen grijpen, met hun ogen kunnen zien en met hun oren kunnen horen, voor zij in staat zijn praktische bezigheden te verrichten. En zo moet de mens ook de doorjou genoemde voorkennis hebben, om met behulp daarvan gemakkelijker tot de ware levenswijsheid te kunnen komen. Maar daarbij moet er toch wel op worden toegezien dat de mensen deze voorkennis en het leren daarvan niet tot hoofdzaak maken, en zich niet hun leven lang bezig houden met het bestuderen van geschriften en talen, en daarbij de innerlijke vorming, die de geest in de mens wekt, vergeten; want daarin is tenslotte toch enkel en alleen de hele waarde van het leven gelegen. Want wat zou een mens er aan hebben als hij alle geschriften van de wereld kon schrijven en begrijpen en alle menselijke talen zou kunnen spreken, maar schade zou lijden aan zijn ziel?!
Hoofdstuk 126: De juiste opvoeding van kinderen, afgestemd op hun verschillende aanleg. Het belang van innerlijke vorming voor het wekken van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...