Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 41 van 53

...  28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53
[21] Eindelijk kwam jij als een waarlijk goddelijke reddende engel hierheen en hebt mij opgenomen in je veilige schip. Neem mijn grootst mogelijke dank daarvoor aan! Had ik maar iets waarmee ik dit goed kon maken, hoe goed zou dat mijn eeuwig dankbare hart doen! Maar je ziet, dat ik hier armer ben dan alles, wat een mens maar arm kan noemen en behalve mijzelf niets bezit. Neem daarom voor je grote vriendschap genoegen met mijn dank en met mijzelf, als je mij kunt gebruiken voor een of andere dienst!
Hoofdstuk 12: Bisschop Martinus op het dode punt - Opname door het hevig verbeide schip - Martinus' dankrede aan de schipper, die de Heer Zelf is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Deze zee komt zeker van de zondvloed af, waarvan het water ook die grote hoeveelheden menselijke doodzonden in zich heeft opgenomen, waaronder ook de mijne zich anticipando* (* Van te voren.) hebben bevonden? Op deze manier kan ik mij de zaak wel een beetje voorstellen, op een andere manier absoluut niet!
Hoofdstuk 20: De geestelijke betekenis van de visserij - De samenstelling van de ziel - Martinus' verontschuldigingen en de terechtwijzende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Jij hebt stellig op de wereld in de heidense mythen ook wel gehoord van de twaalf moeilijke opdrachten van Hercules, die deze held moest uitvoeren om in de reeks van mythologische goden te worden opgenomen? Tot deze werken behoorde ook de bekende stalreiniging.
Hoofdstuk 22: De deemoedige zelfkennis van bisschop Martinus en het ontwaken van zijn liefde - De veranderde omgeving - Het paleis met het vervuilde interieur - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] HIJ weert dat echter af en zegt: 'Mijn beste, arme vrienden en broeders, prijs niet mij, maar God en deze twee vrienden en broeders! Want ik ben zelf kort geleden door hen hier opgenomen en heb van hen de grootste weldaden ontvangen. Ik zelf ben maar een eenvoudige knecht van deze vrienden van de ongelukkige mensheid. Ik verheug me echter heel erg over jullie redding en deze vreugde is nu mijn grootste beloning in mijzelf!'
Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Of heb jij ooit een arm kind in Mijn naam opgenomen, gekleed, gevoed, gelaafd? Hoeveel naakten heb jij wel gekleed, hoeveel hongerigen verzadigd, hoeveel gevangenen bevrijd? - Wel, Mij is daarvan niets bekend; maar wel heb jij duizenden in hun geest tot gevangenen gemaakt en niet zelden door vervloeken en verdoemen bij de armen diepe wonden geslagen, terwijl je de groten en de rijken de ene dispensatie na de andere gaf - natuurlijk voor geld, enkel en alleen bij de grote mannen van de wereld vanuit een soort grootse imponerende, wereldse vriendschap. Denk je werkelijk in ernst, dat God zulke werken aangenaam en welgevallig konden zijn en je daarom direct na je sterven meteen in de hemel opgenomen had moeten worden?
Hoofdstuk 13: De woorden van de goddelijke schipper over de zegen van de eenzaamheid - Een biechtspiegel ter bevordering van de zelfkennis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[33] IK zeg echter: 'Sta op, Mijn kinderen, zie, niet met het oordeel maar met de grootste liefde komt jullie Vader je tegemoet. En omdat jullie Hem hebt opgenomen in je hart, neemt Hij jullie ook duizendvoudig op in Zijn eeuwig Vaderhart. Kom daarom nu allemaal tot Mij, die zwaar belast en vermoeid waren en Ik zal jullie voor eeuwig volop verkwikken!'
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] IK zeg: 'Lieve broeder Martinus, zo gaat het niet. Ik zeg je: geen enkel ogenblik zul je van mij verwijderd zijn, evenmin als iemand anders van dit gezelschap en niemand van de tallozen die Mij in hun hart hebben erkend en opgenomen! Van de andere kant is het toch nodig, dat ieder schijnbaar zonder Mij daar naar toegaat, waar Ik hem naar toe stuur, omdat anders zijn vreugde onvolkomen zou zijn en zijn leven doelloos!
