Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

476 resultaten - Pagina 5 van 32

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] Als een man echter een vrouw heeft die veel van hem verlangt en hij geeft haar zonder hartstocht, als hij daartoe in staat is, datgene, wat zij wil, dan begaat hij daar niet zo'n grote zonde mee tegen de orde van God, want de natuur van zo'n vrouw lijkt op een droge bodem, die de tuinman in de hete zomer vaker begieten moet als hij zijn planten wil behouden. Als dan de vochtige herfst komt, is de bodem vochtig genoeg. Daarbij moet deze man zijn vrouw ijverig geestelijk bewerken en vormen, en dat zal hem goede vruchten opleveren.
Hoofdstuk 71: Nog meer raadgevingen voor echtparen en rechters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] IK zeg: "Bekommer je daar maar niet om! Uiteindelijk gaat het met alles wat van boven nóg zo zuiver gegeven wordt, of het nu geestelijk of stoffelijk is, dezelfde weg. Zodra het de aardse bodem aanraakt wordt het onrein en onzuiver.
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Kijk naar een regendruppel! Geen diamant kan zuiverder zijn dan zo'n druppel, zodra hij echter de aardse bodem beroert is het met zijn zuiverheidgedaan!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JARAH zegt: "Denk daar maar niet aan, want dat is een zaak van de Heer, die de mensen afhankelijk van hun mogelijkheden verschillende genadegaven.geeft en net als een zaaier de tarwe bij hen op een geploegde akker uitzaait. Daar waar het zaad op een goede bodem valt, brengt het ook gemakkelijk en snel, veel vrucht voort. Ik geloof dat jouw hart ook een goede akker is!?"
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De onverstoorbaar nuchtere SPREKER zegt: "Beste vriend! De engel vind ik niets belangrijker dan jou en ik zal net als met jou met hem spreken en ik zal hem nog minder iets toegeven dan jou omdat hij een zalige geest is en geheel volmaakt, terwijl wij nog als wormen in het stof van de vergankelijkheid over de harde en smerige bodem van deze aarde moeten kruipen! Er is maar één waarheid en die slaat net zo goed op een engel als op de smerigste schooier ter wereld!"
Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Met deze gesel zullen de Griekse woekerhonden uit dit land worden verdreven. Want op de naakte stenen zullen zij geen tarwe, geen koren, geen gerst, geen maïs, geen linzen en geen bonen meer oogsten. Daarom zullen zij de woeste bodem verlaten en naar Europa trekken.
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] De storm neemt nu echter weer af en ofschoon de hagel is opgehouden, valt de regen nu zo dicht uit de hemel, dat het water zich op de vlakke bodem meteen tot halve manshoogte verzamelt en dan met verschrikkelijk kabaal wegstroomt, zodat zelfs de zee de geweldige toevloed begint te bespeuren, wat toch echt geen kleinigheid is. Huizen, bomen en duizenderlei andere zaken spoelen naar zee. Ook veel vee, zoals kippen, alle soorten vogels, die door de hagel gedood zijn, ontelbare varkens, ezels, koeien, ossen, schapen, geiten en hazen, reeën en herten krijgt de zee te verwerken en het zeer grote aantal vissen, dat deze binnenzee herbergt, zal zich daaraan tegoed doen, er zeer vruchtbaar van worden en zich zeer vermeerderen. Dat zal dan een goede schadeloosstelling zijn voor de arme Joden, die hier toch al niets verliezen konden, omdat zij weinig of niets bezaten. De weinige welgestelden waren in hun hart echter al tamelijk Grieks hard en gevoelloos geworden en het zal hun ziel zeker niet schaden, zich nu ook net als de anderen te gaan bezighouden met vissen en bedelen.
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Tegelijkertijd kwam ook de oude Marcus met vragen bij Mij over het avondmaal en over de door de hagel vernielde tafels en de bodem, die nog erg vochtig was, en wat daaraan gedaan zou kunnen worden.
