Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 5 van 91

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] De ENGEL zegt met vriendelijke stem: "Bekoorlijke dochter van de Heer, jouw ziel is geheel overgegaan in de geest en daarom ben je haast niet meer verbonden met de wereldse materie. Jouw aardse oog is tot oog van je ziel geworden en het oog van je ziel is tot oog van je eeuwige onsterfelijke geest geworden. Daarom bevind jij je nu in jouw levenssfeer zoals dat bij ieder mens eigenlijk het geval zou moeten zijn.
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De ENGEL zegt: "Liefste dochter van God! Dat is iets wat slechts een zuivere geest kan begrijpen, omdat die snelheid met tijd en ruimte niets heeft uit te staan. Zelf zijn wij niets, maar wat jij aan ons ziet met je geestelijke ogen is Gods gedachte, Gods idee, Gods woord. Wij zijn dan ook heel zuivere geesten, geen materie kan voor ons de een of andere hindernis vormen.
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg: "Dat toch wel niet, Mijn allerliefste Jarah, want zij behoren niet tot een onrijp, maar tot een helemaal rijp volk. En de zielen van een rijp volk komen, als zij eens in alle slechtheid zijn gestorven, door hun eigen wil in de diepte der aarde. Want omdat zij pure materie zijn geworden, is dat hun element, en zij willen en kunnen daarvan niet scheiden. Wel zal er alles, ja zelfs het uiterste aan gedaan worden. Alle kwellingen en smarten worden op hen losgelaten om hen los te maken van de materie. En als er een van de materie los komt, dan komt ze in de scholen die op het geestelijke deel van deze aarde bestaan. Pas daarvandaan gaat ze dan verder naar de maan. Als ze daar iedere graad der zelfverloochening heeft doorgemaakt en daarin sterk is geworden, wordt ze naar een volmaaktere planeet verheven en daar in de ware wijsheid onderwezen.
Hoofdstuk 140: Ontwikkelingsperioden in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Als niets een levende geest kan hinderen is voor hem hier en daar onvermijdelijk een en hetzelfde. Geen materie kan daarom net zo snel gaan als wij, omdat zij zelfs in de allerfijnste ether altijd nog een weerstand ondervindt waardoor haar beweging geremd wordt.
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Daarom is er tussen de snelheid van een geest en de snelheid van nog zo snel vliegende materie - hoe die snelheid ook vergroot zou worden -een oneindig verschil. Want ook al legt nog zo snel bewegende materie ook in een moment een afstand zoals van hier tot aan die ster af dan heeft ze voor een tweemaal zo lange afstand al twee momenten nodig, en als die materie in een moment honderdduizend van die afstanden aflegt dan zal ze voor tien van zulke afstanden ook tien momenten nodig hebben, terwijl ik iedere denkbare afstand in een en hetzelfde moment kan afleggen.
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] En kijk, dat kan iedere geest van mijn soort, omdat er voor ons in de hele eeuwige oneindigheid niet de geringste hindernis aanwezig is. Maar de materie ontmoet allerlei hindernissen, zelfs in de vrije etherruimte, en kan daarom nooit de snelheid van een geest evenaren! - Zeg me nu eens, bekoorlijke dochter van God, of je dat nu wel een beetje begrepen hebt!"
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De leerlingen gaan nu naar alle kanten van de berg en de verbazing stijgt ten top, en ANDRÉAS zegt: "Tot nu toe hebben wij in de korte tijd van een half jaar zoveel wonderbaarlijks gezien en gehoord, dat men nauwelijks zou geloven dat er nog maar iets mogelijk zou zijn dat als een nog groter wonder aangemerkt zou kunnen worden, en toch staat ons verstand opnieuw stil! onze dromen worden werkelijkheid!
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De Heer zal niet steeds lichamelijk in ons midden blijven, zoals Hij het mij gisteren al heel duidelijk heeft gezegd, maar deze tekenen zullen ons in onze harten altijd heel levendig aan Hem doen denken en onze liefde voor Hem opnieuw aanwakkeren! - Dat vind ik.
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[23] IK zeg: "Vriend, dat zijn zaken, die je nu nog niet zult kunnen begrijpen; eens zullen ze je echter duidelijk worden! De aardse tijd heeft daarvoor weliswaar geen maat, -maar een hele oergrondmiddenzon wel! Als die eenmaal aan zijn einde komt, zal ook de nog steeds mogelijke ommekeer van de satan niet meer veraf zijn, maar waar zal deze aarde dan al zijn en deze zon?! Want een lichaam zoals de oergrondmiddenzon heeft een voor jou ondenkbare tijd nodig, tot al het geoordeelde leven, dat zich in haar bevindt en dat nu schijnbaar dode materie is, tot op het laatste stofje overgaat in het vrije geestelijke leven!
