Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5822 resultaten - Pagina 5 van 389

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Wie dus niet in de geest van zijn liefde tot Mij komt en Mij vraagt en dankt met dezelfde geest van de liefde, waarlijk, die zal ik niet eerder aanzien en verhoren, dan wanneer hij zich volledig overgegeven heeft en ingegaan is in zijn innerlijke wereld en Mij daar een nieuw, levend offer gebracht heeft van de zuivere liefde in het hart van zijn ziel, waarin de levende geest woont, die een oude afstammeling is van Mijn eeuwige liefde!
Hoofdstuk 66: Abedams woorden over de ware verering van God. Het evangelie van het ware geven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Maar zie nu, mijn broeder Lamech, op dezelfde manier als wij nu deze berg aan ons dienstbaar hebben gemaakt en hem hebben bestegen, kan en moet ieder mens zichzelf reinigen, dan zal hij daarna ook met de geringste moeite van de wereld in zichzelf het lichte hoogste standpunt van zijn leven bereiken!
Hoofdstuk 214: Het mooie uitzicht vanaf de slangenberg. De geestelijke betekenis van de reiniging van de slangenberg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Zo staat er zelfs ook regelmatig in de heilige Schrift: 'En op dezelfde dag', terwijl zo'n gebeurtenis die wordt beschreven alsof hij op één dag plaatsvond, in de werkelijkheid van de uiterlijke wereld vaak jaren in beslag nam.
Hoofdstuk 146: Een wenk ter beoordeling van tijdvermeldingen bij de geestelijke vertelwijze. De ontvangst van de tien boden in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] De aldus begenadigde werd dan met zijn bebloede gezicht langs dezelfde weg weer voor het forum van de priesters gebracht. De priesters loofden dan - natuurlijk slechts voor de vorm - de grote goedheid van de almachtige heerser over de hele wereld en zeiden dan tegen de begenadigde:
Hoofdstuk 200: De 'arbeid' van de nieuwe koning. De onmenselijke behandeling van de arme vreemdelingen in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[20] De uiterlijke materiële wereld in al haar delen is (stemt overeen met) de ruwe kiezel. De opdeling daarvan is het vormgeven aan de verschillende wezens. Het wassen van het kiezelstof is het zuiveren of trapsgewijze opstijgen tot hogere potenties van de geesten in de materie. Het drogen betekent het vrijmaken of het veiligstellen van de geesten in een eenheid, die al bij de mens tot uitdrukking komt. Het zouten is het geven van het genadelicht aan de geest in de mens. Het uiteindelijke samensmelten door de hitte van het vuur in de smeltkroes is het één worden van de geesten, zowel onder elkaar als met het vuur van Mijn liefde. Want zoals de materie in de smeltkroes niet kan samensmelten voordat ze dezelfde warmtegraad als die van het vuur in zich heeft opgenomen, kunnen ook de geesten onderling niet eerder eensgezind en dus voor eeuwig verdraagzaam worden, voordat ze door Mijn liefde ofwel door Mijzelf, volkomen doordrongen worden. Zo staat er ook in de ,Schrift: `Wees volmaakt zoals uw Vader in de hemel volmaakt is' (Matth. 5:48). En wederom staat er: `Opdat zij één worden zoals Ik en U één zijn' (Joh. 17). Kijk, hieruit zal het voorbeeld toch zeker duidelijk worden.
Hoofdstuk 1: De geestelijke zon - een genadevonk van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wie dus de liefde van God in zich heeft, zal ook de wijsheid toekomen in dezelfde mate waarin hij de liefde bezit. En zo wordt hem gegeven die reeds heeft, namelijk de liefde. Wie deze echter niet heeft, maar slechts zijn dorre wereldverstand, dat hij voor wijsheid aanziet, hem wordt dan ook dit afgenomen en wel op de meest natuurlijke manier van de wereld, wanneer hem het wereldlijke of het lichamelijke leven afgenomen wordt.