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Wij hebben dus voor Christus veel en meestal geduldig geleden en hebben ons zonder te morren gewillig gevoegd naar de harde regels van onze strenge orde. Wij hebben ons hele vermogen aan deze orde vermaakt voor de heilzame uitbreiding daarvan, ter ere van de allerzaligste maagd Maria en tot steeds grotere eer van God! Dus geloofden wij aan God geen onbillijke eis te hebben gesteld, om na de bittere dood van ons lichaam meteen in de eeuwige gelukzaligheid te worden opgenomen. Maar het is niet alleen zo, dat wij al onze gerechtvaardigde hoop hier als een illusie zagen vervliegen, doch luister verder:
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] De schoolzusters trekken zich nu een beetje mopperend terug. De DAMES VAN HET H. HART VAN JEZUS komen naar voren en beginnen meteen op de volgende wijze te spreken: 'Eerwaarde heer! Wij zijn de dames van de allerbelangrijkste vrouwenorde ter wereld, een orde waarin alleen meisjes van hele rijke, aanzienlijke en adellijke huize worden opgenomen en waar zij alles kunnen leren, wat er in de wereld maar te leren is!'
Hoofdstuk 61: Toespraak van de dames van het H. Hart van Jezus - Hun verkeerde opvattingen wat betreft hun lichaam en hun geestelijke dwaasheid - Martinus' poging om inzicht te geven in de omstandigheden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Dat ik niet over jullie oordeel, bewijst dat ik jullie allemaal in mijn huis heb opgenomen en jullie niet wegzend, doch allen vriendelijk bij mij houd, als jullie bij mij willen blijven. Maar als jullie blijven, moeten jullie niet aan je dwaasheden blijven vasthouden, doch je rustig laten beleren door degene die hier zeker meer ervaring heeft dan jullie nieuwelingen in deze wereld. Wees nu gerust en denk na over mijn woorden!'
Hoofdstuk 62: Dialoog tussen een Jezuïet en bisschop Martinus - Belering van een zuster van Liefde die angst voor de hel heeft - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Als ze daarin stevig staan, dan zijn ze ook volkomen vrij en gereed om in het Rijk Gods te worden opgenomen.
Hoofdstuk 68: Borems onderwijzende woorden over de weg naar de zaligheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ze lijken in een drukke woordenwisseling met elkaar te zijn. Ik kan echter nog niet horen, waarover ze zich nu eigenlijk met elkaar beraden. Alleen merk ik dat ze nu eens donker en dan weer duidelijk lichter worden, zoals wanneer de wind de wolken over de besneeuwde bergtoppen drijft, waardoor die dan ook onder de schaduw helemaal grijs worden. Wanneer de wolken echter weer het veld hebben geruimd, laten de stralen van de zon de bergtoppen opnieuw lieflijk schitteren! Waar komt bij deze H. H. dames dit verschijnsel dan wel vandaan?'
Hoofdstuk 72: Een blik in de zielsgesteldheid van de dames van het H. Hart van Jezus - Indringers in de kloostertuin - Aanval van de wraakzuchtige dames van het H. Hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Als een getal niet deelbaar is op een ander getal is het gevolg daarvan dan, dat er dan geen getal meer zou zijn waarin het harmonisch zou kunnen worden opgenomen? Of als in een bepaalde toonaard in de muziek een vreemde, tot een andere toonsoort behorende toon niet harmonisch klinkt, en dientengevolge een echte zonde is, denk je dan soms, dat deze toon daarom helemaal uit de muziek zou moeten worden verbannen?
Hoofdstuk 74: Martinus' kritiek op de aard van het kwaad - Borems toespraak over de goddelijke ordening van het leven - 'Goed' en 'kwaad' als de beide tegenpolen in God en in de schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Welnu, evenals zo'n wijze vorst tot zijn dienaren zou spreken en hen in de adelstand zou willen verheffen, omdat ze hem zo zeer in hun hart hebben opgenomen, zo spreek Ik ook tot diegenen, die Mij - evenals jij - in hun hart hebben opgenomen. Dus voor degenen die Mij boven alles liefhebben en Mij volledig in hun hart dragen en daarom door en door geheiligd zijn door Mij Zelf in hen, ben Ik geen heer meer - net zo min als Ik voor Mij Zelf een heer ben maar de meest innige broeder voor eeuwig! En wat Ik heb, dat hebben zij ook, omdat zij Mij Zelf in zich hebben door hun grote liefde!
Hoofdstuk 90: Jezus als Heer, Vader en Broeder - Gelijkenis van de vorst en de ministers - Eerbied en liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Daarop richt hij zich tot Mij en zegt: 'O vriend, is het goed dat wij haar, die onze vijandin was, opgenomen hebben als een hart in honderd harten?'
Hoofdstuk 94: Mooie, echte verzoening tussen Chanchah en de honderd Chinezen - De Heer en Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53