Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

494 resultaten - Pagina 5 van 33

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[17] Ook moet niemand zonder noodzaak ook maar het kleinste plantje vernielen, want dat zou ondankbaar zijn tegenover de grote Geest, wat ons geen zegen zou brengen. De wegen moeten schoon gehouden worden en jullie moeten er geen gras op laten groeien opdat het niet vertrapt en in de groei gestoord wordt! Doe dit alles nauwgezet en jullie zullen nooit nood lijden!
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] CYRENIUS zegt: "Heer, Uw wil is voor mij een zeer welkom gebod, en ik zal voor mijn beide schoonzoons wel middelen en wegen vinden waardoor zij zo'n plaats krijgen, dat zij voor de arme mensen zowel geestelijk als lichamelijk zoveel mogelijk van nut kunnen zijn!
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Zie je, Zinka, dat merkwaardige antwoord kreeg ik nu van de vriend en leider van mijn onbeduidende persoontje! Ik stel hem nu echter weer een vraag en zeg: 'Op de wereld zijn er ook heel veel slechte wegen, maar daar doen de mensen wat aan. Zij nemen hakken, pikhouwelen en scheppen en maken de weg begaanbaar.Waarom gebeurt dan hier zoiets niet?'
Hoofdstuk 52: Zorels ziel op de weg van de zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Buig daarom al jullie kinderen recht tijdens hun jeugd, waarin zij gemakkelijk te leiden zijn, dan zal er weldra nog maar sporadisch zo'n erg materialistische ziel te vinden zijn die het geestelijke niet zou kunnen begrijpen en zich niet gemakkelijk zou voegen naar het juiste werk op de wegen van de ware goddelijke levensorde! Denk daar goed aan; want daarom heb Ik jullie het lichamelijk omhuld worden van een ziel in het moederlichaam getoond!
Hoofdstuk 124: Over het opvoeden van kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] SIMON zegt: "Heer en Meester van de hemelen en deze aarde! Als ik, zoals ik gewend ben, vrijuit mag spreken, zal ik graag iets zeggen; maar als ik mijn woorden zorgvuldig moet wikken en wegen, geef ik niet thuis, -want dan kan ik geen woord uitbrengen!"
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Dan kijken vijf van de aan de tafel zittende Moren onder de tafel en.zien tot hun grote verbazing ieder hun eigen welbekende, vrij grote bundel en tillen die op de tafel, en dan komen er nog vier heel behoorlijke klompen goud te voorschijn, die gezamenlijk meer dan honderd pond wegen; maar in de vijfde bundel bevinden zich zeven tamelijk grote rivierstenen, waarvan Markus die naast de engel stond, dacht dat ze totaal geen waarde hadden.
Hoofdstuk 202: De oorsprong van de Jabusimbil-tempel, de sfinx en de zuilen van Memnon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Als medewerkers van het Rijk van God zal het je op jullie wegen en paden.heel vaak overkomen dat leerlingen jullie indringend gaan vragen: 'Uw leer is wel heel verheven, mooi en aangrijpend, maar van een vervulling van de belofte die u ons heeft gegeven, zien wij nog steeds niets. Wij moeten de stem van de Vader in ons horen, ja de Vader zelfs te zien en te spreken krijgen wordt ons beloofd, maar van dat alles hebben we tot nu toe nog niets gemerkt. Als uw leer waarheid bevat, moeten de aan ons gemaakte beloften uitkomen. Wij houden ons aan alles, maar merken nog steeds niets van een vervulling van de door u aan ons gedane beloften! Vertel het ons en geef ons antwoord, en zeg het ons open en eerlijk waaraan het ligt dat uw beloften aan ons niet en nooit in vervulling gaan!' -Wat zullen jullie in zo'n geval dan tegen hen zeggen?"
Hoofdstuk 240: Rafaëls vraag over de vervulling van de belofte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Cyrenius leest de volmacht, die met de handtekening van Herodes is ondertekend. In het kort luidt deze als volgt: 'Volgens de aan mij, Viervorst Herodes, door Rome voor 1000 pond zilver en 100 pond goud verleende macht over het gehele land der Joden, vaardig ik uit en beveel ik, daarbij steunend op de duur gekochte hulp van Rome, de mij en mijn instellingen zeer gevaarlijk voorkomende profeet van Galiléa te vangen en hem levend of dood bij mij te brengen. In het eerste geval zal ik hem zelf verhoren en zien wat hem drijft. Mijn uitgezonden gerechtsdienaars krijgen met deze door mij persoonlijk uitgeschreven oorkonde het volste recht de betreffende persoon op alle wegen en straten te zoeken, te vervolgen, te grijpen en in geval van verzet samen met zijn aanhang te doden en hem dan ook dood bij mij af te leveren. Ieder die hem te pakken krijgt zal hiervoor een beloning van 300 zilvergroschen worden gegeven. - Uitgevaardigd te Jeruzalem in het eigen paleis.'
Hoofdstuk 9: De spionnen van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Mensen, Iaat mij toch in alle rust mijn prooi verteren, ik doe jullie toch niets. Geef mij van jullie overvloed slechts zo veel dat ik mij datgene weer aan kan schaffen wat het kwade toeval mij ontnomen heeft, dan zullen jullie aan mij geen ondankbare bedelaar hebben! Als jullie mij echter zoals gebruikelijk helemaal niets willen geven, laat mij dan tenminste ongehinderd naar huis gaan opdat ik als een arme sater, natuurlijk via onwettige wegen, zoveel hout verzamelen kan dat ik mij een zeer gebrekkige hut kan bouwen, die in ieder geval niet slechter zal zijn dan die van een bever! Jullie zullen mij óf het een óf het ander hopelijk toestaan. Mij echter nog ellendiger maken dan ik al ben, zullen jullie toch wel niet doen! Maar als jullie zoiets met mij van plan zijn, dood mij dan liever meteen! Want ellendiger dan ik nu al ben, wil ik zeker niet worden en zijn! Want doden jullie mij niet, dan weet ik wat mij te doen staat! Ik zal mij zelf weten te doden!"