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk uit dit voorbeeld kunnen we de grote en belangrijke les trekken die precies op onze eenvoudige, geestelijke zon van toepassing is. En deze les stemt precies overeen met de tekst uit het evangelie welke luidt: `Wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft zal hem ontnomen worden' (Matth. 13:12). In deze schriftuur bevindt zich nog een andere, die met het bovenbeschreven voorbeeld nog meer overeenstemt, en deze tekst luidt als volgt: `Het rijk van God komt niet met uiterlijk vertoon, want zie, het is in u!' (Luk. 17:21). Begrijpen jullie nu hoe het met deze voorlopige eenvoud van de geestelijke zon gesteld is? Jullie zeggen: we begrijpen wel iets, maar nog niet volkomen duidelijk wat daarmee wordt gezegd en aangegeven. Maar Ik zeg jullie: nog een klein beetje geduld en alles zal dadelijk met weinig woorden zo helder naar voren komen als de zon op klaarlichte dag. Waarom zagen jullie de geestelijke zon zo eenvoudig? Omdat jullie alleen maar de eigenlijke buitenkant hebben gezien. Maar Ik zeg jullie: er bestaat op de geestelijke zon een oneindige, indrukwekkende en wonderbaarlijke veelzijdigheid, waarvan jullie je tot nu toe nog helemaal geen voorstelling konden maken. Deze veelzijdigheid ligt echter niet op de geestelijke zon, maar ze ligt in het innerlijk van de geesten. Als jullie deze dus willen zien, dan moeten jullie met zuiver geestelijke ogen in de sfeer van een of andere zalige geest kijken en jullie zullen de anders zo eentonige, geestelijke zonnewereld spoedig in talloze wonderen zien overgaan. Want jullie moeten weten dat aan iedere geest wel een en dezelfde ondergrond wordt gegeven, die louter uit Mijn genade en erbarming bestaat, en deze komt in gelijke mate in de door jullie geziene geestelijke zon tot uiting. Wat dan de inrichting van deze gegeven ondergrond, ofwel de eigenlijke bewoonbare wereld voor de geest betreft, deze hangt enkel en alleen af van het innerlijk van een geest, hetgeen de liefde is tot Mij en de uit deze liefde voortkomende wijsheid. Opdat jullie dit nog duidelijker mogen inzien, wil Ik jullie nog een heel aanschouwelijk voorbeeld erbij geven. Een van jullie bevindt zich op een of andere uitgestrekte vlakte. Op dit veld treft hij niets anders aan dan in het midden een boom, waaronder in de schaduw welig gras groeit. Op dit gras gaat de wandelaar liggen, valt rustig in slaap en wordt daardoor gesterkt. Maar tijdens deze zoete en sterkende rusttoestand is een wonderbare droom over hem gekomen. In deze droom bevindt de eenzame en eenvoudige wandelaar zich in de prachtigste paleizen, houdt zich louter nice vorsten bezig, gaat nut hen ons en geniet daardoor een buitengewoon grote zaligheid. Nu vraag Ik jullie: hoe komt deze man op dit eenzame, lege veld eigenlijk aan zo'n innerlijk gezelschap?
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Zeg me daarom, kan God dan zonder meer verlangen dat die mensen en volkeren die niet in hetzelfde gebied en vooral niet in dezelfde tijd met Hem hebben geleefd, onvoorwaardelijk moeten aannemen dat Hij het was die deze leer heeft gesticht? Kan God, als Hij bestaat en rechtvaardig is, hen kwalijk nemen dat ze dat niet kunnen? Of kunnen de mensen en volkeren niet tegen God, mocht Hij misschien bestaan, optreden en zeggen: hoe wilt u oogsten, als U niet hebt gezaaid? Hoe wilt U over ons rechtspreken als U een onrechtvaardige God bent? Wilt U echter rechtvaardig rechtspreken, oordeel dan degenen die U hebben gezien en tot wie U hebt gepreekt. Maar laat ons met rust, want we hebben U nooit gezien en hebben ons nooit van Uw bestaan kunnen overtuigen. Het woord dat ons is overgeleverd en van U afkomstig zou zijn, kan ons nooit oordelen, omdat het evengoed verzonnen als waar kan zijn en nog veel eerder verzonnen dan waar. Zolang we op aarde hebben geleefd, hebben we slechts de oude natuur gezien; van U echter geen enkel spoor. We zijn op de wereld gekomen als zuivere kinderen van de natuurkrachten. De mensen en wereldse leraren hebben ons pas kennis bijgebracht. Ons hele leven lang was er van U geen spoor te bekennen. Waarom wilt U dan over ons rechtspreken, terwijl U ons nooit een bewijs dat van Uw bestaan en geaardheid zou getuigen, wilde geven?
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Voor de hemelse mens geldt de volgende regel: wie bij een bepaald streven merkt dat iemand anders dezelfde ambities heeft, moet zelf onmiddellijk een stapje terugdoen en zijn naaste, bij het verwezenlijken van zijn liefde, geen strobreed in de weg leggen. Want het is beter om in de wereld bij iedere gelegenheid met lege handen te blijven staan dan met een of andere nog zo onbeduidende strijd iets te winnen.
Hoofdstuk 118: Hemelse en helse principes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Vraag: heeft het schaamtegevoel enkel met de jongedame te maken of met haar ochtendjapon? Maar nu verder! Dezelfde zedige juffrouw die bij het ochtendbezoek van louter schaamte bijna een beroerte kreeg, en zich op dat moment voor geen goud ter wereld door een man zou laten aanraken, juist deze zelfde hoogst zedige juffrouw wordt 's avonds bijna half bloot naar een bal gebracht en laat zich nu door haar danspartner ongegeneerd vastpakken en niet zelden, zoals jullie zeggen, van alle kanten knuffelen. Vraag: waar blijft nu het schaamtegevoel van de ochtend? Zeker ook thuis in het onaantrekkelijke ochtendgewaad. Verder maar weer!
