Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

151 resultaten - Pagina 5 van 11

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11
[8] IK zei: 'Je zegt dat omdat je dat nu zo ziet, maar binnen een paarjaar zul ook jij heel anders praten! Kijk eens naar de bonte afwisseling van de bloemen op de velden, al die verschillende soorten gewassen, bomen en hun vruchten, dan nog al die verschillende dieren in het water, op de grond en in de lucht, alsook alle verschillende mineralen en niet te vergeten alle verschillende soorten sterren aan de hemel! Kun jij Mij zeggen waarom er zoveel verschillende soorten en onderlinge verschillen zijn? Zegt je eenvoudige verstand niet veeleer: eigenlijk kan God Zelf daar niet zo'n wijze reden voor gehad hebben, maar Hij heeft dat enkel uit een soort goddelijke gril gedaan, omdat Hij er Zelf een bepaald genoegen in vond Zijn aarde zo bont mogelijk uit te dossen en haar dan net zo bont door elkaar te bevolken. Want waarom ziet een vijgeboom er heel anders uit dan een appel of perenboom? Waarom hebben beide vruchten niet één en dezelfde vorm en niet één en dezelfde smaak?
Hoofdstuk 152: De grote afwisseling onder de schepselen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Daarmee was de man tevreden, ging naar zijn tent, nam plaats aan tafel, at en dronk dat het een lust was en kon de heerlijke smaak van de spijzen en dranken niet genoeg prijzen.
Hoofdstuk 40: Lazarus en Raphaël bedienen de vreemdelingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Wel, als nu alle voorwaarden voor het groeien van de meest verschillende planten, struiken en bomen volkomen gelijk zijn, dan zouden gelijke oorzaken toch ook bij alle planten, struiken en bomen precies dezelfde uitwerking moeten hebben, zowel wat de vorm, alsook de smaak en de geur betreft. En toch, wat een geweldig verschil!
Hoofdstuk 73: Het zuiver geestelijke in de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Als je de pit van een citroen fijnkauwt, smaakt hij bitter. Waar haalt de vrucht dan zijn aangename zuurheid vandaan? En hetzelfde geldt voor de hele reeks van wezens. Alles is in zijn soort hemelsbreed verschillend van het andere. Maar, hoe is dat dan te rijmen met één en dezelfde voeding? De wijnstok ziet er anders uit dan een vijgenboom, en wat een verschil is er tussen de vrucht van een wijnstok en die van een vijgenboom! Wederom legde je het zaad van een gewone pompoen en dat van een meloen in de aarde. Het eerste bracht de vrucht van een gewone reuk en smaakloze pompoen te voorschijn, en het meloenzaad beloonde je eervolle moeite met een meer dan honingzoete vrucht, en toch was er overal dezelfde aarde, dezelfde lucht en hetzelfde licht en geheel dezelfde warmte van de zon.
Hoofdstuk 73: Het zuiver geestelijke in de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Het drietal deed dat toen ook en verwonderde zich uitermate over de buitengewoon goede smaak van de spijzen en de wijn, en ze verzekerden aan één stuk door dat zij zoiets kostelijks nog nooit geproefd hadden.
Hoofdstuk 107: De openbaring in Indië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De heuvel was in totaal slechts ongeveer dertig manshoogten hoger dan het gehucht Emmaüs en had bovenop een grote, open plek, die rijkelijk met gras begroeid en in noordelijke richting enigszins bebost was. Vrijwel in het midden van de open ruimte bovenop de heuvel verhieven zich enkele rotsblokken boven de grasbodem, die één tot twee manslengten hoog en van alle kanten goed te beklimmen waren. Bovenop deze rotspartij had Nikodemus een naar de smaak van die tijd en die plaats heel sierlijke, ruime hut laten bouwen, van waaruit men net als op de Olijfberg een heel mooi vergezicht had.
Hoofdstuk 143: Op de heuvel bij Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Daarop gingen Nikodemus, Jozef van Arimatea en nog enkele anderen dadelijk naar de mooie boom, plukten enkele vijgen van de takken, aten ze met groot welbehagen op en prezen de goede smaak. Toen gingen ook de Farizeeën erheen en aten ook van de werkelijk heerlijk uitziende en zeer aanlokkelijke vijgen en hadden geen woorden genoeg om de heerlijke smaak te prijzen.
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Jullie weten ook dat zout het belangrijkste en beste middel is om de smaak van het voedsel te versterken; wanneer het zout zelf echter smakeloos is geworden, waarmee moeten de spijzen dan gezouten worden? Jullie zijn nu een echt zout voor het leven van de mensen; waak er echter voor dat jullie niet ook flauw worden, zoals de Farizeeën en schriftgeleerden flauw zijn geworden waardoor zij de mensen met hun flauw geworden zout niet aanzetten tot het eeuwige leven, maar enkel bederven tot de dood!'
