Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 5 van 139

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Het zuiver goddelijke, ofwel de ongeschapen geest, van God, die nu voor eeuwig zijn plaats inneemt aan zo'n uitspansel is het grote licht; maar de ziel van de mens, die door het grote licht omgevormd wordt tot een bijna even groot licht, is het tweede kleinere licht, dat nu echter net als het ongeschapen grote licht aan hetzelfde uitspansel wordt geplaatst en door het ongeschapen licht omgevormd wordt tot een eveneens ongeschapen licht, waarbij het in geheel geestelijk gelouterde zin. veel wint, zonder van zijn natuurlijke aard iets te verliezen. Want de ziel van de mens zou op zichzelf nooit God in Zijn zuivere geestelijke Wezen kunne.n zien, en omgekeerd zou de zuivere ongeschapen Geest van God nooit het natuurlijke .kunnen zien, omdat voor deze Geest het natuurlijke en materiële niet bestaat. Maar in de bovengenoemde algehele verbinding van de zuivere geest met de ziel, kan de ziel door de nieuwe geest die zij krijgt God zien in Zijn oorspronkelijke zuivere wezen, en de Geest kan dan door de ziel het natuurlijke zien,
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik wilde daarom aan U vragen mij uit te leggen hoe zoiets mogelijk is. Eerst waren zij zuivere geesten, en nu zijn zij net zulke mensen als wij; waar komt hun lichaam vandaan? En als zij dat lichaam, dat er veel volmaakter uitziet dan het onze, van het ene op het andere moment gekregen hebben, zou dat dan niet bij alle mensen zo gedaan kunnen worden, in plaats van moeizaam geboren te moeten worden?'
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het grote verschil tussen ieder mens en iedere geest ligt daarin, dat een geest, zoals nu deze drie engelen hier, van meet af aan een wijs gebruik heeft gemaakt van zijn vrijheid binnen Mijn ordening en nooit daartegen heeft gezondigd. Een groot deel van de voor jouw, begrippen talloos vele geesten heeft de vrijheid van haar wil echter misbruikt en is daarom ondergedompeld in het gericht; en uit zulke geesten, die tesamen eigenlijk deze hele aarde en alle talloze andere werelden, zoals zon, maan en sterren, vormen, ontstaan volgens de wet waaraan de gehele natuur gehoorzamen moet, zowel de natuurlijke mensen van deze aarde als ook de mensen van alle andere werelden, en wel op de je wel bekende manier van de geboorte met de daaraan voorafgaande verwekking. Zo moeten ze door opvoeding en onderricht mensen worden, en na het afleggen van hun lichaam tot zuivere en vrije geesten worden opgevoed.
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Als dus het lichaam van de mens voornamelijk aan een uit het gericht geheven geest gegeven wordt, opdat hij daarin in een geheel eigen wereld een vrijheidstest zal ondergaan, is het wel duidelijk, dat de vólmaakte geesten het vleselijke lichaam helemaal niet nodig hebben, omdat het vlees slechts een middel, maar nooit een doel is en kan zijn, omdat uiteindelijk alles toch weer geestelijk en nooit meer stoffelijk moet worden.
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg je: Deze aarde en deze hele eigenlijk lichamelijke hemel met haar. zonnen, manen en alle werelden, zullen eenmaal vergaan, als al de daarin door het oordeel gevangen gehouden geesten via de vleselijke weg zuivere geesten zijn geworden; maar de zuivere geesten blijven voor altijd, en zullen en kunnen, net als Ik en Mijn woord, in der eeuwigheid niet ophouden te bestaan. -Zeg nu eens, of je dit goed begrepen hebt!'
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Nu begrijp ik, wat het betekent: God schiep Adam als de eerste mens van deze aarde uit leem! In Zijn eeuwige orde heeft God gewild, dat de geesten die in de aarde in het gericht gevangen zijn, zich uit het kneedbare leem van de hen gevangen houdende aarde een lichaam zouden vormen in overeenstemming met de geestelijke vorm. Omdat ze daarin veel bewegingsvrijheid zouden hebben, zouden ze daardoor hun oorspronkelijke wezen en daardoor God weer herkennen. Zo zouden ze weer vrij de goddelijke ordening aanvaarden om daardoor weer te worden wat ze oorspronkelijk waren, namelijk geheel reine engelen -net als deze aartsengelen!
