Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 5 van 373

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Ik zeg je echter, dat ieder mens die zijn lichaam verliest, ook tegelijkertijd voor eeuwig de aarde verliest. En als hij niet door de liefde in zijn hart een nieuwe aarde voor zichzelf geschapen heeft, dan zal zijn ziel zich over moeten geven aan de wind en de wolken en de nevels, en wordt heen en weer gedreven in de eeuwige oneindigheid. Zij zal nooit ergens rust en stilte vinden behalve in het valse en waardeloze voortbrengsel van de eigen fantasie, en hoe langer deze rust duurt, des te zwakker, duisterder zij wordt en tenslotte gaat zij over in pikzwarte nacht en duisternis, waaruit de ziel vrijwel nooit zelf een uitweg vindt! Daarom kun je in de toekomst ook maar beter zo doen als Ik het je nu gezegd heb; maar doe voor dit ogenblik, wat je zelf wilt en kunt!'
Hoofdstuk 58: Het vlees heeft een aards einde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Daarop zegt de koopman Jaïruth: 'Heer, als dat zo is, dan zou het niet goed zijn zo'n wijn te verbouwen! Want je kunt toch niet weten, of een mens, die je dit sap te drinken geeft, liefde of boosheid in zijn hart heeft. En als je dan de goede intentie hebt om zijn liefde te versterken, maar in plaats daarvan zijn boosheid versterkt, dan zou je daardoor behoorlijk in verlegenheid gebracht worden en bovendien gevaar lopen! Nee, nee, dan zou ik het verbouwen van die wijn toch maar nalaten!'
Hoofdstuk 63: De uitwerking van hemelse en aardse wijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Hierna kies Ik meteen twee jongemannen uit, stel ze aan Jaïruth voor en zeg: 'Vind je deze beiden geschikt?' Jaïruth, die alleen al vanwege hun aanblik in de zevende hemel is, zegt: 'Heer, als U vindt dat ik de genade waard ben, dan ben ik daar tot in het diepst van mijn hart mee tevreden; ik ben mij echter erg bewust van mijn onwaardigheid voor het bezit van zo'n hemelse genade. Maar ik zal van nu aan mijn uiterste best doen, om die genade meer en meer waard te worden; en op die manier onderga ik dan Uw voor mij steeds heiliger wordende wil!'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Hierdoor is Jaïruth gerustgesteld en we komen aan de poort, waar de overste met zijn officieren al op ons staat te wachten. Hij komt dadelijk naar voren, groet Mij vriendelijk en wil Mij meteen datgene zeggen, wat hij op het hart heeft.
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Er is slechts één waarheid in de mens en deze grote en heilige E n e is de liefde, en deze liefde is een echt vuur uit God en woont in het hart; nergens anders dan in deze liefde is waarheid, want de liefde is zelf in iedere mens de diepste grond van alle waarheid in en uit God!
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Alleen met snijdend geweld kan de mens in het eigen hart deze knoop met de geest der liefde doorhakken, waarna hij dan kan beginnen met in het hart te denken, te zien en te herkennen. Pas op deze nieuwe weg komt hij tot de waarheid van zijn en van ieder ander bestaan en leven!
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Het hoofd kan talloze goden voor u creëren, maar wat stellen die voor? Ik zeg u, het zijn slechts waardeloze levenloze beelden, die door de onsamenhangende werking van het verstand opgeroepen zijn; in uw hart vindt u echter maar één God, en die is waarachtig, omdat de liefde, waarin u een ware God hebt gevonden, zelf waarheid is.
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Als men de waarheid zoekt, dan is die alleen maar in de waarheid te vinden; voor het hoofd is het voldoende als het u de sleutel tot de waarheid levert. Houd daarbij voor ogen dat alles, wat u tot de liefde aanspoort en brengt, een sleutel tot de waarheid kan zijn; laat u dan door zo'n aansporing en door zo'n les leiden en treed binnen in de liefde van uw hart, en u zult de waarheid vinden, die u zal bevrijden van alle bedrog!
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] U bent nu blij, dat Ik uw vrouw zomaar, door het in Mijn hart te willen, genezen heb en u staat zich nog steeds af te vragen: 'Hoe is dat mogelijk?' Maar Ik zeg u: Als een mens zou leven volgens de innerlijke zuivere waarheid en daardoor zelf een deel van die waarheid zou worden, en niet meer aan zijn waarheid zou twijfelen, dan zou hij tegen één van de ons hier omringende bergen kunnen zeggen: 'Verhef je en val in de zee!' - en de berg zou zich verheffen en in de zee vallen!
