Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1268 resultaten - Pagina 5 van 85

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Na een poosje waarin het oosten steeds lichter en lichter wordt, verschijnen tenslotte drie gestalten, die schitterender stralen dan de zon en een volmaakte menselijke vorm hebben, en zij zweven door de lucht naar ons toe. Maar door het licht van deze drie engelen, die vanwege hun licht en hun vaste vorm de algemene naam van 'cherubijnen' hebben, was de geestenwereld haast niet meer te zien, en de geesten leken op de rusteloze nevelflarden om de toppen van de bergen.
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Op hetzelfde ogenblik bedekken de drie engelen zich, verwijderen zich snel en in een paar ogenblikken brengen ze de twaalf uitgezondenen door de lucht naar Mij toe op de top van de berg.
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Dat hadden de engelen echter ook alleen maar aan Judas laten voelen; de elf anderen merkten daar niets van.
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het volk sprak er later nog lang over, dat de apostelen door de drie engelen van veraf door de lucht naar Mij op de berg gebracht waren.
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik beval de engelen om voor voldoende brood en wijn te zorgen; want de twaalf hadden honger en dorst omdat ze de hele dag niets te eten en te drinken hadden gekregen. En de engelen deden direct wat Ik hen bevolen had, en brachten de juiste hoeveelheid brood en wijn. Toen namen de twaalf het brood en de wijn, aten en dronken naar believen en kwamen weer op hun verhaal.
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Het uitspansel dat Mozes bedoelt, is de vaste wil volgens de ordening van God, die voortkomt uit het juiste begrip en uit de liefde, die het gezegende aardrijk des levens is. Deze wil kan slechts voortkomen uit de vruchten schenkende volheid van de echte liefde tot God in het mensenhart, die ontstond uit het hemelse licht dat God in de mens liet stromen toen Hij zijn innerlijke duisternis verdeelde in avond en morgen. Deze echte liefde tesamen met het juiste inzicht en het ware verstand, hetgeen zich in de mens uit als een levend geloof, is de hemel in de mens. En de daaruit ontsproten vaste wil om te voldoen aan Gods orde is het uitspansel in de mens. En aan zo 'n uitspansel geeft God, als dat geheel overeenstemt met Zijn liefdevolle wil, nieuwe lichten uit de hemel der hemelen, ofwel de zuivere vaderliefde in het hart van God. En de lichten verlichten dan de wil en maken dat deze het inzicht krijgt van de engelen en verheffen daardoor de geschapen mens tot het ongeschapen Kind van God, dat zich door de eigen vrije wil nu aangepast heeft aan de goddelijke ordening!'
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik kan op zulke begrijpelijke vragen niets anders antwoorden dan wat Ik al eerder gezegd heb, namelijk: Als u zo wijs bent als de engelen, dan kunt u uitgaande van het zuiver geestelijke standpunt haarfijn op overdrachtelijke wijze de hele natuurlijke schepping reconstrueren uit hetgeen Mozes in zijn Genesis zegt. Dan zult u zien, dat de natuurlijke schepping, weliswaar over zeer uitgestrekte periodes, haast dezelfde volgorde heeft als in Genesis wordt verteld. Het ontstaan van het eerste mensenpaar staat vrijwel op de juiste plaats aangegeven en zijn test en tenslotte zijn voortplanting heeft, behoudens een kleinigheid dat in passende beelden weergegeven wordt, in dezelfde volgorde plaatsgevonden die in het verdere verloop van Genesis aangehouden wordt.
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar zoals gezegd, zonder de wijsheid van de engelen zult u dat wel nooit ontdekken, ook al had u alle wijsheid van de wijzen van de hele aarde, die over dit onderwerp ook al de meest verschillende opvattingen en meningen hebben gehad.
