Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6281 resultaten - Pagina 5 van 419

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] Hieruit kun je opmaken met wat voor grote nauwkeurigheid de ordening moet worden gehandhaafd met betrekking tot de plaats van de specifica. Want bij een plant heeft elk atoomgroot plekje op een blad al een ander specificum, dat weliswaar met zijn buurman de grootste verwantschap vertoont, maar desalniettemin toch niet geheel hetzelfde is. Want zou dat niet het geval zijn, dan zou er nooit een blad geconstrueerd kunnen worden. Wie dit zou betwijfelen moet maar eens een stukje uit een blad nemen en dat elders op een even groot gaatje in hetzelfde blad leggen en hij zal zien dat er nergens verbinding bestaat. Ja, Ik zeg jullie, er is al zo'n grote ordening aanwezig dat geen menselijke wijsheid haar ooit helemaal begrijpen kan, zolang de geest van de mens in zijn sterfelijk omhulsel woont. En hoe verder men bij de uiteinden van de plant komt, des te groter is het aantal intelligenties en des te minder kan hun ordening veranderd worden. In de twijgen van heel jonge bomen is alles nog niet zo gevormd en daarom kunnen deze overgeplant en geënt worden.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[19] Als de moeder echter niet gelijktijdig vrouwelijke en mannelijke specifica in haar lichaam verenigde, waarvandaan zou ze dan het vrouwtje en waarvandaan het mannetje voeden? Dit is geloof Ik al wel zo duidelijk dat het geheel overbodig is daar meer over te zeggen en het is lachwekkend en langdradig om nog te moeten gaan uitleggen hoe de veren aan de vogels groeien, de haren aan de varkens, de horens aan de os en de lange oren aan de ezel; want dat ligt alles in de ordening van de ziel, hoe deze namelijk op de zojuist aangegeven manier haar intelligenties volgens assimilatiewetten ordent.
Hoofdstuk 49: De dierenziel en hoe deze door geesten wordt beïnvloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Is de ziel, geholpen door de wil van de geesten, met dit werk klaar, dan worden haar weer nieuwe specifica toegevoerd, waaruit weer allerlei dingen in het menselijk lichaam geordend worden. Hier hoeft niet gemaakt of geschapen te worden, alles maakt zichzelf, als de weg van de ordening maar wordt gewezen. En zo worden hier vlees, kraakbeen, spieren, pezen en beenderen gevormd en wat bij elkaar hoort voegt zich vanzelf samen. Maar het zou de verkeerde kant opgaan, als de geesten door hun wijze wilskracht de intelligentiespecifica niet de juiste weg wezen, want dan zou ook de vorm verkeerd worden. Dit kan soms gebeuren als de moeder terwijl ze een kind draagt, in haar gemoed zich in de hel begeeft, waar Mijn goede geesten en engelen geen goede hulp kunnen bieden. Het gevolg van zo'n euvel is gewoonlijk een misgeboorte of ook vaak een uit de hel ertussen geschoven kind dat het zgn. gewone volk een wisselkind noemt. - Het is daarom elke moeder aan te raden zich gedurende de zwangerschap zo deugdzaam mogelijk te gedragen.