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Als je daar nu wat verder over nadenkt, zul j~ jezelf zeker moeten afvragen: 'Hoe kunnen precies dezelfde krachten eigenlijk steeds de meest verschillende resultaten opleveren?' Ik zei je weliswaar dat alle oneindig vele zielesubstanties eerst in de ether, dan in de lucht en in het water aanwezig zijn; maar zelfs het scherpste oog en de allergevoeligste smaak en reukzin kan in géén van de algemene oerelementen ook maar iets vinden van de smaak of geur van enige plant en van haar zoete, zure of bittere vrucht -om over haar vorm en kleur maar niet te spreken. Wel, hoe komt het dan dat vervolgens ieder verschillend zaadje uit dezelfde aarde, hetzelfde water, dezelfde lucht, hetzelfde licht en dezelfde warmte alleen maar die oerstofsubstanties aantrekt en in zichzelf op zijn wijze belichaamt, die het als steeds hetzelfde en onveranderde zaad, al vele duizendmaal duizenden jaren geleden heeft aangetrokken en belichaamd?
Hoofdstuk 73: Het zuiver geestelijke in de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Deze dertig mannen kwamen uit Cairo in Egypte en behoorden ook tot de joodse stam; maar hun voorouders waren al in de tijd van de Babylonische ballingschap naar Egypte gevlucht, en zodoende hadden deze dertig mannen nog enige kennis van Mozes en enkele profeten en hielden de dag van Mozes, als ze zich onder joden bevonden -maar voor zichzelf geloofden ze meer in de priesters van Egypte, in hun mysteriën en wetten. Daar zij meenden zich hier onder veel joden te bevinden, wilden zij de dag van Mozes dan ook eren en gedurende de hele dag vasten; maar toen ze zagen dat op onze tafel brood, wijn en allerlei andere spijzen stonden, lieten zij zich ook onmiddellijk brood en wijn geven en aten en dronken met veel smaak.
Hoofdstuk 203: De poging van de rijken (21.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Jullie hebben de meisjes en maagden, die jullie verkracht hebben tot ze bijna bezweken, de vrouwen die door jullie toedoen hun mannen ontrouw zijn geworden en jullie geschonden knapen zogenaamd 'ter genezing' hierheen gebracht; maar jullie bedoeling en wil is heel anders! De overmaat van jullie zonden heeft voor jullie in Jeruzalem inmiddels een zeer kwalijke reuk gekregen en een grote vrees heeft jullie bekropen, niet zozeer voor God, in wie jullie nooit geloofd hebben, als wel voor de wetten van Rome. Daarom zijn jullie met degenen die zich nu slecht verzorgd in de herberg aan het grote plein bevinden, hierheen gekomen en willen nu, om jullie vele meer dan grote zonden te bedekken, niet dat de door jullie ziek en ongelukkig gemaakte mensen hier genezen, maar door ons vermoord en begraven worden of tenminste naar een heel ver land onder wilde mensen en dieren verbannen worden - en Zo moeten wij voor jullie nog het sluitstuk van jullie zonden voltooien, waarvoor jullie ons een deel willen afstaan van jullie aandeel van de straatroverij, dat jullie hier in het geheim hebben achtergehouden.
Hoofdstuk 209: Roclus onthult de bedoelingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] Daarop aten en dronken wij heel welgemoed, en er werd nog menige opmerking gemaakt over de goede smaak van de spijzen, het brood en de wijn.
Hoofdstuk 213: De vrouw van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Toen stond Helena zonder moeite op, pakte bescheiden de karaf en dronk daar de wijn uit, die haar sterkte en waarvan zij de goede smaak niet genoeg kon prijzen en roemen.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Daarop aten en dronken wij heel welgemoed; de waard en zijn genezen zoon deden dat ook en prezen voortdurend de goede smaak van de edelvissen.
Hoofdstuk 56: De profetenscholen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Hierop nam de waard twee grote karaffen, evenals de opperknecht, gingen naar de genoemde kelder en troffen daar tot hun grote verbazing alle oude zakken, ongeveer honderd vijftig stuks, alle kruiken en andere vaten, die nu in goede staat verkeerden, vol met de beste wijn. Allebei proefden ze de wijn en vonden die buitengewoon goed en heerlijk van smaak. Ze vulden de vier meegenomen karaffen, brachten de wijn naar de tafel en vulden onze bekers, die al leeg waren.
Hoofdstuk 82: Het wijnwonder en de gevolgen ervan (11.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11