Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 5 van 103

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[17] Dan zal de woestijn een akker worden en de akker zal men als een deel van het woud zien. En het recht zal in de woestijn wonen, en de gerechtigheid woont op de akker. En de vrucht van de gerechtigheid zal de vrede zijn, en het nut van de gerechtigheid zal eeuwige stilte en zekerheid zijn,
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Waarlijk, waarlijk Ik zeg jullie: Wie zijn vader en moeder meer liefheeft dan Mij, is Mij niet waard; en wie zoons en dochters heeft en ze meer liefheeft dan Mij, is Mij niet waard! (Matth. 10:37) Wie zijn last, ook al drukt ze hem zo zwaar als het doodskruis van de Romeinen, niet gewillig op zijn schouders neemt en Mij volgt, is Mij al helemaal niet waard, en hij zal geen deel hebben aan het Rijk van God. (Matth. 10:38)
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Wij zetten toen onze reis heel rustig voort en bereikten zo tegen de avond de wijd uitgestrekte bergboerderijen van Kisjonah, waar we ook de nacht doorbrachten. Vanwege de vermoeidheid van de vrouwen begonnen we pas op de tweede dag met de beklimming van de hoogste top van deze berg, van waaruit men een buitengewoon mooi en ver uitzicht had over heel Judéa, Samaria, Galiléa en een groot deel van Griekenland.
Hoofdstuk 151: De berg beeft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Er is echter nog een veel groter verschil tussen jouw aarde en de maan, en dat is, dat de maan slechts aan één kant, die je echter niet zien kunt, bewoond wordt door wezens van mijn soort, terwijl de aarde aan alle kanten bewoond wordt of voor het grootste deel bewoonbaar is.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Als er een zuivere waarheid en een echte gerechtigheid is, waarvoor de tegenwoordige mensheid niet het minste begrip heeft, dan moet bij ons ook het Romeinse principe gelden: 'Al gaat de hele wereld te gronde, het recht zal toegepast worden!' De ware deugd moet altijd beloond worden; de leugen, de afgunst, de gierigheid, de valsheid en alle ongerechtigheid moet steeds onverbiddelijk gestraft worden! Als we iets willen bereiken met de thans bijna geheel verworpen slechte mensheid, dan moeten wij optreden zoals de engelen in Sodom em Gomorra. Wie naar ons luistert en ons in Uw naam aanneemt, die zal Uw genade ten deel vallen; wie echter niet naar ons luistert en ons niet aannemen wil, die wordt bezocht door een plaag! Wie ons echter wil vervolgen en voor een wereldlijk gerecht wil brengen, moet een verterend vuur uit de hemel over zich heen krijgen, en dat moet datgene met hem doen wat het eens met de Sodomieten gedaan heeft !
Hoofdstuk 136: De tegenwerpingen van Judas. (1.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Veel begreep het nog steeds wat somberder deel van de Joden en bij Mij gebleven Farizeeën er niet van, maar toch protesteerden zij niet; want deze Joden en Farizeeën, die zich al op de eerste dag van Mijn bezoek aan Kisjonah aan Mijn kant geschaard hadden, waren werkelijk opgewekte en goedwillende mannen en het waren nuchtere denkers, die al veel van Mij verwachtten en Mijn woord gelijkstelden met dat van God. Daarom kunnen ze niet vergeleken worden met diegenen, die naar Kapérnaum teruggejaagd werden, en ook niet met diegenen, die vanwege het beven van de berg meer dan vier dagen geleden weer naar benepen vluchtten.
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar zoek u voor alles in uw hart het Rijk van God en zijn gerechtigheid, en maak u zich over al het andere weinig zorgen; want dat alles, met daarbij inbegrepen de wijsheid der engelen, kan u geheel onverwacht ten deel vallen. Nu denk Ik, dat u Mij wel helemaal hebt begrepen!?'
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Spreek met je soortgenoten over het hier geleerde alsof je het niet van Mij hebt gehoord, maar alsof je het persoonlijk had bedacht! Slechts als je vrienden als het ware deel hebben aan jullie leer, dan mag je ze pas onder vier ogen vertellen van Wie je die leer hebt ontvangen, en welke tekens daaraan vooraf zijn gegaan!