Hoofdstuk 50: Invloed van geesten bij het verwekken van mensen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Zo'n spoorweg ligt, strikt genomen, net zo min in Mijn ordening besloten als de bouw van de toren van Babel. Maar deze torenbouw had ook zijn goede zijde. Het dreef de volkeren uit elkaar en bracht ze mettertijd tot de overtuiging, dat de mens ook op een andere plaats en niet alleen in Babylon kan leven en dat God overal Zijn zon laat schijnen en Zijn regen laat vallen. En zo hebben tenslotte allen, die door de torenbouw uit Babylon zijn verdreven, erbij gewonnen. Zo zal het ook met de spoorwegen gaan, daar zal tenslotte iedereen bij winnen. De hoofdaandeelhouder wint materieel, want hij plundert de beurs van anderen. Maar de anderen winnen aan inzicht en weldra aan menselijkheid; want als rijken tot bedelaars worden, worden ze zachte deemoedige mensen. De herbergiers langs de weg winnen ook, want ze verliezen het straatroversachtige en winnen aan menselijkheid. De boeren, over wier beste land de spoorbaan vaak wordt geleid, winnen ook. Want vroeger plaatsten ze op hun land vaak hekken en doornhagen en als een mens maar één stap op hun weiland had gedaan, dan werd hij mishandeld; nu is het echter goed, dat hij zo'n brede ijzeren weg op zijn grond moet dulden; hij wint nu aan geduld en menselijkheid - en dat is ook een grote winst. De reizigers winnen, want ze komen veel goedkoper en vlugger op de plaats van bestemming en leren tenminste in de spoorwagons dat ze niet meer waard zijn dan anderen, want iedereen betaalt dezelfde prijs. Maar niettegenstaande dat alles schim pen de mensen over de tuchtroede, die ze zelf met alle mogelijke middelen tot stand hebben gebracht. Maar als men het zelf gedaan heeft, moet men ook zelf de gevolgen dragen. Als herbergiers, voerlieden en soortgelijke handwerkslieden en de aandeelhouders menselijk worden, zoals het hoort, dan zal het er met de tuchtroede beter uitzien, want alles ligt in Mijn hand en Ik kan het zo vormen en veranderen zoals Ik wil. Ik heb gezegd dat Ik in dit werk geen welgevallen heb en zo is het ook; want Ik heb geen plezier in de tuchtroede. Maar omdat ze er nu eenmaal is, zoals de mensen haar wilden hebben, daarom zal ze nuttig zijn voor de goeden en ze zal de slechten tot een vloek zijn. Jullie kunnen er rustig gebruik van maken en Ik wil bovendien nog diegene zegenen, die er gebruik van maakt opdat de straatrovers hun volledige tuchtiging krijgen.
Hoofdstuk 64: Allerlei menselijke klachten 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Tot deze klasse van innerlijke visioenen behoort ook het zien tijdens een magnetische slaap en ook wat jullie al eerder verklaard werd, het zien tijdens de zogenaamde zwavel-ether narcose. Deze visioenen hebben daarom al een zeker verband en een bepaalde ordening, omdat de ziel hier door de haar omgevende geesten al klare wijn wordt geschonken.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] In de leeg geworden larve komt na de uittreding van het leven dadelijk de vochtigheid van de lucht en hij valt dan, nadat veel van zulke larven zich verenigd hebben, als regen op aarde neer. Nu pas begint een werkelijk aards dierenleven en wel in de tussenruimten van de met water gevulde hulsjes. Want als de verloste* (** D.w.z. door een hogere ontwikkeling vrijgekomen.) en vrij geworden geesten ui het laagste plantenrijk dat bemerken, treden ze (volgens Mijn ordening) dadelijk uit hun hulzen en verenigen zich bij miljoenen met dit als het ware elektrische dierenleven en vormen de bekende infusoriën diertjes. Je kunt je daar zelf van overtuigen: leg één of andere plant in het water en laat haar daar enige tijd in liggen. Breng dan een grote druppel onder een microscoop en je zult dan op een punt dat zo groot is als een zandkorrel een menigte vrij levende en zich bewegende diertjes ontdekken. Dat is dus de eerste diersoort, die in voor jullie waarneembare materie tevoorschijn komt.
Hoofdstuk 2: De ontwikkeling uit het oerleven van de dierenwereld en de parelmossel - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[18] Na zulke wormen komen dan de schaaldieren en wel het eerst de slakken en mosselen die bijna tegelijkertijd verschijnen, met dit verschil dat het ene in zekere zin mannelijke deel van de wormen slakken wordt, en het vrouwelijke deel mosselen. Deze diersoort heeft dan weer tot aan de schildpad een eveneens duizendvoudige progressie. We zullen deze ordening niet verder volgen, maar willen nu bij de zgn. parelmossel blijven stilstaan. Deze staat in de voornoemde rij op de negenhonderdnegentigste trap van ontwikkeling en is ontstaan uit de vereniging van de parelmoermossel met de parelmoerslak. Hier verenigt zich namelijk een tweevoudig leven, een mannelijk en een vrouwelijk. Het vrouwelijke leven sluit zich op in een uiterlijk ruwe, maar inwendig gladde metaalachtig glanzende dubbele huls. Daarin vegeteert het uitstekend, voedt zich met wormen en gebruikt de uitgezogen larve voor de opbouw van haar huis.
Hoofdstuk 2: De ontwikkeling uit het oerleven van de dierenwereld en de parelmossel - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[21] (En het licht schijnt in de duisternis en de duisternis begrijpt het niet. Joh. 1:5) Hoewel Gods licht haar uiterste best doet, en al haar licht Iaat schijnen om deze nacht weer om te vormen in het echte licht van God, herkent die nacht, die zelf uit het licht van God ontstaan is, maar nu geen werkelijk zicht meer heeft, dit licht van God toch niet.
