Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6469 resultaten - Pagina 5 van 432

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Omdat het zuiver geestelijke leven van de ziel in Mijn rijk jullie nog volkomen vreemd is, zouden jullie natuurlijk graag liever meteen maar eeuwig hier leven; maar als jullie wisten dat jullie in één ogenblik in Mijn rijk meer en onbeschrijfelijk grotere zaligheden beleven zullen dan in duizend jaar met een gezond lichaam op deze aarde, dan zouden jullie zo niet praten. Jullie, Mijn oud leerlingen, heb Ik wel al menig voorproefje gegeven, - maar omdat jullie geheugen altijd en eeuwig kort is, weet het daar ook niet veel meer van. Maar Ik zal jullie in dit opzicht geen nieuwe bewijzen geven; want wanneer Mijn geest te eniger tijd over jullie zal komen, zal Deze jullie al alle wijsheid bijbrengen!'
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Voor kinderen is er ander voedsel dan voor rijpe mannen. Hoe wil je iemand iets wat dieper geestelijk is begrijpelijk maken, als hij de aarde die hem draagt en voedt, totaal niet kent, en nog minder beseft wat de sterrenhemel allemaal omvat en bevat? Maar jullie heb Ik dat alles leren kennen, zodat jullie je vooral een levendig begrip van de grootte en van de wijze orde van God hebben kunnen maken, en daarom hebben jullie dat hogere en zuiver geestelijke ook gemakkelijker kunnen begrijpen; de anderen die hier zijn, hebben al veel in de wereld beleefd, en hebben daardoor een basis om ook iets hogers te begrijpen, waartoe hun grote liefde tot Mij hen echter het meest geschikt maakte. En zo is nu aan allen die daarvoor geschikt waren, dit grote en diepe geheim door Mij uitgelegd; alle anderen moeten wachten tot zij geschikt zijn om het van Mijn geest te ontvangen.
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Kijk eens uit het open raam, dan zie je juist de Regulus in de Grote Leeuw! Kijk, dat is nu de centrale oerzon in deze hulsglobe! Haar niet te berekenen grote afstand van hieraf heeft haar samengedrukt tot een punt. Hoeveel van zulke Regulussen zou je je nu wel naast elkaar kunnen voorstellen? Ik zeg je: een enorm aantal, -zoals je geest er zich ook naast de Grote wereldmens in de eindeloze ruimte nog een aantal begon voor te stellen! En met zulke zuiver goddelijke mogelijkheden in je geest toegerust, zeg jij, dat een mens nog minder dan niets zou zijn?!Ja,je lichaam als materie is natuurlijk niets; daarom moet ook de grote en onsterfelijke mens niet voor zijn tijdelijke en materiële niets zorgen, maar voor zijn geestelijke alles, dan zal hij in het vervolg nooit kunnen zeggen dat hij minder dan niets is, maar in en met Mij alles in alles!
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar deze zuiver vrije, zelfstandige, geestelijke ommekeer op de ontelbare, zeer uiteenlopende hemellichamen is ook net zo verschillend als de hemellichamen onderling en in zichzelf zijn. De meest volmaakte terugkeer vanaf een hemellichaam naar God is en blijft echter die vanaf deze aarde, omdat hier ieder mens in zijn ziel en in zijn geest volkomen aan God gelijk kan worden als hij dat maar wil; want wie hier naar God streeft, zal ook bij God komen. Begrijp je deze dingen?'
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Let nu goed op hoe ik zo'n wonder voor je tot stand breng! Terwille van jou zal ik het wonder wat langzamer laten gebeuren, zodat je gemakkelijker kunt constateren hoe het goud zich uit de vrije lucht precies op jouw hand zal verzamelen. Kijk, ik wil het nu en reeds zie je op je handpalm een dun vleugje goud! Let maar op hoe het goud zich vermeerdert! Nu wordt je handpalm reeds door een flinke schijf goud bedekt. Daarboven begint zich nu een sierlijk gevormde rand te verheffen. Hij blijft groeien en kijk, je hebt nu binnen enkele ogenblikken al een kant en klare beker van zuiver en - zeg maar - heel natuurlijk goud in je hand, die alleen door de macht van een volmaakte geest weer in zijn oerstof kan worden ontbonden, wat een andere kracht in de natuur niet zo gemakkelijk zal lukken. Ik zal deze beker bij je laten zoals hij is en je kunt hemverkopen of door een goudsmid in iets anders laten veranderen, of ook zo bewaren.
