Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 5 van 278

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[23] Toen keek de jongeman de burger aan en deze begon te beven en terwijl de jongeman hem voortdreef, volgde hij Petrus zonder tegenspraak naar Mij. Ik zag hem aan en de burger bekende, dat hij gelogen had en dat hij zo'n magiër nooit gezien had, maar dat hij alleen maar over zo'n magiër had horen spreken en alleen maar had willen testen of deze leerling wel gelovig genoeg was, waar hij overigens beslist geen kwade bedoeling mee gehad had.
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De rijke koopman kijkt hiervan op, en zegt na enig nadenken: 'Machtige heer! Wie heeft u mijn lijfspreuk verteld? Ik sprak hem nog nooit hardop uit, wel dacht ik hem meer dan duizend keer! Want het is maar al te waar, dat de naakte waarheid maar beter niet altijd gezegd kan worden, en uit politieke overwegingen kun je beter je mond houden, wil je er bij de mensen zonder kleerscheuren afkomen!
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Ik zeg: ' Als Ik u nu verzeker, dat u noch het een noch het ander te wachten staat, dan kunt u Mij toch wel een antwoord geven?! Zeg daarom zonder omwegen, wie u denkt dat Ik ben!'
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] Jonaël zegt: 'Toch wel! Er is zelfs nog veel hoger, denk na en zeg het dan zonder te aarzelen! Want ik zie aan uw gezicht, dat de keizer van Rome bij u op de laagste plaats staat, waarom zegt u dan wat anders dan wat u in uw hart voelt en denkt!'
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dus weg met de waarheid op aarde, gesteld al dat er ergens waarheid bestaat; die is toch onbruikbaar voor het mensengeslacht! Hoeveel onheil heeft de waarheid al veroorzaakt, en haar verkondigers hebben aan het kruis of onder het zwaard hun laatste adem der waarheid uitgeblazen! De echte leugenaar is er echter nog altijd zonder kleerscheuren afgekomen, -hetzij dan dat hij een enkele keer, als het een domme leugen was, zijn ogen heeft neer moeten slaan; maar hij heeft er verder niet veel van overgehouden, terwijl echter, een enkele uitzondering daargelaten, toch bijna alle grote waarheidsvrienden door een gewelddadige dood van de aarde zijn verdwenen.
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De opperpriester zegt: 'Ik geef zonder meer toe, dat u nu heel juist beoordeeld heeft hoe het werkelijk in de wereld toe gaat, als men het van de wereldse kant bekijkt. Maar, omdat u alover Mozes gesproken heeft, zult u ook wel weten, dat Mozes van God voor zijn volk een wet kreeg, waarin de leugen of het valse getuigenis verboden is, en waarbij alle mensen verplicht worden om waarheidslievend te zijn!? Als alle mensen deze wet zouden houden, zeg dan zelf, zou het dan niet heerlijk zijn om op aarde te leven?!
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De koopman zegt: 'Vriend, u heeft nu zeer juist en wijs met mij gesproken en mij datgene verteld, wat ik maar al te vaak in mij heb gevoeld; maar ik begrijp niet waarom u er zo op staat, dat ik vertel wat ik van u en speciaal van hem denk. Waar ik hem meteen voor gehouden heb, daarvan zei u, dat hij dat niet was, maar veel meer! Hoe men echter, zonder een God te zijn, meer kan zijn dan een God van de aardse mensen, dat wil zeggen, dan een keizer, dat begrijp ik niet! Alleen Jehova is in aardse en geestelijke termen meer dan de aardse God-keizer! Maar dat zal hij toch niet zijn?'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'U behoort ook tot diegenen, die pas geloven als ze een teken zien. Zien ze dat echter, dan zeggen ze: 'Kijk dat is een leerling van de Essenen of het is een magiër uit Egypte, of zelfs uit het land waar de Ganges stroomt, of hij is een knecht van Beëlzebub!' Maar wat blijft er dan nog over? Zeg Ik u echter zonder meer Wie Ik ben, dan gelooft u Mij niet!
