Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

242 resultaten - Pagina 5 van 17

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17
[1] DE FARIZEEËR zei helemaal verbluft: 'Heer, Heer, almachtige, eeuwige God, volgens uw maar al te duidelijke voorstelling is er voor de verdoemden in de hel maar ontzettend weinig hoop op zaligheid; want die eindeloze tijdruimten zonder tal en zonder maat, zijn immers hetzelfde als de eeuwigheid als zodanig! Ach, dat zijn tijden waaraan tot op heden nog geen mens ook maar in de verste verte heeft gedacht! Wat wordt een mens daar oneindig klein bij! O God, waarom bent U dan zo oneindig groot, wijs en machtig en zijn wij mensen zo ontzettend nietig, dom en zwak?! Heer, heus waar, nu overvalt mij een grote angst voor U, omdat U in Uw geest te eeuwig, te eindeloos groot, te wijs en te almachtig bent! En het is voor mij nu het aller onbegrijpelijkste, hoe U in Uw hele goddelijke volheid in het zeer beperkte lichaam van een mens naar ons op deze nietige aarde hebt kunnen komen!'
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] De vleugel betekent dus alleen maar de hoge graad van de wijsheid en de kracht van al het zuiver geestelijke, maar niet dat een zuivere geest ook als een vogel op Gods bevel van de hemel naar de aarde en vandaar weer terug moet vliegen. Overigens is er in de ware hemel nooit een engel geweest die niet eerst op de een of andere aarde mens is geweest. De heel onjuiste voorstelling die jullie hebben van engelen, dat ze namelijk als zuivere geesten geschapen zouden zijn, heeft alleen maar betrekking op de werkende krachten en machten van God, waardoor Gods alomtegenwoordigheid tot uitdrukking komt, die in alle oneindigheid werkt, en waarvan een mens zich geen voorstelling moet maken, omdat het oneindige uit God voor ieder begrensd wezen werkelijk onvoorstelbaar is, iets wat hopelijk niet moeilijk te begrijpen is.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De hoofdmagiër zei: 'Ja, begrepen heb ik het wel, evenals mijn beide metgezellen; maar er blijven daarnaast nog zoveel vragen over als je je een volledige voorstelling wilt maken van de hoogste wijsheid van de enige, ware God. Want er zijn in de grote natuur naast de vele buitengewoon wijs geregelde dingen ook andere zaken, die op zichzelf wel wonderbaarlijk wijs zijn ingericht, maar die ten opzichte van de andere dingen helemaal niet zo voor de hand liggend wijs en doelmatig zijn.
Hoofdstuk 111: De twijfels van de Indische magiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Rafaël zei: 'Weet je, m'n vriend, over dat punt kunnen we niet zo gemakkelijk met elkaar spreken; want wat dat betreft ben je nog lang niet ver genoeg en nog te veel vervuld van je oud-Indische wereldse wijsheid. Ik zou je dan eerst de hele innerlijke organische levensinrichting moeten laten zien en het hele organisme van de wereld en het doel daarvan helemaal moeten .onthullen, en dat gaat toch niet zo snel als jij het je met je Indische fantasie voorstelt; want daar is echt meer voor nodig dan de kennis die jullie in Indië hebben opgedaan. Maar ik zal je toch een paar aanwijzingen geven, waardoor je je al een bepaalde voorstelling kunt maken; neem het volgende aandachtig ter harte!
Hoofdstuk 112: De verschillende vormen van al het geschapene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Opdat jullie, M'n lieve reine kinderen, je daarvan ook een blijvende voorstelling kunnen maken, zal Ik nu voor enkele ogenblikken jullie innerlijke geestesoog openen, omdat jullie daar toch al een bijzondere aanleg voor hebben, en jullie zullen dan als het ware vanaf deze aarde in Mijn hemel kijken!'
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Domme en blinde Farizeeër! Wat is dan volgens jouw hoogst materiële voorstelling het eeuwige leven van de ziel in Mijn rijk, dat niet van deze wereld is, en wat is dan het gericht en daarmee de eeuwige dood?
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Maar daar kan een mens pas een duidelijke voorstelling van krijgen als hij dat van Gods geest in het hart van zijn ziel verneemt en is overgegaan tot een meer omvattend schouwen.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Toen zei de Griek nog: 'Dat geloof ik nu ook vast, zonder enige twijfel, en ik ben ervan overtuigd dat het zo is; maar ons Grieken ontbreekt het nog aan een juiste en ware voorstelling van de gestalte en vorm van een ziel. Zou je ons ook daarover misschien nog wat kunnen zeggen?'
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Hierop zei Jozef: 'O, dan kan ik je welonmiddellijk een onderwerp noemen, dat wel aantrekkelijk voor Hem is! Luister, wat hebben jullie, die toch in heel wat mysteries zijn ingewijd, voor een voorstelling van de schepping van het eerste mensenpaar op deze aarde?'