Hoofdstuk 16: Het werk van de natuurgeesten bij de vorming van metalen Het geheim van het wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Als bewijs heb ik hier deze twee bekers van zuiver goud, waarvan - om mij het werken van een volmaakte geest aanschouwelijker en begrijpelijker te maken - de ene op mijn hand langzaam vanaf de bodem tot de bovenste rand werd geschapen en de tweede in een oogwenk ontstond! De aanleiding daartoe was het wonderbaarlijke en plotselinge verschijnen van de vele banken, tafels, tenten en het tafelgerei, de tafelkleden en de uiteenlopende spijzen en dranken. Er werden ongeveer acht tot negenhonderd mensen uit alle windstreken volgens hun eigen gewoonte uitstekend bediend en toch is de vreemdelingen geen kruimel uit mijn voorraad voorgezet! Omdat dat allemaal voor mijn eigen ogen gebeurde, was het wel te begrijpen dat ik vroeg hoe hij dat allemaal tot stand kon brengen. En hij legde mij alles zo goed en zuiver uit, dat ik alles wat hij mij duidelijk maakte, volkomen heb begrepen.
Hoofdstuk 21: Wonder op wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De jodin zei: 'Ja, ja, het is heel juist en waar wat u daar zegt, maar daar ligt voor ons vieren nu juist de eigenlijke moeilijkheid, die wij niet zo gemakkelijk uit de weg kunnen ruimen. Want voor een profeet, hoe groot ook, spreekt hij te duidelijk en te wijs en doet hij te ongelooflijk buitengewone dingen. Voor u, Romeinen, is dat niet moeilijk, omdat u zo'n buitengewoon mens meteen voor een God houdt en hem als zodanig aanneemt en kunt vereren en aanbidden, maar dat gaat bij ons joden niet, omdat wij alleen aan één enkele God geloven, die niemand kan zien zonder te sterven. De wijsheid van deze verheven man gaat zeker alle huidige menselijke begrippen te boven en ook zijn daden en hij moet daarom zeer veel van de zuiver goddelijke geest in zich hebben. Maar daarom kunnen wij, joden, hem toch niet als een God aanvaarden! Wat vindt u daar nu van?'
Hoofdstuk 22: De weetgierigheid van de jonge jodin met betrekking tot de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Helias zei: 'O Heer, bij dit gebod vind ik nu, nadat ik van U het juiste licht heb gekregen, helemaal geen gebreken en leemtes meer! Er staat: 'Gij zult niet stelen! ' Daar moet je immers weer in de eerste plaats de ware naastenliefde volledig bij betrekken! Want wat ik redelijkerwijs beslist niet kan wensen dat het mij gebeurt, dat mag ik ook mijn naaste niet aandoen en dus zie ik nu opnieuw dat de hele wet van Mozes en zeker ook alle profeten vervat zijn in Uw twee geboden van de liefde. Ik merk nu ook dat het gebod van de naastenliefde zuiver voortvloeit uit de barmhartigheid als uit de machtigste zevende geest van God in het hart van de mens en dat deze alle voorgaande zes geesten doordringt en levend maakt en de hele mens pas goed en waarlijk wijs maakt. Wie echter goed en wijs is, zal zich beslist nooit vergrijpen aan wat van zijn naaste is. En dus is ook het zevende gebod helemaal in orde en ik vind niets wat er aan ontbreekt.'
Hoofdstuk 33: Het zevende gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De vleugel betekent dus alleen maar de hoge graad van de wijsheid en de kracht van al het zuiver geestelijke, maar niet dat een zuivere geest ook als een vogel op Gods bevel van de hemel naar de aarde en vandaar weer terug moet vliegen. Overigens is er in de ware hemel nooit een engel geweest die niet eerst op de een of andere aarde mens is geweest. De heel onjuiste voorstelling die jullie hebben van engelen, dat ze namelijk als zuivere geesten geschapen zouden zijn, heeft alleen maar betrekking op de werkende krachten en machten van God, waardoor Gods alomtegenwoordigheid tot uitdrukking komt, die in alle oneindigheid werkt, en waarvan een mens zich geen voorstelling moet maken, omdat het oneindige uit God voor ieder begrensd wezen werkelijk onvoorstelbaar is, iets wat hopelijk niet moeilijk te begrijpen is.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Dan zul je toch wel inzien dat de ziel in haar vrije en zuiver geestelijke toestand een veelomvattender gezichtsvermogen bezit dan in het beperkte lichaam! En als dat het geval is, dan kun je, als je echt gelooft aan Mijn woorden en tekenen en ook aan de ervaringen die je bewust met je ziel en geest hebt meegemaakt, toch echt niet zeggen dat het in zo'n omgeving moeilijker is om te sterven dan in een verlaten en duistere landstreek! Dat iedere ziel na de dood van het lichaam voortleeft en zich volkomen bewust is van haar leven, zul je toch niet meer in twijfel trekken?'