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De koopman zegt: 'Heer, zonder twijfel is dat beslist zoals het hoort; ik wilde alleen maar weten, waar u en al die schitterende dienaren van u vandaan zijn gekomen. Dat, ja dat wil ik o zo graag weten.'
Hoofdstuk 60: Bij de Heer is de echte wil gelijk aan de daad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Tot nu toe deed ik alles wat ik deed volgens een zekere norm, die Ik mij aan de hand van mijn wetskennis zelf voorschreef. Het kon me weinig schelen of een wet goed of slecht was, daarover heb ik eigenlijk nooit gepiekerd. Mijn lijfspreuk was: wet is wet, hetzij van God of Caesar! Als de wet straf kan opleveren, dan eist het eigenbelang, dat je het zó aanpakt, dat je je niet aan straf bloot stelt! Heeft een wet echter geen sanctie, dan is het ook geen wet, maar alleen een goede raad die je op kunt volgen; zonder straf is er geen plicht.
Hoofdstuk 63: De uitwerking van hemelse en aardse wijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] De aanvoerder zegt: 'Ik constateer hierbij, dat u onschuldig bent en sta u toe uw weg te vervolgen. Troepen van Mij, ga het kasteel in, onderzoek alles, en laat niemand eerder het kasteel verlaten tot je alles onderzocht hebt; ik zal hier op jullie wachten!' Een onderaanvoerder zegt: 'Waarom wilt u niet zelf het onderzoek in het kasteel leiden?' De aanvoerder zegt: 'Je ziet toch dat ik mijn zwaard kwijt ben; zonder zwaard is zo'n onderzoek ongeldig!' De onderaanvoerder zegt: 'Dat geldt ook voor ons, hoe zal het er dan met de geldigheid uitzien na ons zwaardloze onderzoek?!' De opperaanvoerder zegt: 'Zo, - jullie ook al zonder wapens?! Dat is erg! - Zonder wapens kunnen we niets doen. - Hm, wat doen we nu?'
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik zeg: 'Daar aan de zuidkant onder de hoge ceder liggen jullie wapens; ga en haal ze, want we zijn net zo min bang voor jullie met wapens, als zonder wapens!' Na deze woorden gaan ze naar de plaats waar hun wapens liggen.
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De genezene zegt: 'Jawel, jawel, je hebt gelijk! Maar God was toch zonder twijfel ook met Adam, en toch is het de satan met een heel sluwe list gelukt om Adam weg te kapen! En Michaël heeft na een gevecht van drie dagen het lichaam van Mozes toch aan de satan moeten afstaan! God is wel almachtig, daar is geen twijfel aan, maar de satan is vol heel gemene listen, en hij heeft het volk van God al menige schade toegebracht. Als je oog in oog staat met een tijger, is, net zolang als deze leeft, voorzichtigheid geboden, alleen na zijn dood kan men pas onbezorgd helemaal vrij ademhalen!'
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Ik zeg: 'Het persoonlijke volgen is, indien mogelijk, tesamen met het zedelijke volgen, het meest aan te bevelen. Als het persoonlijke volgen echter door een werkkring, die ook noodzakelijk is, niet mogelijk is, dan voldoet ook een nauwgezet zedelijk volgen. Maar het geweten moet Mij als grondslag hebben van de liefde tot Mij en alle mensen, want dan berust het op de zuivere waarheid. Het zedelijk volgen zonder meer, zou anders geestelijk dood zijn. -Begrijpt u dat?'
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] In het vervolg zullen alleen die mensen behouden worden, die, zonder tekenen, slechts door de waarheid van Mijn woord zullen geloven en daarnaar zullen leven! Daardoor zullen deze het echte levende teken in zichzelf ontdekken, namelijk het eeuwige leven, en dat zal dan niemand meer van hen kunnen afnemen.
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...