Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

167 resultaten - Pagina 5 van 12

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12
[6] Kort en goed, wij hebben onze redenen nu voldoende uiteengezet waarom wij aan het bestaan van een God twijfelen en waarom wij als mensen de ware hemel van nu af aan alleen in de waarheid en het goede daarvan willen zoeken en ook vinden; in deze uiteenzetting hebben wij jullie nu getrouwen naar waarheid laten zien dat wij niets achterhouden, en zo vragen wij u, burgemeester van deze stad, nogmaals om ons van onze boeien te bevrijden!'
Hoofdstuk 18: De religie van de drie rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als het in het woord ook tot jou zal komen, geloof het dan en handel ernaar, dan zul je in het Godsrijk een bron worden, waarmee velen die voor het eeuwige leven van hun zielen naar de waarheid dorsten zich kunnen verkwikken. Daarmee heb Ik je het doel van Mijn rondreizen uiteengezet.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Intussen waren wij met elkaar in gesprek over veel dingen, die hier niet weergegeven hoeven te worden, omdat ze op de plaatsen waar ze zijn voorgekomen, toch al meer dan voldoende uiteengezet en verklaard zijn.
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Maar waaruit bestaat die macht van God in de mens? Die bestaat uit de ware en zuivere liefde voor God, uit de alles overtreffende wijsheid daarvan en daardoor uit de juiste liefde voor de naaste, en verder uit zachtmoedigheid en deemoed evenals zelfverloochening tegenover de bekoringen van de kant van de wereld. Wie in dat alles sterk is geworden, heeft de macht van God reeds in zich en is door de eenwording van de machtsgeest uit God met de ziel volledig één geworden met God en heeft zichzelf daardoor verheven boven de dwang van tijd en ruimte en daarmee ook boven ieder gericht en iedere dood. Hij is een zelfstandig heerser geworden in en vanuit God en hoeft de 'toorn Gods' -die bestaat uit Zijn almachtige en alles vermogende wil, waarvan de onbuigzame ernst ieder schepsel zijn vastheid in tijd en ruimte geeft -eeuwig even weinig meer te vrezen als God Zichzelf hoeft te vrezen, omdat de mens één is geworden met God op de manier die Ik jullie nu duidelijk heb uiteengezet.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[24] Ik zei:'Met het levensgeluk van de door God bezielde mensen ziet het er altijd heel goed uit; want zij weten in zichzelf waarom ze in deze wereld zijn geplaatst, en als ze lijden, weten ze heel duidelijk waarom. Bovendien hebben ze geen vrees voor de lichamelijke dood, omdat ze reeds in alle helderheid het eeuwige leven van de ziel in zich hebben, voelen en zien en in dit leven ook de kracht en de macht van de geest Gods in hen, waardoor ze het eeuwige leven en de goddelijke wijsheid bezitten.
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De zaligheid van het leven bestaat immers voornamelijk uit het handelen, en het is dus nuttiger voor de zielom zich te oefenen in allerlei werkzaamheid dan zich voortdurend in een toestand te bevinden waarin ze in alle helderheid alle kanten van het leven innerlijk waar kan nemen.
Hoofdstuk 141: Het wezen van de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Als je dat allemaal goed overdenkt, zul je daardoor al een grote helderheid in jezelf bereiken en veel begrijpen van wat tot nu onbegrijpelijk voor je was'.
Hoofdstuk 141: Het wezen van de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Daarop zei een andere visser: 'O Heer en Meester, U zei dat het voor geen enkele ziel nuttig is als ze direct bij haar komst op deze wereld volledige innerlijke helderheid zou bezitten, omdat ze - wat wij nu goed begrijpen tot algehele traagheid en passiviteit zou vervallen; want als iemand iets kostbaars heeft verloren, zal hij het beslist net zo lang zoeken tot hij het wellicht weer vindt - en zo zoekt de ziel het door haar troebele uiterlijke zintuigen verloren gegane heldere innerlijke licht. Maar als ze die grootste levensschat weer gevonden heeft, hoe zal het dan met haar verdere activiteit gesteld zijn? Want als een mens datgene wat hij kwijt was gelukkig weer gevonden heeft, houdt zijn zoeken en derhalve zijn activiteit immers weer op! Als een ziel door haar actieve zoeken volkomen heeft gevonden wat ze zocht, vervalt ze hoogstwaarschijnlijk weer tot volledige traagheid en passiviteit; maar in dat geval zou ze als volledig passiefwezen weer opnieuw als het ware dood zijn, en dat zou haar zaligheid op geen enkele manier ten goede komen. In dit opzicht, o Heer en Meester, is het mij nog niet helemaal duidelijk.'