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar zoek u voor alles in uw hart het Rijk van God en zijn gerechtigheid, en maak u zich over al het andere weinig zorgen; want dat alles, met daarbij inbegrepen de wijsheid der engelen, kan u geheel onverwacht ten deel vallen. Nu denk Ik, dat u Mij wel helemaal hebt begrepen!?'
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Laat Ik voorop stellen, dat je normaal deze drie engelen niet lichamelijk zou kunnen zien en voelen. Maar Ik heb je tijdelijk zodanig ingesteld dat je ziel met haar geest door middel van je lichaam al het geestelijke nu zodanig kan zien en waarnemen alsof het natuurlijk en daardoor lichamelijk is; maar het is en blijft toch helemaal geestelijk en er is niets lichamelijks bij. .
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Nu begrijp ik, wat het betekent: God schiep Adam als de eerste mens van deze aarde uit leem! In Zijn eeuwige orde heeft God gewild, dat de geesten die in de aarde in het gericht gevangen zijn, zich uit het kneedbare leem van de hen gevangen houdende aarde een lichaam zouden vormen in overeenstemming met de geestelijke vorm. Omdat ze daarin veel bewegingsvrijheid zouden hebben, zouden ze daardoor hun oorspronkelijke wezen en daardoor God weer herkennen. Zo zouden ze weer vrij de goddelijke ordening aanvaarden om daardoor weer te worden wat ze oorspronkelijk waren, namelijk geheel reine engelen -net als deze aartsengelen!
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Mensen zijn en blijven mensen, vandaag engelen, morgen duivels, en dus kun je ook de beste niet vertrouwen!
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Maar de oude had gehoord wat de drie engelen tegen de vrouwen zeiden; daarom ging hij naar hen toe en zei: 'Ik heb zojuist gehoord, dat u de naam van mijn stamvader hebt genoemd en u liet toen merken dat mijn naam u niet onbekend is; door Gods genade gaf u het dode oog van de oude Tobias weer licht en leven.
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het grote verschil tussen ieder mens en iedere geest ligt daarin, dat een geest, zoals nu deze drie engelen hier, van meet af aan een wijs gebruik heeft gemaakt van zijn vrijheid binnen Mijn ordening en nooit daartegen heeft gezondigd. Een groot deel van de voor jouw, begrippen talloos vele geesten heeft de vrijheid van haar wil echter misbruikt en is daarom ondergedompeld in het gericht; en uit zulke geesten, die tesamen eigenlijk deze hele aarde en alle talloze andere werelden, zoals zon, maan en sterren, vormen, ontstaan volgens de wet waaraan de gehele natuur gehoorzamen moet, zowel de natuurlijke mensen van deze aarde als ook de mensen van alle andere werelden, en wel op de je wel bekende manier van de geboorte met de daaraan voorafgaande verwekking. Zo moeten ze door opvoeding en onderricht mensen worden, en na het afleggen van hun lichaam tot zuivere en vrije geesten worden opgevoed.
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De oude vergaf het hen ook dadelijk van gans er harte. Maar de drie engelen kwamen toen naar de vrouwen toe en zeiden: 'Luister naar ons, vrouwen! Deze oude is een nakomeling van Tobias, die blind was, en die we met de gal van een vis weer ziende hebben gemaakt, en alle nakomelingen van deze oude Tobias, die doodgraver was, hebben als ze oud zijn om een bepaalde reden, die alleen God en wij maar kennen, zwakke ogen. Wij zeggen u echter, dat het een grote zonde is en op een lichtvaardig hart wijst, als men om een blinde lacht, in plaats van hem de hand reikt en hem over voetpaden en oneffen wegen leidt. Als jullie niet geweten zouden hebben, dat de oude, die ook Tobias heet, voor meer dan de helft blind is, dan zou je niet gezondigd hebben; maar omdat je wel wist, dat de oude slechts voor de helft ziet, en toch gelachen hebt, zondigden jullie en verdien je een grote straf; maar omdat hij het je na jullie verontschuldiging vergeven heeft, willen wij het je ook vergeven.
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...