Hoofdstuk 216: Kritiek van de Romein op de aardse toestanden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Na een ogenblik, waarin zij de kalmte herwon in haar nogal lichtzinnige gemoed, zei zij (de bedelares): Maar, Heer, ik heb u nog nooit ergens gezien of gesproken! Hoe kunt u dat weten? Dat moeten een paar van uw geheime speurders hebben overgebriefd! Ja, ja, helaas heeft u gelijk; maar wat kan een arme verlaten weduwe er aan doen, als zij zich in haar nood af en toe met zaken inlaat, die inderdaad tegenover God niet in orde kunnen zijn? Maar daarom is de arme weduwe die ik ben nog lang niet slecht; kijk maar eens naar de vrouwen van de Farizeeën, van de schriftgeleerden en ook zelfs van de Levieten, die toch altijd allemaal rein moeten zijn, dan zult u heel andere redenen vinden om hen terecht te wijzen dan mij, die vaak door de nood dermate geplaagd word dat u zich daar niet gemakkelijk een voorstelling van kunt vormen! Overigens geef ik openlijk toe dat u de volle waarheid over mij gezegd heeft; maar help mij, dan zal ik nooit meer mijn toevlucht nemen tot zulke ellendige manieren om in mijn onderhoud te voorzien! Vriend, berechten en straffen is gemakkelijk; maar helpen wil niemand!'
Hoofdstuk 132: De Heer en de bedelares - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar als jullie zo goed thuis zijn in de Schrift, zullen jullie ook wel gelezen hebben dat er geschreven staat dat God begrijpelijk en als volgt heeft gesproken: 'Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jacob!' Maar God is niet een God van de doden maar een God van de levenden. En als God nu zeker een God van de levenden is, en niet van de doden die volgens jullie voorstelling geheel en al vernietigd zijn, dan moeten Abraham, Isaak en Jacob ook nu nog voortleven en moeten zij reeds lang geleden zijn opgestaan tot het ware eeuwige leven. Want als dat niet het geval zou zijn, zou God tot Mozes onwaarheid gesproken hebben toen Hij zei: 'Ik ben de God van Abraham, Isaak en Jacob', omdat God alleen maar een God kan zijn van degenen die leven en niet ook een God van degenen die niet leven en ook nergens zijn. Want zoiets te beweren en te geloven zou immers de grootste onzin van de wereld zijn!
Hoofdstuk 197: Jezus en de Sadduceeën; het huwelijk in de hemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Toen Ik dit gezegd had, kwam er snel één van de. gewonnen Farizeeën naar voren en zei: 'Heer en Meester, aangezien U nu gezegd hebt dat de poort van de hemel voor ons allemaal wijd open staat - zou het dan niet kunnen, dat wij de geopende poort van de hemel nu allemaal met onze ogen konden zien om ons enigszins een voorstelling te kunnen maken hoe de hemel er vanbinnen uitziet? Want door de geopende poort zal men er zeker een klein deel van kunnen waarnemen.'
Hoofdstuk 18: De poort van de hemel en het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ja, wanneer men zo'n voorstelling heeft van de eindeloze en eeuwige scheppingsruimte, kan men inderdaad ook moeilijk of helemaal niet begrijpen hoe de oneindige Geest - God -in de eeuwig oneindige dood als volmaakt Leven ook in de. eeuwigheid Zijn weg heeft kunnen vinden!
Hoofdstuk 28: Over de oneindige ruimte en de eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Maak je daarom een precies tegenovergestelde voorstelling van de eeuwig oneindig grote ruimte; stel je voor dat daarin niet één enkel puntje levenloos en zonder intelligentie is, en dat zelfs datgene wat in jullie ogen dood en volkomen levenloos lijkt te zijn, niet dood en levenloos is, maar door Gods almachtige wil gericht is, zoals jullie dat zelfheel goed kunnen waarnemen bij een hemellichaam of de levenloos lijkende bestanddelen daarvan!
Hoofdstuk 28: Over de oneindige ruimte en de eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Nu pas hebben wij een volledig juiste voorstelling van U en ook van onszelf en weten ook waarom het noodzakelijk is dit of dat te doen; want anders zou het voor geen mens mogelijk zijn het ware, eeuwige leven te verwerven. Nu kennen wij Gods wezen echt en kennen daarbij ook onszelf Nu is het dan ook gemakkelijk om langs de goed verlichte weg naar het Leven voort te gaan. Maar hoeveel duizendmaal duizenden mensen hebben geen idee van dat alles en zijn genoodzaakt op de weg van het verderf voort te gaan! Wanneer ze daar mogelijkerwijs uit verlost kunnen worden, zoals wij nu, dat weet U alleen; ons rest slechts de wens dat de zielen van die mensen zo spoedig mogelijk uit de te grote kwelling bevrijd mogen worden. Want hoe lichter en vrijer wij nu door Uw genade worden, des te meer en dieper voelen wij ook het ongeluk van al degenen aan wie deze genade niet ten deel valt.
Hoofdstuk 30: Over het kennen van de toekomst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17