Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1220 resultaten - Pagina 5 van 82

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Ik heb mijzelf, toen ik in Jeruzalem gestationeerd was, met eigen ogen en oren ervan overtuigd hoe zij bij een mens, die slechts een paar groschen in zijn zak had, de hemel en de hel aanriepen om zijn geld aan God te offeren! De goede, maar natuurlijk zwakke mens stond werkelijk een groschen af en verontschuldigde zich ervoor dat hij het tweede groschen niet kon geven, omdat de reis naar huis nog ver was en hij zonder dat ene groschen onderweg zou moeten verhongeren! Maar dat hielp niets! De Farizeeën overtuigden hem ervan dat het voor zijn ziel in de hoogste graad zegenrijk zou zijn om uit liefde en eerbied voor God en Zijn tempel op de terugweg te verhongeren! Als hij echter het geld behield, dan zou zijn ziel in der eeuwigheid nooit tot de zeer geroemde aanschouwing van God komen en het zou haar lot zijn om eeuwig in de vlammen van de toorn van God te branden! Deze mens werd toen bleek, begon te trillen, greep met bevende hand naar zijn laatste groschen en offerde dat ook. Toen mompelden die kerels zoiets als een gebed voor de arme duivel en gelasten hem vervolgens om weg te gaan.
Hoofdstuk 163: Julius vertelt. In Genezareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: " Ja, zo is het, daarom moeten jullie bij alle nog zo weerzinwekkende verschijnselen op deze aarde niet de moed verliezen, want de Vader in de hemel weet ervan en weet het best waarom Hij ze toelaat!
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Weet jij bijvoorbeeld waarom er zo talloos veel soorten planten en struiken op aarde groeien, die helemaal geen vruchten dragen? En als ze wel vruchten dragen, zijn die naar onze begrippen toch zinloos, en niemand weet wat het nut ervan is! Net zo'n verscheidenheid ziet men bij de dieren: van de kleinste bladluis tot aan de over de zeeën heersende Leviathan. Vertel mij maar eens waarvoor ze er zijn, behalve dan die paar huisdieren van ons! Wat voor doel kunnen de wilde verscheurende dieren eigenlijk hebben? Wat heeft de mensheid aan de beren, leeuwen, tijgers, hyena 's en veel van de nog onbekende verscheurende dieren? Wie, goede vriend, kan je vertellen waarom de dieren zulke heel verschillende vormen hebben? Waarvoor zijn die ontelbare sterren aan de hemel? Waarom geeft de maan 's nachts niet altijd licht? Waarom heeft zij verschillende gestaltes? Waarom is zij er eigenlijk? Kijk, dat allemaal en nog duizendvoudig veel meer begrijpen wij niet, en als wij kritisch erover nadenken, vindt ons verstand het dwaas! Maar bij God de Heer bestaat voor dat alles een zeer wijze reden, en daarom mogen wij ons helemaal niet verbazen dat wij, nu wij de buitengewone gelegenheid hebben gekregen om de Heer in eigen persoon voor ons te zien werken, niet alles kunnen begrijpen wat Hij doet en verder nog zal doen. Want Zelf zal Hij zeker voor alles een zeer wijze reden hebben! -Ben je dat niet met mij eens?"
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] JULIUS zegt: "O zeker; want de waarheid ligt niet in het vuur, maar slechts in het zachte licht ervan, en daarom ben ik sinds ik Hem ken ook veel zachter en meegaander geworden. Oh, kon ik toch nog eenmaal in mijn leven Hem ergens ontmoeten!"
Hoofdstuk 193: De veroordeling van de misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar mensen die doordenken, zoals je die overal vindt, zijn al gauw niet meer tevreden met het geloof alleen, zij onderzoeken het diepgaander, beproeven de kracht ervan en zoeken, als deze kracht niet meer voldoet, het geloof met sterkere en in zekere zin concretere middelen waar te maken.
Hoofdstuk 212: De nood als voorwaarde voor de geestelijke ontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "Ja, Mijn beste vriend, dat is toch nog een hardere noot dan de Mozaïsche scheppingsgeschiedenis zelf, hoewel zij daar eigenlijk geheel in besloten zit en voor de ijverige zoeker nu al als goud vrij aan de oppervlakte ligt. Als je echter alleen maar een goede aanwijzing wilt hebben en geen complete les, dan wil Ik je dat genoegen graag doen, want voor het geven van een complete les zouden wij allen toch te weinig tijd hebben, omdat het nu al omstreeks de derde nachtwake geworden is. -Wie oren heeft, die hore!"
Hoofdstuk 223: De mening van Cyrenius over het scheppingsverhaal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] JOSOË zegt: "Dat zal heel magertjes zijn, want mijn wijsheidsvat schijnt ten eerste erg klein te zijn, en ten tweede ook nog, net als een zeef, vol met gaten te zitten! Kortom, veel zal er bij mij niet uitkomen, omdat er nu eenmaal niet veel in zit; begin jij dus maar! Ook ben ik echt zo verlegen dat ik werkelijk geen geschikt onderwerp zou weten om daar nu een gesprek over te beginnen. Voor het aangezicht van de hoogste goddelijke wijsheid kan de mens moeilijk wat zeggen, -maar in plaats daarvan des te makkelijker luisteren en zwijgen. Maar jij, lieftallige Jarah, hebt een goede brug naar de goddelijke wijsheid; jij kunt ervan gaan halen, wanneer en wat je maar wilt! Begin jij dus maar en ik zal, zoals gezegd, naar je luisteren!"
