Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

153 resultaten - Pagina 5 van 11

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11
[5] Over ongeveer drie jaar, gerekend vanaf nu, zullen er leerlingen van Mij ook in jullie land naar jullie toekomen en die zullen jullie de komst van het rijk Gods verkondigen en zijn gerechtigheid tegenover alle mensen op deze aarde. Neem hen op in Mijn plaats en geloof hun woorden, dan zullen jullie daardoor het licht ontvangen, waar jullie beteren al zolang naar verlangen, namelijk het licht van de ene, enig ware God en Vader van alle Joden alsook van alle mensen op deze aarde, en daardoor ook het eeuwige leven van jullie ziel. Dit is het enige wat Ik van jullie vraag als beloning voor de aan jullie trouwe leider bewezen liefde.
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[29] De twee zeiden: ' Daar hebben wij wel over horen praten, toen wij thuis kwamen uit Damascus, waar wij werk te doen hadden; maar zodoende hebben wij toch nog nooit de gelegenheid gehad de zo beroemde, maar in de tempel uitermate beruchte Nazarener persoonlijk te leren kennen.Aangezien wij echter door onze reizen wereldwijzer en verstandiger zijn geworden dan allen die constant in de tempel zitten, heeft de grote Raad in de tempelons al gauw uitgekozen als de meest geschikte spionnen om tegen een goede beloning navraag te doen naar de Nazarener en de tempel onverwijld bericht te sturen over zijn verblijfplaats en zijn activiteiten. Wij zijn er in deze toch wel lastige aangelegenheid al wel verschillende keren door de tempel op uitgestuurd, zijn zelfs enkele keren in Nazareth geweest en hebben daar zijn moe der en broers leren kennen -maar degene die wij zochten hebben wij tot nu toe nog niet gezien! Wij hebben dus geen onwaarheid gesproken, toen wij bekenden dat wij hem niet persoonlijk kennen en nog nooit contact met hem hebben gehad.
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Ja, ja, jullie zullen de eeuwige waarheid door jullie wetten van de leugen nog aan het kruis nagelen; maar dan zal de maat van jullie slechtheid en verstoktheid ook vol raken, en dan zal het gericht over jullie komen en jullie de beloning geven die jullie vanwege je slechtheid zelf van God verlangen en die Hij Jullie als gevolg van Zijn liefde, geduld en erbarmen nog altijd onthoudt, omdat Hij geen enkele ziel, ook die van de slechte hogepriester niet, ter wille van het verderf in deze wereld heeft geplaatst.
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Jullie moeten omwille van Mijn naam en Mijn woord van geen enkel mens eer of beloning voor jezelf verlangen; maar wie jullie oneer aandoet en zijn hart tegenover jullie verhardt, zal dat ook doen tegenover Mij en Ik zal ook zo tegenover hem zijn.
Hoofdstuk 166: De Heer geeft gedragsregels voor de gelovigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Zoek evenwel nergens aards gewin omwille van Mijn naam en woord, noch enig werelds rijk met wereldse heersers; want ten eerste is Mijn rijk niet van deze wereld, en ten tweede zouden jullie met het gezochte en verkregen aardse gewin en het ontvangen van een werelds rijk het levensloon voor jullie ziel al ontvangen hebben en dan van Mij uit de hemelen geen verdere beloning te verwachten hebben.
Hoofdstuk 166: De Heer geeft gedragsregels voor de gelovigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De schippers uit Tiberias, die heel wijselijk op de oever aan de overkant zijn gebleven, hebben ons de zuivere waarheid gezegd; het is ons vergaan zoals zij hebben gezegd. En nu zweer ik een heilige eed op mijn dood en mijn leven, dat ik mij nooit meer zal laten gebruiken om die mysterieuze Nazarener op te sporen, al zou mij daar als beloning ook een heel, groot koninkrijk voor aangeboden worden!
Hoofdstuk 200: De plannen van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Toen de schippers zich nu op de rustige en veilige oever bevonden, prezen ze de moed en de goede wil van de jongeman en heel in het bijzonder zijn uitzonderlijke kracht en handigheid bij het gebruik ervan, die voor hen allemaal aan het echt wonderbaarlijke grensde, en ze vroegen hem hoeveel ze hem als beloning daarvoor moesten geven.