Hoofdstuk 65: Het gezichtsvermogen van de ziel na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De ziel van de mens is een zuiver etherische substantie, dus - als je dat kunt begrijpen - uit zeer veel lichtatomen of kleinst mogelijke deeltjes tot een volmaakte menselijke vorm samengesteld door de wijsheid en de almachtige wil van God; en de zuivere geest is de van God uitgaande wil, die het vuur van de zuiverste liefde in God is.
Hoofdstuk 66: Het wezen van de ziel en van de geest. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De engel zei: 'Omdat jouw geest daar nog niet rijp voor is en je innerlijke geest nog niet in je ziel is overgegaan! Maar iets doet je geest toch door de standvastigheid van de voor jouw ziel nog onbekende wil, en dat is de bouwen de tijdelijk instandhouding van je lichaam. Dat kan je ziel echter niet waarnemen, zoals zij ook niet waarneemt hoe haar lichaam gebouwd is, omdat haar innerlijke, zuiver van gene zijde afkomstige bouwmeester haar dat niet kan onthullen en laten zien, daar zij, zoals gezegd, nog niet rijp is.
Hoofdstuk 69: De macht van de engelen. Verhouding tussen geest en ziel. Wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De innerlijke geest werkt weliswaar onafgebroken aan het zo snel mogelijk rijp en volledig vrijmaken van de ziel, maar hij kan en mag haar niet de minste dwang opleggen, omdat een ziel op die wijze dan nog stoffelijker en onvrijer zou worden dan zij door alle invloeden van de buitenwereld ooit zou kunnen worden. Daarom werd aan de ziel in haar lichaam een eigen wil en een eigen verstand gegeven om er door onderricht van buitenaf toe gebracht te worden dat zij zich uit eigen vrije wil steeds meer los maakt van al het wereldse, en in zichzelf naar binnen kerend de steeds zuiver wordende geestelijke wegen betreedt.
Hoofdstuk 69: De macht van de engelen. Verhouding tussen geest en ziel. Wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Aan dit alles kun je toch duidelijk zien dat alle waarheid, werkelijkheid en realiteit alleen maar in het zuiver geestelijke te vinden is, en dat al het materiële alleen bestaat door de vasthoudende wil van de geest, die de materie geleidelijk kan verzachten, langzaam aan losser kan doen worden en tenslotte na kortere of langere tijd in een aan hem gelijk substantieel zielelichaam kan omvormen, al naar gelang een zielesubstantie zich tengevolge van de ook in haar ontwaakte vrije wil meer of minder blijkt te kunnen voegen naar de innerlijke, levende orde van de geest.
Hoofdstuk 74: Hoe de geest op de materie inwerkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Wanneer jij van nu af aan de hele natuur aandachtig bekijkt, zul je daar vinden wat ik je nu heb uitgelegd! Want je kunt in de korte tijd dat wij nu samenzijn niet van mij verlangen dat ik van alle mineralen, alle planten en alle dieren afzonderlijk laat zien, in hoeverre zij uit zuivere geest en in hoeverre zij uit pure zielesubstantie bestaan. Het is voldoende dat ik je nu heel duidelijk heb uitgelegd hoe het zuiver geestelijke, het substantiële en tenslotte het materiële zich ten opzichte van elkaar verhouden. Want de regel die ik je nu gegeven heb geldt voor de hele eeuwigheid en voor de hele oneindigheid; als je de alfa begrijpt, begrijp je ook de omega. Voor wat ertussen ligt, geldt precies hetzelfde, afgezien van de talloze verschillende vormen.
Hoofdstuk 74: Hoe de geest op de materie inwerkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...