Hoofdstuk 114: Heerszucht en hoogmoed - het zaad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Zo is het vandaag de dag ook gesteld met de standvastigheid in het geloof. Zolang iemand zich in een of andere hoek van de aarde veilig weet voor de klauwen van de heers- en hebzuchtige groten der aarde, zolang spreekt hij ook als een Mozes op de Sinaï. Hebben echter deze grote en machtige vrienden van de wereld en vijanden van de waarheid onze Mozes ontdekt en maken zij aanstalten om hem op een wereldse, hoogst onaangename manier tegemoet te treden, dan kijkt onze waarheidsprediker om zich heen of er niet ergens een poortje openstaat om te ontsnappen. Zou dit gebarricadeerd zijn, dan wordt na een streng wereldlijk onderzoek door de sterk bedreigde profeet dezelfde zogenaamde moedige beslissing genomen die de sterrenkundige Copernicus met betrekking tot jullie wetenschap nam toen hij tot zijn grote schrik de brandstapel voor zich zag. Ook sommige werkelijk vrome mensen in Spanje hebben zo gehandeld. Zij wilden ten tijde van de inquisitie ook menige, door de Heer Zelf meegedeelde leerstelling liever verbranden dan grote narigheid over zich heen laten komen.
Hoofdstuk 71: Over de heilige school van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Zie, na deze woorden valt de oudste op zijn aangezicht en zijn kinderen volgen zijn voorbeeld. Nu zegenen we hen en nadat wij hen gezegend hebben, kunnen jullie je door mij wat laten optillen. Kijk nu, we zijn omhooggegaan en onze mooie wereld zweeft alweer als een heel klein sterretje in een eindeloze diepte. Maar kijk daar beneden; dat is jullie zon. We zijn er niet ver meer vandaan; toch zullen we niet te vlug, maar eerder zachtjes haar geheiligde oppervlak naderen. Dit keer echter niet het materiële, maar het geestelijke oppervlak, en wel op een plek die nu juist volkomen overeenstemt met dezelfde plek op het materiële oppervlak. Laten we dus zachtjes naar beneden gaan!
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Het antwoord is juist. Daaruit kunnen jullie ook gemakkelijk opmaken hoe het er op zo'n immense wereld toe zou gaan als daarop de grote naties op dezelfde manier met elkaar in aanraking zouden kunnen komen als de kleine naties op jullie aarde dat overal kunnen. Meer hoef ik jullie hierover niet te zeggen. Opdat jullie dit nog beter mogen begrijpen, zullen we ook deze keer dadelijk naar een ander woongebied gaan, waar jullie ten opzichte van dit gebied een zeer belangrijk verschil zullen aantreffen. - Aldus gaan we op pad in de richting van jullie wil.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] De mensen op deze centraalzonnenwereld is weliswaar niet de eindeloze genade ten deel gevallen, waarin hun door de Heer zelf de juiste en kortste weg door middel van Zijn eigen heilige mond geleerd en aangetoond werd, en waarbij hun niet slechts een zwak schijnend lampje maar een hele centraalzon voor hun bordje werd geplaatst, maar desondanks is het voor hen niet onmogelijk om het bordje van het eeuwige leven in hun hart te vinden en daarnaar hun leven in te richten. Zij leven trouwens ook lang genoeg om zich daarvan innerlijk bewust te kunnen worden, want er zijn daar mensen die zo oud zijn als een half mensengeslacht op jullie aarde. Bovendien zijn zelfs de zielengeesten van de gestorvenen, als zij dat willen, tot dezelfde 'incarnatie' in staat als in hun lichamelijke leven. Tussen beide levens van de mensen op deze wereld bestaat er sowieso al geen al te groot verschil, want ze kunnen elkaar altijd, zo vaak ze maar willen, zien en spreken.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] De oude zegt: daar kun je volkomen zeker van zijn, want de beweegredenen waarom iemand tot het kindschap van de Heer wil geraken, zijn juist dezelfde die de Heer gebruikt om hem in de andere wereld datgene te laten worden waardoor hij zijn wezenlijke levensdoel kan bereiken. Wil je de geringste zijn, dan zal de Heer je op Zijn handen dragen. Wie echter de grootste wil zijn zal de Heer niet als leidsman hebben, maar de Heer zal achter hem aanlopen en zijn doen en laten gadeslaan. En als hij die groot wil zijn, bij een afgrond zal komen en niet vrijwillig wil omkeren, dan zal de Heer hem niet roepen noch van de afgrond wegtrekken maar het aan hemzelf overlaten om vrijwillig om te keren dan wel zich vrijwillig in de eeuwige afgrond te storten.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...