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De HOOFDMAN zegt tegen zijn onderaanvoerder: "Haast je, neem twintig man en ga naar de stad! Deel de onbeschaamde booswichten mee dat deze plaats zich vanwege de grote militaire bezetting in voortdurende staat van beleg bevindt, en dat niemand haar zonder uitdrukkelijke opdracht, afgegeven door een Romeinse oppercommandant, mag betreden! En als iemand haar toch betreden heeft, dan worden hem na de ontvangen kastijding de ogen geblinddoekt en de oren met zachte modder dichtgemaakt, waarna zijn handen en voeten gebonden worden! In die toestand wordt hij in een bark gebracht, op stro gelegd en vervolgens naar de bestemde plaats vervoerd, waar hij weer bevrijd wordt van alle hand -, voet -, oog -, en oorboeien en met een roeiboot aan land gezet wordt. Voordien moet hem echter onder bedreiging van de zwaarste straf het opnieuw betreden van een dergelijke militaire standplaats, zonder rechtsgeldige toestemming van een Romeinse militaire oppercommandant, verboden worden. Als de Bethlehemieten zo'n bewijs niet hebben, behandel ze dan zonder uitzondering op deze wijze! Als ze geld hebben dan kunnen zij voor twee honderd ponden zilver wel de tuchtiging, maar niet het viervoudige boeien, afkopen! Als ze echter geen geld hebben of als ze niet willen betalen, moet ieder van hen, voordat ze geboeid worden, vijftien slagen met de roede op de tot aan de lendenen ontblote rug krijgen! Dixi, fiat!" (Ik heb gezegd, het gebeure!)
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[27] Aan de hand van deze waarachtige schildering kun je nu genoeg ontdekken om in jezelf tot een helder inzicht te komen, zodat je Mij in je hart die plaats geeft, die mij toekomt! Noch het licht van de sterren, noch dat van de maan en net zo min de op zichzelf staande gouden glans der morgenwolkjes is in staat de ketens te verbreken van het in de materie van deze aarde gevangen leven, en het dan naar de zelfstandige actieve vrijheid te lokken. Dat kan alleen maar het licht van de zon.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[28] Wie kan Hij dan zijn, wiens stem en wil alle in de materie gevangen geesten gehoorzamen en voor wie zij alles doen wat Hij wil, - en wie kan Hij zijn over wiens komst alle profeten geprofeteerd hebben?"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JOSOË zegt: "Dat betekent, dat er in de hemel geen materie binnen kan komen. Daarom lost deze engel iedere stoffelijke spijs vooraf op in iets geestelijks en neemt daarvan dan alleen het zuiver geestelijke op. De jongeman is een zuiver geestelijk mens uit de hemelen en is als zodanig ook een beeld van de hemel op heel kleine schaal. 'De spijzen komen overeen met ons wereldse mensen, nu nog begraven in onze materie. Die materie is weliswaar, net als deze spijzen, al goed voorbereid aan de vuurhaard van deze grote meester, die ons dat geleerd heeft en Zich lichamelijk nog onder ons bevindt, - maar toch kunnen wij met deze lichamen van ons niet het hemelrijk binnengaan.
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Kijk, wij hemelgeesten zien erg ver. Wat wij met één blik duidelijk zien is voor jouw gedachte niet te bevatten! Het gebeurt heel vaak dat ergens, vooral op deze aarde, de mensen echt met opzet slecht worden. Wij trekken hen honderd malen bij een groot gevaar weg, maar zij kunnen het niet laten om zich opnieuw in hetzelfde gevaar te begeven. Als dan alles niet helpt, laten we tenslotte toe dat de mens zich toch weer moedwillig in gevaar begeeft, en dan laten wij hem er zich zo behoorlijk op stuklopen dat hem daardoor vaak voor lange tijd alle lust vergaat. Als hij dan verstandig wordt, heeft hij door de ervaring geleerd, laat zijn moedwil en vaak kwade onzin varen en het is dan alsof die mens zichzelf verbeterd heeft.
Hoofdstuk 165: Hemelse kwade ingrepen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De aarde is de draagster van tweeërlei soort mensen. De ene en betere soort stamt van oorsprong reeds van boven, de kinderen van God moeten daaronder gerangschikt worden. De andere en oorspronkelijk kwade soort stamt zuiver van deze aarde af. Hun ziel is in zekere zin een combinatie van afzonderlijke levensdeeltjes, die,terwijl ze van satan afgenomen zijn, in de massa van het aardelichaam als materie gevangen worden gehouden. Daaruit evolueren ze door de plantenwereld naar de dierenwereld, en werken zich door de vele niveaus van de dierenwereld tenslotte als een potentiële kracht, bestaande uit talloze oerzieldeeltjes, op tot een ziel van een werelds mens. Speciaal bij ongezegende verwekkingen verenigen zij zich in het lichaam van de vrouw, waarbij zij daarna net als de kinderen van het licht uit de geestelijke sfeer van de hemelen, op deze wereld geboren worden.
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...