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het grote verschil tussen ieder mens en iedere geest ligt daarin, dat een geest, zoals nu deze drie engelen hier, van meet af aan een wijs gebruik heeft gemaakt van zijn vrijheid binnen Mijn ordening en nooit daartegen heeft gezondigd. Een groot deel van de voor jouw, begrippen talloos vele geesten heeft de vrijheid van haar wil echter misbruikt en is daarom ondergedompeld in het gericht; en uit zulke geesten, die tesamen eigenlijk deze hele aarde en alle talloze andere werelden, zoals zon, maan en sterren, vormen, ontstaan volgens de wet waaraan de gehele natuur gehoorzamen moet, zowel de natuurlijke mensen van deze aarde als ook de mensen van alle andere werelden, en wel op de je wel bekende manier van de geboorte met de daaraan voorafgaande verwekking. Zo moeten ze door opvoeding en onderricht mensen worden, en na het afleggen van hun lichaam tot zuivere en vrije geesten worden opgevoed.
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ja, ja, nu wordt me opeens alles duidelijk! - Er staat: 'De vrouw werd uit de rib van Adam geschapen; hoe begrijpelijk is dat nu! - Zoals de bergen heel zeker het hardere en in die vorm ook het meer hardnekkige deel van de aarde zijn en als zodanig ook de onverzettelijkste geesten bevatten, zo vindt je daaraan overeenkomstig het halstarrigste deel van de eerste en ook van alle latere mannen in de beenderen van de man.
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Het meer hardnekkige deel van de geest, het meer zinnelijke, trotse en hoogmoedige van de man zonderde God in Zijn wijsheid en macht af in een op de man gelijkende vrouwelijke vorm, die, omdat ze uit de man afkomstig is, heel levensecht op hem gelijkt. Daarom en door de geslachtsdaad kan zij een levende vrucht in zich verwekken volgens de almachtige wil van God. Omdat haar, als zijnde het meer hardnekkige geestelijke deel van de man, een groter lijden is opgelegd, kan zij haar geest net zo vervolmaken als de man dat met zijn minder harde geest kan, -zodat man en vrouw tenslotte één worden, zoals in de Schrift staat.
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Want de term, dat man en vrouw dan één lichaam hebben, betekent toch niets anders dan: Hoewel het wezen van de vrouw het hardere deel van de man is, wordt het door de naar verhouding sterkere beproeving volledig gelijk aan het zachtere deel van de geest van de man, en dat betekent het als er staat, dat man en vrouw één lichaam hebben. - O Heer, wat zegt U hiervan? Heb ik het geheel minstens bij benadering goed begrepen of niet?'
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg tegen jou en jullie allen: Zo ver is het nu gekomen, dat alle mensen totaal verloren zouden zijn, als Ik, de Heer Zelf, niet in de wereld was gekomen om jullie te verlossen van het juk van de satan en diens eeuwige verderf; en Ik Zelf zal het uiterste moeten doen, om aanvankelijk slechts het kleinste deel van de mensen op te heffen in het ware hemelse licht.'
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Als de mensheid voor het grootste deel werd vernietigd, en een nieuwe mensheid op aarde werd gezet en deze vanaf de wieg in deze waarheid werd opgevoed, dan zou je er vruchten van kunnen verwachten waar de hemel wat aan heeft; maar zoals de mensheid nu is, is ze voor de hel nog te slecht, laat staan voor deze waarheden uit de hoogste hemelen!
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Jullie willen na God wel de eersten zijn, en je verlangt van ons mensen een goddelijke verering; maar wij zeggen je, dat jullie voor ons de laatsten zijn. en honderdmaal erger dan alle heidenen! Want voor ons welzijn doen jullie mets; je werkt niet, en die bij jullie in de school komen, worden na verloop van een paar jaar zo dom en somber, dat geen engel zonder speciale macht en kracht van God ze weer normaal zou kunnen maken! En dat is altijd nog het beste deel van al jullie zorgen en moeiten voor wat ons welzijn moet heten!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...