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ja, ja, nu wordt me opeens alles duidelijk! - Er staat: 'De vrouw werd uit de rib van Adam geschapen; hoe begrijpelijk is dat nu! - Zoals de bergen heel zeker het hardere en in die vorm ook het meer hardnekkige deel van de aarde zijn en als zodanig ook de onverzettelijkste geesten bevatten, zo vindt je daaraan overeenkomstig het halstarrigste deel van de eerste en ook van alle latere mannen in de beenderen van de man.
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Trouwens de mensen kunnen beter helemaal niet of maar heel zelden lachen; want het lachen is afkomstig van de geesten van leedvermaak uit het menselijke lichaam.
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nu moet je eens goed luisteren! Een mens, aan wiens wenken wind en zee en alle slechte en goede geesten gehoorzamen, - een mens, die de doden weer tot leven wekt en iedere ziekte, al' is deze in een nog zo vergevorderd stadium, zonder medicijnen, maar slechts door zijn wil geneest, zou wel eens iets meer kunnen zijn dan alleen maar een buitengewoon begaafd magiër! Wij hebben toch vaak magiërs gezien, en waargenomen hoe ze met louter tovertekens, toverspreuken, amuletten en toverstaven omgeven zijn en hoe ze altijd iedere kleinigheid die ze tot stand brengen, bovenmatig opblazen.
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Maar ze meenden niet oprecht dat zij hun vele boze geesten kwijt wilden raken waarmee ze zich reeds volledig verenigd hadden, maar zeiden dit alleen maar om Mij ergens op te kunnen pakken. Want als een slechte geest in de mens alles aan zich schatplichtig en dienstbaar heeft gemaakt, dan uit hij zich niet zo dat je het merkt, maar hij doet dan erg verstandig en werelds, zodat iedereen moet geloven dat zo'n mens niet bezeten is, terwijl hij in werkelijkheid veel erger bezeten is dan een ander, die door de een of andere slechte geest erg gekweld wordt omdat deze mens zich niet laat overmeesteren.
Hoofdstuk 186: Eén met de duivel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Daarom zeg Ik ook tegen de Farizeeën en schriftgeleerden: 'Er zijn een aantal redenen waarom dat bij jullie niet meer mogelijk is, want de boze geesten zijn allang geheel één geworden met jullie ziel en beheersen nu helemaal jullie eigen slechte, overspelige leven. Als Ik ze uit jullie zou verdrijven, dan zouden jullie ook je leven verliezen; maar mocht het zijn dat Ik je eigenlijke, oorspronkelijke leven kon behouden, dan zouden jullie daar toch niets meer aan hebben omdat je hele aard nu geheel en al duivels is geworden! Want als uit zo'n mens de onreine geest door Mijn macht wordt verdreven, dan gaat hij door dorre plaatsen, zoekt rust en vindt deze niet (Matth. 12:43). Dan zegt hij bij zichzelf: 'Ik ga weer naar mijn oude huis terug; want op de steppen en woestijnen vind ik geen rustplaats, en in de huizen, waar al genoeg bewoners van mijn soort wonen, word ik niet binnengelaten.' Als dan na dit voornemen de duivel weer bij zijn vroegere huis komt, dan vindt hij daar geen activiteit, en het is schoon en versierd. (Matth.12:44) Daarop gaat hij terug en roept nog zeven andere geesten, die slechter zijn dan hij. Met hun hulp kost het hem weinig moeite om zijn oude huis binnen te dringen, en dan wonen ze gezamenlijk in dat huis, en met zo'n mens wordt het dan nog veel erger dan het eerst was!