Hoofdstuk 142: De werkzaamheid van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Vriend, omdat de ware levenszaligheid immers niet bestaat uit helder schouwen en begrijpen, maar alleen uit de werkzaamheid van de liefde, die steeds moet toenemen, moet iedere ziel die eerst tot haar enige levenselement maken, omdat ze anders nooit de innerlijke helderheid van het leven kan bereiken; want de werkzaamheid van de liefde is een innerlijk levensvuur, dat door zijn steeds toenemende activering tot een helder lichtgevende vlam moet worden.
Hoofdstuk 142: De werkzaamheid van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Op Mijn aanraden hebben jullie nu met ons deze berg beklommen en voelen nu zelf, zoals jezelf toegeeft, dat het jullie veel beter gaat dan voorheen beneden in de laagte. En omdat jullie je beter zijn gaan voelen, willen jullie uit Mijn mond horen wat jullie in je steeds toenemende gekweldheid ondanks al jullie inspanning gedurende twintig volle jaren niet in zijn volle helderheid te weten zijn gekomen.
Hoofdstuk 154: Het geestelijke zoeken van de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Die enige en enig ware God moet dus met de grootste zekerheid en helderheid als het ware buiten hem bestaand aan de mens getoond worden, en ook dat alle mensen alleen in die God moeten geloven en Hem boven alles zuiver moeten liefhebben - anders is op den duur geen mens met die leer gediend.
Hoofdstuk 156: De gedachten van de Grieken over de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Het zou natuurlijk ook wel wenselijk zijn om een innerlijke blik te kunnen werpen in het wezen van het rijk Gods en de reeds zalige bewoners daarvan; maar omdat Uw genade en liefde ons dat in woorden toch al zo duidelijk uiteengezet heeft dat wij het eenvoudig bijna met onze ogen kunnen aanschouwen, zou ik het als een vermetelheid beschouwen om van U te verlangen dat U ons ook de wereld van de zalige geesten aan gene zijde laat zien - en daarom danken wij U hier nogmaals voor de grote genade die U ons in zo rijke mate hebt geschonken.'
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Als dit levenselement in de ziel echter volledig ontwaakt is, zodanig dat de ziel op die manier zelf dit levenselement wordt -wat wil zeggen dat de hele mens in de geest opnieuw en derhalve wedergeboren is -dan blijft de ziel ondanks haar innerlijke helderheid, die een gevolg is van de tot het hoogst mogelijke niveau gestegen werkzaamheid van de liefde, ook steeds in de hoogst mogelijke graad werkzaam, en haar zaligheid en helderheid nemen toe al naargelang de graad van haar liefdesactiviteit -en niet naargelang de graad van haar helderheid, die ze zonder liefdesactiviteit trouwens nooit ofte nimmer kan bereiken; want God heeft al sinds eeuwigheid bepaald dat geen enkele geest en geen enkele mensenziel zonder de overeenkomstige werkzaamheid ooit het licht kan bereiken.
Hoofdstuk 142: De werkzaamheid van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Daarop zei de Romein, wiens gemoed al veel beter gestemd was: 'O Heer en Meester van alle leven en bestaan, bij iemand die zich in zichzelf in Uw eeuwige helderheid van bestaan en leven bevindt en de grote wereld aan gene zijde met dezelfde alles doordringende macht van licht aanschouwt als U, zal de aanblik van zo'n mooie omgeving zeker niet de minste weemoed in zijn gemoed tevoorschijn roepen; maar onze menselijke kortzichtigheid, met name op het gebied van het innerlijke geest en zielenleven, valt zo'n weemoedigheid niet al te kwalijk te nemen. Want waar zou een mens, die in volslagen levensduisternis geboren en daarna opgevoed wordt, denkbeelden en zienswijzen over het ware, innerlijke wezen van het leven van de ziel vandaan moeten halen, aangezien hij immers al vanaf zijn vroegste kinderjaren met niets anders dan alleen de materie en de veelsoortige vormen daarvan te maken heeft gehad?
Hoofdstuk 168: De wens van de Romein - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Rafaël zei: 'Heb nog even een beetje geduld, dan zul je het weldra beter begrijpen! Voel nu nog eens een keer aan mij en overtuig je ervan of ik nu ook nog iets lichamelijks aan mij heb, en oordeel dan met de helderheid van je inzicht en met de kracht van je verstand!'
Hoofdstuk 175: De arts kan geen verklaring vinden voor het wezen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12