Hoofdstuk 200: Het gesprek tussen Jarah en Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Hoe moeten we het ons dan voorstellen dat de primitieve geestelijke wezens, meteen nadat zij als oergedachten en oerideeën van God zich tot een bestaan hadden samengevoegd, ook al dat inzicht zouden kunnen hebben, waarmee zij zich volgens de orde van de Schepper daarna zouden hebben kunnen ontwikkelen? Het in zekere zin persoonlijke oerwezen van satan kon onmogelijk zo'n inzicht hebben als bijvoorbeeld Michaël, anders zou hij zich net als Michaël ontwikkeld hebben. Kortom, Heer , daar slinger ik nog erg tussen licht en donker heen en weer en ik weet niet hoe ik nu het licht zo precies moet grijpen! Als ik het te dicht nader, denk ik, dat het mij als een vlam zou branden, en verwijder ik mij ervan, dan ben ik weer op de plaats waar ik begon.
Hoofdstuk 230: Gods lessen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Wel, het is moeilijk vast te stellen wat het beste gedaan kan worden. Ik voor mij ben voor het 'niet naar huis gaan', vanwege de reeds genoemde redenen en ook nog om een reden, die ik het belangrijkst acht. Als wij namelijk nu vooraf in Jeruzalem nog met een verzonnen tempels vroom smoesje geld halen, zal dat zeker uitkomen en dan treft ons allen onvermijdelijk de ergste tempelvloek met daarbij de vloek van onze familie. Dan is ons geluk in de wereld wel gemaakt, God erbarme zich dan over ons! Als wij echter in het geheim gaan, dan zullen de tempel en onze ouders denken dat we ergens verongelukt zijn. Dan zullen de tempel en onze families treuren en voor ons bidden en ons voor de gehele lange eeuwigheid zegenen. - Wat vindt u ervan, u die een vriend schijnt te zijn van recht en waarheid? Wat is er beter, en wat is nu volkomen rechtvaardig?"
Hoofdstuk 237: De tweestrijd der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] JARAH zegt, terwijl ze nu een beetje glimlacht en het hoofd schudt: "Mis, helemaal mis, beste vrienden! Kijk, dat is een zuivere aartsengel van God, die de beroemde Heiland uit Nazareth mij, uit het bijna door allen geziene enorme aantal engelen, na mijn geheel eigen keus gegeven heeft, om mij gedurende langere tijd te leiden, te leren - en te begeleiden! Maar als u dat niet op mijn woord kunt geloven, kom dan hier en overtuig u ervan met al uw zintuigen, want hij zal u voor enige ogenblikken ten dienste staan!"
Hoofdstuk 242: Het wonder met de steen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Eertijds toen Croesus, de koning der Lydiërs, oorlog tegen de Perzen wilde gaan voeren, was er hem veel aan gelegen vooraf te weten of de oorlog voor hem gunstig of ongunstig zou uitvallen. Wie moest hem daar echter uitsluitsel over geven? In gedachten zei hij bij zichzelf: 'Orakels zijn er genoeg; één ervan vertelt misschien wel de waarheid! Maar wie zal mij daarna kunnen vertellen welk orakel mij de waarheid heeft gezegd? Ha!' dacht hij verder bij zichzelf en hij zei: 'Ik zal de orakels vooraf aan de tand voelen en dan zal wel blijken welk orakel bruikbaar is!'
Hoofdstuk 1: Het orakel van Delhi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] De Heer laat dat toe opdat de mensen die daar te eniger tijd komen, zichzelf ervan kunnen overtuigen dat het precies zo is als ik jullie heb voorspeld. Maar die mensen zullen jullie uiteindelijk zelf, door middel van jullie nakomelingen, op moeten voeden. Want voor volken die op een lage trap van de geestelijke ontwikkeling staan, wekt de Heer nooit een eigen grote profeet op. Hij laat hen, dat wil zeggen de onontwikkelde volken, door de voornaamste volken van deze aarde, die eigenlijk alleen maar door de openbaringen het eerst zijn ontwikkeld, in zekere zin verder opvoeden, waarvoor de Heer Zijn zeer wijze redenen heeft.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Pracht heeft een grote maag, die nooit te verzadigen is. De aarde kon op een beperkte oppervlakte niet meer voldoende voedsel produceren en de moeilijk te verzadigen pracht lievende mensen begonnen zich verder en verder te verspreiden, noemden de in beslag genomen grond hun eigendom, zorgden meteen voor hun luister en wekten daardoor nijd en jaloezie en dat veroorzaakte weldra afgunst, twist, onvrede en oorlog. De sterkere kreeg tenslotte het recht en werd heerser over de zwakkeren en dwong hen voor hem te werken en hem in alles onderdanig te zijn. De weerspannigen werden getuchtigd en zelfs onder bedreiging met de dood tot onvoorwaardelijke gehoorzaamheid gedwongen!
Hoofdstuk 10: Behoeften en het kwaad daarvan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS is erg verwonderd en terwijl hij de spreker de hand drukt, zegt hij tegen Mij: "Heer, die heeft een heel eigenaardige levensbeschouwing! Eigenlijk kan men hem niets tegenwerpen, helaas is het in alle opzichten werkelijk de naakte waarheid! Maar wat zegt U ervan?"
Hoofdstuk 27: Mathaël over het innerlijke leven van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] SUETAL zegt een beetje .kwaad:,,"Maar beste vriend Mathaël, je geeft ons hier een soort standje, terwijl er naar onze mening niemand is die je daarom heeft gevraagd! Je raad is wel goed en waar maar er ontbreekt een zekere vriendelijkheid aan en hij maakt daarom op ons absoluut net die indruk, die hij gemaakt zou hebben als hij wat vriendelijker was geweest. Wij zullen hem wel opvolgen, omdat wij het waarachtige ervan inzien, maar ondanks dat zijn wij toch van mening dat de waarheld, als ze wat vriendelijker wordt gebracht net zo waar blijft!
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...