Hoofdstuk 4: Rafaël redt Perzen en Indiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Hij is een mens met ongetwijfeld uitzonderlijke talenten en vermogens, die hij in een of andere vanouds beroemde school ontwikkeld heeft en nu presteert hij fabelachtige dingen die voor ons leken wonderbaarlijk zijn, en daarvoor komt hem ook alle eer toe; maar dat hij zich daarom tegenover ons mensen, evenals de wijzen uit de oude oertijd, als een god presenteert, dat gaat te ver, dat zal iemand met natuurlijk gezond verstand nooit helemaal goedkeuren. Ik zou mij heel graag door hem laten genezen en hem daarvoor ook de gewenste beloning geven; maar dat ik hem voor die genezing direct als de ene, enig ware God moet aannemen en vereren, dat gaat er bij mij niet in, vriend, ondanks zijn leer, die werkelijk heel zuiver is.
Hoofdstuk 3: De genezen Romeinse rechter bekeert zijn vrienden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Rafaël zei: 'Ik persoonlijk heb jullie beloning niet nodig. Maar als jullie iemand tegenkomen die nog armer is dan jullie zelfvoor het merendeel zijn, bewijs hem dan liefde en barmhartigheid!'
Hoofdstuk 4: Rafaël redt Perzen en Indiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Als Ik Zelf tegen de apostelen heb gezegd dat ze niemand mochten oordelen, verdoemen of vervloeken, opdat datzelfde, van Mij uitgaand, hen niet zou overkomen -wie heeft hun dan het recht verleend om diegenen die door Mijn geest de zuivere waarheid hebben gezocht en nog zoeken, te veroordelen, te verdoemen en hun de meest verschrikkelijke en afschuwelijke banvloeken op te leggen?! Daarom zullen ze zelf in die kuil geworpen worden, die zij voor vele miljoenen mensen hebben gegraven, en daarin zullen hun kwade werken eveneens onverbiddelijk en zonder enig erbarmen gericht worden en zullen ze hun beloning ontvangen.
Hoofdstuk 26: Over de weggeworpen hoeksteen - waarvan de tijd nu gekomen is - en over het einde van de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Als men in Babel bericht ontving over hun verdiende, kwade lot, verklaarde men hen met veel staatsie heilig, hoewel Ikzelf heb gezegd en geleerd dat alleen God heilig is. Maar tegen zulke heiligen kan Ik alleen maar zeggen: 'Ik ken jullie niet en heb jullie nooit gekend; ga dus uit Mijn ogen en zoek jullie heil en beloning bij degenen in wier naam jullie hebben gepredikt en gehandeld! Want in Mijn naam hebben jullie nooit gepredikt en nog minder gehandeld; want sinds jullie kinderjaren hebben jullie tegenover niemand een daad van ware naastenliefde verricht, zoals Ik die geleerd heb, omdat jullie nog nooit in Mij hebben geloofd maar alleen Mijn naam tot jullie wereldse voordeel hebben misbruikt, en daarom hebben jullie van Mij ook geen loon en geen genade te verwachten. Ga nu dus maar naar degenen die jullie hebben gediend en verlang je beloning van hen!'
Hoofdstuk 26: Over de weggeworpen hoeksteen - waarvan de tijd nu gekomen is - en over het einde van de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Wat Mij betreft zijn ze je vergeven; maar zorg ervoor dat ze je ook door de mensen vergeven worden, aan wier zielen jij ter wille van de beloning veel schade hebt toegebracht!'
Hoofdstuk 38: De Heer waarschuwt de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Bij het huis aangekomen, bleek het gewoonweg belegerd door verscheidene burgers van deze stad; want ze hadden gehoord dat de commandant de hele nacht in het huis van de Joden was geweest, en ze zouden van een van de bewoners van het huis tegen een beloning graag te weten komen wat daar eigenlijk aan de hand was geweest. Toen ze echter reeds van enige afstand de commandant en zijn dienaren zagen en herkenden, hieven ze hun regelrechte belegering van het huis onmiddellijk op en trokken zich wat terug, zodat wij ongehinderd het huis konden binnengaan.
Hoofdstuk 65: Over de manier van onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De ene arbeider wilde tegenover de heer laten zien dat hij heel ijverig en actiefwas, om achteraf een goede beloning van hem te krijgen, en hij werkte zonder één moment te rusten. Hij was dan ook al gauw klaar met zijn werk; maar door de grote haast en het ongeduld bleek zijn werk voor het grootste deel erg slordig te zijn, en de wijngaard leverde de heer een magere oogst op.
Hoofdstuk 68: Liefde en geduld, de twee grootste deugden van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] En toen de heer van de wijngaard de oogst binnenhaalde, prees hij de tweede arbeider ten zeerste en gaf hem zijn beloning; maar aan de eerste arbeider, die met te grote haast had gewerkt, gaf hij geen loon, omdat hij in de wijngaard eerder schade dan enige opbrengst had bewerkstelligd.
Hoofdstuk 68: Liefde en geduld, de twee grootste deugden van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11