Hoofdstuk 186: Eén met de duivel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ahab zegt: 'Vriend, je kunt er in ieder geval vast rekening mee houden; want deze oude booswichten zullen al hun best doen om het hele voorval zo ongunstig en zwart mogelijk aan Jeruzalem door te geven! In de eerste plaats de voor hen zeer ongunstige bezigheden van deze goddelijke Meester, dan de totale afvalligheid van heel Jesaïra van het Jodendom, vervolgens mijn gedrag en ten laatste zullen ze Herodes laten weten, dat hij hier al zijn onderdanen heeft verloren, omdat ze zich het Romeinse burgerrecht gekocht hebben! Dat zal in Jeruzalem in één keer alle slechte geesten wekken, en dat zou hier wel eens verscheidene kwade voorvallen kunnen veroorzaken! Wees er daarom op voorbereid en zorg vooraf voor hulp van de keizer, anders zullen deze slechte geesten je veelleed bezorgen. ,
Hoofdstuk 189: Duivelse aanval. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Praat er maar niet meer over', zeg Ik, 'je zult je weldra kunnen overtuigen of er met hem iets is aan te vangen!' En Mij naar de stoïcijn Philopold wendend, zeg Ik: 'Denk je nu echt dat je vooraf met God, je schepper, geen contract afgesloten hebt en niets afweet van alle voorwaarden die je vaak genoeg onder ogen gebracht zijn en waar je op deze planeet niet buiten kunt? Weet dan, dwaas, dat dit al het twintigste hemellichaam is waarop je lichamelijk leeft; 1e totale lichamelijke ouderdom telt al zoveel aardse jaren dat dit pet getal van de fijnste zandkorrels in alle zeeën der aarde verre overtreft! Maar wat een, niet voor een lichamelijk levend mens in te denken, haast eindeloze tijdsduur bestond je al als zuivere geest in een volkomen bestaan en met het helderste zelfbewustzijn in de eindeloze ruimte, waar je in gezelschap van talloze andere geesten buitengewoon genoot van het krachtigste en ongebondenste leven!
Hoofdstuk 213: De reïncarnatie van Philopold. (28.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De laatste zonnewereld waar je lichamelijk woonde, noemen de geleerden van deze aarde Procyon, maar de eigen bewoners van haar uitgestrekte oppervlakte noemen haar Akka - en zo noemen ze haar daar overal met een en dezelfde uitspraak, want de bewoners van Akka spreken maar één taal. Daar hoorde je van een engel, dat de grote, almachtige, eeuwige geest, de enige schepper en instandhouder van de oneindigheid en alles wat deze bevat, op een van de kleinste planeten, waarvan er in de eindeloze ruimte ontelbaren zijn, Zelf vlees en de mensengestalte zou aannemen. Jij uitte toen de vurige wens om, als dat zou kunnen, op die planeet geplaatst te worden om daar Degene die jou, geschapen heeft te zien en te horen. Toen kwam dezelfde engel die Je hier aan Mijn 'rechterhand als zevende mens ziet staan, maar die toch een geheel vrije geest is, en hij legde je haarfijn en precies de zware voorwaarden uit waaraan je moest voldoen als je een bewoner wilde worden van deze planeet waarop je nu staat, en als je daar het kindschap van God wilt bereiken!
Hoofdstuk 213: De reïncarnatie van Philopold. (28.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] In de gehele schepping is echter -en wel op alle hemellichamen die hoe dan ook door denkende wezens in menselijke gestalte bewoond worden -de totale menswording van de Heer in het vlees door ons bekend gemaakt; maar slechts op een zeer gering aantal werelden is het aan heel weinig geesten toegestaan om in het vlees van deze aarde te komen. Want de Heer kent iedere aard van alle werelden in de eindeloze ruimte, en dus ook de aard en de geschiktheid van de bewoners en hun geesten die de verschillende werelden bewonen, en daarom weet Hij het beste of een geest geschikt is voor het vlees van deze aarde of niet.
Hoofdstuk 215: Aarzel niet als de Heer roept. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...