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] Dit vijfde vers geeft aan hoe Ik, door alle eeuwen heen onveranderlijk, in deze door Mij en uit Mij geschapen wereld kom, en deze Mij niet herkent als haar eigen oorsprong.
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De - doop uit de hemel - is de volle overgang van de geest en de ziel, met al haar begeerten, in de levende geest van de liefde tot God en in Gods liefde Zelf.
Hoofdstuk 2: De oude en nieuwe getuige, Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Want Maria wist in haar hart wel dat Mijn tijd nu gekomen was om als de verwachte Messias op te treden en te werken; maar ze wist, net als zoveel anderen, niet waaruit Mijn werk zou bestaan. Ook zij geloofde voorlopig nog steeds in de volledige verdrijving van de Romeinen, en aan de oprichting van de machtige troon van David en het daaraan verbonden onwrikbare en onoverwinbare, goddelijk heerlijke aanzien, dat vanaf dat moment niet meer zou ophouden.
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] (Jezus zegt tot haar: 'Vrouw, waarom meng je je in Mijn zaken? Mijn uur is nog niet gekomen.' Joh. 2:4) Daarop geef Ik Maria heel zachtjes temidden van alle gasten een tweeduidig antwoord en zeg, rekening houdend met de toen rond Nazareth gebruikelijke gewoonte: 'Vrouw, waar maak je je druk over? - Ik, als uitgenodigde gast, ben nog niet aan de beurt om voor de wijn te zorgen, Mijn tijd is nog niet gekomen!' - (In deze tijd en omgeving moest namelijk iedere op de bruiloft genodigde mannelijke gast een vrijwillige gift, in de vorm van wijn, als bijdrage meebrengen. Daarbij moest men met een zekere volgorde rekening houden, zodanig dat de gaven van de naaste familie het eerst gebruikt werden en pas als deze op waren, op volgorde van belangrijkheid, de gaven van de gasten die geen familie waren) Maria wist echter dat de wijnvoorraad van allen reeds verbruikt was; daarom richtte ze zich tot Mij en vroeg Mij als het ware om dit keer de gebruikelijke volgorde niet in acht te nemen, vooral omdat er juist een nieuwe gast aankwam en er voor diens verwelkoming geen druppel wijn meer was! Dat was een ongewone vraag voor haar, maar dat kwam omdat ze er zo op gesteld was, dat bij zo'n gelegenheid alles volgens het oude gebruik verliep. Ofschoon Ik Mij niet erg toeschietelijk toonde, kende ze Mij wel zo goed, dat ze wist dat Ik haar nooit iets weigeren zou wat ze graag wilde.
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ja, waarom dan niet geheel vernietigd? -Omdat ook deze liefde haar vrijheid moet behouden; want het edele zaad of de tarwekorrel zal het best opkomen in een akker, die goed bemest is met dierlijk afval, en zal daar een rijke oogst geven. Zou men echter de mest weghalen van de akker om deze zo geheel van afval te zuiveren, dan zou daardoor de edele tarwekorrel maar slecht groeien en zeker een hele slechte oogst opleveren.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Volgens de ordening der dingen behoort het buitenste aan de buitenkant; de bast mag zich nooit in het merg van een boom bevinden, omdat hij op zichzelf iets doods is, maar alles wat tot de bast behoort moet in de bast zitten. De bast is van groot nut voor de boom, als hij zich in de juiste hoeveelheid op zijn eigen plaats bevindt. Als iemand echter eerst het merg uit de boom haalt en daarna de bast ervoor in de plaats brengt, dan zal de boom verdorren en sterven.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Daarop zei Ik dan: 'Ik wil niet in een plaats wonen, waar voor de poorten van de opgeblazen bewoners lansknechten op wacht staan, die alleen de prachtig uitgedosten binnenlaten en de armen genadeloos afwijzen, en waar men, als men een vreemd gezicht heeft of niet schitterend genoeg gekleed is, in iedere straat minstens zeven keer aangehouden en gevraagd wordt naar naam, herkomst en reden van aanwezigheid. Daarbij houd Ik alleen maar van wat voor de wereld klein is en door haar veracht wordt, want er staat geschreven: 'Wat voor de wereld groot is, is voor God een gruwel!'
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...