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Om zo'n bezit zal wel niemand haar benijden, en het zal opnieuw heel lang duren voor zo'n ziel uit zichzelf een verbetering van haar toestand in haar woonwereld tot stand zal brengen. Dan zullen er pure krachtmiddelen nodig zijn om haar gemoed tot leven en werkzaamheid te brengen! Pas door zeer veel noodsituaties zal zo 'n ziel tot een beeld over zichzelf komen dat er uiterst treurig zal uitzien, en aan de hand daarvan zal zij op haar grondgebied beginnen om de wegen te ordenen, waardoor zij niet meer zo gemakkelijk in de allerhoogste nood en vertwijfeling kan komen!
Hoofdstuk 237: Welke gevolgen het heeft wanneer hersenen geen geestelijk licht hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "De oude, vrome patriarchen hadden een uitstralende levenslichtsfeer die zo sterk was, dat zij 's nachts licht gaven, ook voor aardse ogen. Nadat Mozes op de Sinaï met God samenkwam, straalde zijn ziel door de gloed van zijn liefde tot God zo sterk, dat zijn gelaat overdag heerlijker en helderder straalde dan het licht van de zon op het midden van de dag, en Mozes zijn gezicht moest bedekken met een driedubbele doek, omdat de andere mensen anders niet naar hem konden kijken. Onder de mensen van deze aarde had Mozes' ziel toen de hoogste volmaaktheid bereikt, daarom moesten dan ook alle schepselen hem heel precies gehoorzamen. Hij stond op de hoogste intelligente manier in verbinding met alle geschapen wezens, vond daardoor ook overal Mijn wil, toonde die aan de blinde mensen en gaf hun ook de juiste wegen aan waarop ieder mens, als hij maar vast wil, tot volmaaktheid van zijn ziel kan komen. Hij richtte ten behoeve daarvan ook een eigen profetenschool op, die in deze tijd weliswaar nog bestaat, maar wel in de trant van de nieuwe, onechte ark des verbonds, omdat de echte Mozaïsche ark allang zijn kracht en uitwerking heeft verloren.
Hoofdstuk 262: De uitstralende levenslichtsfeer van Mozes en de patriarchen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] O gelukkig keizerrijk! Rome, mijn vaderhuls, hoezeer kun je je er in 't geheim over verheugen, dat de Heer Zijn genadig oog op je gericht heeft en ook uit jouw oude muren en burchten en hutten kinderen wil uitverkiezen! Heer, ik sta er met mijn leven voor in: Als U in plaats van hier in Rome zou zijn en voor de Romeinen zo'n teken gedaan zou hebben, dan zou er geen mens zijn die U niet de hoogste, goddelijke verering zou hebben betoond. Maar U kent Uw plan en kent Uw wegen, en het is daarom wel het beste zoals U het hebt geregeld en bepaald! "
Hoofdstuk 7: Over de Romeinse opperpriester. Kritiek op het heidense priesterdom in Rome - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Nu krijgt u bij uw goede wil echter ook nog het meest zuivere licht van de eeuwige waarheid, waardoor uw reeds van oorsprong goede wil ook de juiste wegen en ware middelen tot het bereiken van het beste resultaat moet krijgen, en van u is dus duidelijk alleen het allerbeste te verwachten! -O Heer, zegen U deze eenvoudige woorden van mij, opdat zij tot een voor alle tijden blijvende waarheid worden!"
Hoofdstuk 9: De voorspelling van de Heer over het lot van Rome en Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar jullie zijn rijke mensen, jullie kunnen van ver weg aarde laten aanvoeren en daarmee deze kleine woestenij bedekken en tot vruchtbaar land maken! Ook kunnen jullie van ver weg een zeer dure waterleiding aanleggen om het op die manier gecultiveerde grondstuk in de zomers, die hier meestal droog zijn, behoorlijk te irrigeren, en dan hebben jullie een heel behoorlijk stuk land rechtmatig in jullie bezit gekregen! Maar met die ongemotiveerde aanspraken zullen jullie bij mij eeuwig niets bereiken, .en ik zal jullie metterdaad bewijzen, dat na jullie huidige zeer onrechtvaardige verzoek altijd slechts de sterkere het recht aan zijn kant heeft! -Wat willen jullie nu doen?"
Hoofdstuk 16: De deputatie uit Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Ik zeg je dat er een tijd zal komen, dat mensen op ijzeren wegen zo snel zullen rijden als een afgeschoten pijl door de lucht vliegt; dat mensen zullen spreken met de tong van de bliksem van het ene eind van de wereld naar het andere; dat ze in de lucht zullen rondvliegen als vogels, ver weg over zeeën en landen, -en toch zal niemand hen voor magiërs en nog minder voor goden houden! Wel zullen de priesters, die er altijd zijn, steeds alles in het werk stellen om te verhinderen dat het volk op deze wijze wordt voorgelicht; maar hun moeite zal ook altijd volkomen tevergeefs zijn!
Hoofdstuk 46: Het priesterdom als vijand van het licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...