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] 'De aarde is des Heren en wat daarin is, en de aardbodem met wat daarop woont; want Hij heeft haar gegrondvest in de zeeën en gevestigd aan de wateren. Wie wil op de berg des Heren gaan, en wie zal op Zijn heilige plaats staan? Die onschuldige handen heeft en een rein hart, en niet houdt van ijdel gepraat en niet valselijk zweert, die zal zegen van de Heer ontvangen en gerechtigheid van de God zijns heils. Het geslacht, dat naar Hem vraagt, zoekt jouw aangezicht, Jacob!
Hoofdstuk 73: Sichar. Johannes, de genezen verlamde man. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik ben niet gekomen, om jullie door de harde straffen van de wetten der hel op te voeden, maar alleen om jullie door liefde, zachtmoedigheid en waarheid voor de hemel klaar te maken. Als Ik jullie nu door Mijn nieuwe leer uit de hemel bevrijd van de wet en als Ik jullie de nieuwe weg door het hart naar het ware eeuwige vrije leven wijs, waarom wil je dan toch nog steeds veroordeeld en verdoemd onder de wet leven, en waarom bedenk je dan niet, dat het beter is lichamelijk duizendmaal te sterven in de vrijheid der liefde, dan één dag te leven onder de dood van wet?!
Hoofdstuk 75: Behandeling van dieven, rovers en moordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] David was toch vanaf zijn jeugd een mens en een man naar het hart van Jehova, maar hij had zich slechts één mens, namelijk Uriah, tegen de wil des Heren tot vijand gemaakt, en hoe erg heeft toen, met toestemming van de Heer, Uriah's geest wraakgenomen op David! En dat is en blijft steeds het onontkoombare gevolg van een vijandige handeling een mens aangedaan, tegen de wil van God!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De overste zorgt daar meteen voor en bedankt Mij uit het diepst van zijn hart voor alles. Alle overige gasten, opgewekt door het voorbeeld van de overste, doen hetzelfde; maar verscheidene zijn vermoeid door de dagreis, aan de tafels en banken ingeslapen. De wakenden willen hen wakker maken. Ik :zeg echter: 'Laat ze rusten tot het dag is! Ik ga nu liever midden in de nacht in alle stilte weg, dan baart het vertrek niet Zo'n opzien. Blijven jullie allemaal hier tot het dag wordt, en laat niemand met Mij of de Mijnen meegaan, behalve dan in jullie harten.
Hoofdstuk 82: Afscheid van Irhaël en Joram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De overste zuchtte diep en zei: 'Edele wijze vriend! Hoe kun je nu toch opgewekt zijn, als je bijna de hele mensheid nog duizend maal te slecht vindt voor de onderste Tartarus, gesteld al dat die er zou zijn. Als twee uitgehongerde wolven een bot vinden en dan door honger gedreven daarom op leven en dood met elkaar vechten, dan is dat begrijpelijk! Want ten eerste zijn het wolven, dieren zonder hersens, door de natuur in stand gehouden machines, die door de hun opgelegde natuurlijke aard gedreven worden zich te verzadigen, en ten tweede zijn ze daardoor goed beschouwd totaalontoerekeningsvatbaar, zoals een gezwollen beek, die door haar grote en zware watermassa alles vernietigt wat ze op haar weg tegenkomt. Maar hier gaat het om mensen die van zichzelf zeggen, dat ze in zekere zin alle kennis en wijsheid hebben, maar die ondanks dat in hun hart erger zijn dan alle wolven, tijgers, hyena's, leeuwen en beren! Voor zichzelf eisen ze alle mogelijke consideratie, terwijl ze hun medemensen in geen enkelopzicht ontzien! -Vertel jij me nu eens, vriend, zijn dat dan nog mensen?! Verdienen zij ook maar het minste medeleven?! Nee, zeg ik, en nog eens duizendmaal nee! Wacht maar, jullie onbehouwen volk! Ik zal het jullie wel eens duidelijk maken, zodat je voor altijd horen en zien zal vergaan!'
Hoofdstuk 77: De Heer weet de juiste maat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zei echter: dat ze naar lichaam wel gezond waren, maar niet naar ziel. 'Want wie ontucht en hoererij pleegt, die is heel ziek in zijn ziel! Want door deze zonde wordt het hart van de mens van dag tot dag steeds harder, gevoellozer en onbarmhartiger tegen de naaste en het houdt op het laatst alleen nog maar van zichzelf en het onderwerp, waarmee het geilen kan, maar niet om het onderwerp zelf, maar vanwege het geilen. Zo'n hart ontvlucht dan het woord van God dat hem af wil brengen van zijn slechte verlangen, en wordt tenslotte zelfs een vijand van degenen, die het woord van God in hun hart bewaren en daarnaar leven. Velen van jullie lijden aan deze ziekte en Ik ben daarom weer naar jullie gekomen, om je van deze kwade en dodelijke ziekte te genezen. Wie van jullie weet dat hij aan deze kwade ziekte lijdt, Iaat die zich aan Mij toevertrouwen en Ik zal hem genezen!'
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...