Hoofdstuk 194: Opvattingen van de Perzen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De akker vol met onkruid laat in ieder geval nog zien dat zijn bodem goed is, want anders zou er geen onkruid op groeien. Maar aan een geheel braakliggende akker kun je dat niet zien.
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Meen je dan dat Mij ontgaan is, wat je nu hier in het geheim met je mensen hebt afgesproken? Ik zeg je: geen lettergreep is Mij ontgaan! Want Degene die het zag en wist toen jullie in groot gevaar waren, omdat Hij jullie anders geen hulp had kunnen laten bieden, ziet ook hier tot op de bodem van jullie hart! Als Hij het echter heel oprecht en goed met jullie meent, waarom willen jullie Hem. dan geen vertrouwen schenken?"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Vrienden, wij staan hier nu voor onverbiddelijke rechters! Het omstreden en door de heidenen gehate thema is de Messias, die nu al werkelijk is verschenen zoals ons van alle kanten onmiskenbaar is verzekerd. In Galiléa moet Hij Zich ergens verborgen houden tot Zijn ware, exact berekende tijd zal komen. De heidenen maken daarom jacht op Hem en alleen al het geloof aan de mogelijkheid tot ontsnappen van de grote Redder der Joden aan de harde en scherpe tijgerklauwen van de heidenen, is dodelijk! Jullie weten nu op welke bodem wij thans staan en jullie zullen daarom ook weten, wat er gedaan moet worden!"
Hoofdstuk 198: Schabbi blijft achterdochtig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zei: "Vriend! Adam en zijn eerste nakomelingen hadden tenten noch hutten, of zelfs gerieflijk ingerichte huizen. De aardse bodem en een schaduwrijke boom was alles voor hen en zij rustten heel veel nachten onder de vrije hemel en waren gezond en sterk. Zelfs geen deken voor hun lichaam konden zij maken. Een.krans van vijgenbladen ter bedekking van hun schaamte, was hun hele lichaamsbekleding en allen bereikten een leeftijd van enige honderden jaren! Thans hebben de mensen echter alle levensgemakken uitgevonden en in de plaats van één verloren aards paradijs er zelf vele honderdduizenden geschapen en kijk nu is een leeftijd van honderd jaar een wonder geworden!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maak jij, Ouran, je dus maar geen zorgen over het nachtverblijf voor deze vele gasten; de goede en gezonde bodem zal hen allen goed herbergen! Wie door slaap wordt overmand, rust op een kussen van steen heel goed uit. Als de steen onder het hoofd hem hindert, is de mens niet moe en met erg rust behoevend en dan kan hij wel weer gaan staan en aan het werk gaan!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar het water is zuiver en de bodem is ook rein, louter mooi gras. Dat is toch echt wel wonderlijk: onder het water zulk mooi sappig gras! En kijk, het gras groeit zienderogen en begint het mooie water te verdringen! Ja,ja, de hoop wordt sterker dan de kennis en de haar begeleidende vrees!
Hoofdstuk 49: De reiniging van de slapende ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Jouw twee zonen moeten echter nog één keer de oevers van de zee afzoeken! Langs de oevers drijven nog een paar lijken; het zijn een aantal arme Joden met hun vrouwen en kinderen. Ik wil niet dat zij, of ook anderen, de dood zullen vinden terwijl Ik hier verblijf. De zee is spiegelglad en de sterren schijnen vandaag bijzonder helder. Je zoons kunnen die taak gemakkelijk volbrengen en dat te meer, omdat zij goede hulp kunnen krijgen van de hier aanwezige schippers van Kisjonah, van Ebahl uit Genezareth en van de scheepslieden van Cornelius. Ongeveer negen personen drijven langs de oevers over een afstand van hooguit anderhalf uur gaans, die moeten zij hierheen brengen. Zij moeten hen dan met de gezichten naar beneden gekeerd op een wat aflopende bodem neerleggen en zo tot morgenochtend laten liggen! Morgen zal Ik hen dan pas opwekken!"
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...