Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 44 van 412

...  32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57  ...
[3] Neem jezelf nu eens en vraag je eens af of jullie waarlijk buitengewone kennis en wijsheid jullie gelukkig maakt! Ja, de menselijke geest kan doordringen in oneindige diepten der wijsheid en dan de wonderbaarlijkste zaken aan het licht brengen. Maar volgens mij is toch slechts die mens gelukkig, die heel eenvoudig is, en God, zijn Schepper, in alle liefde is toegewijd en Zijn geboden houdt. Als God hem dan, net als Salomo, wijsheid wil geven, dan moet hij deze heel dankbaar aanvaarden en met een opgewekt gemoed wijs gebruiken. Maar als de geschonken wijsheid de mens juist alleen maar ongelukkig maakt, dan prefereer ik liever iedere domheid waardoor het hart van de mens blij wordt.
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Zie, ik zou je dat eigenlijk niet gezegd hebben, maar ik voelde daartoe een drang in het hart van mijn ziel, of liever gezegd, van mijn innerlijke ik. En deze drang is daarvandaan afkomstig, vanwaar voor ons vijven de genezing is gekomen! -Begrijp je mij nu al beter?
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] MATHAËL zegt: "O, hoe kunt u dat nog vragen? Als wij iemand kunnen dienen en ons nuttig kunnen maken, zijn wij meer dan tevreden! Want men mag ook een aardse gave, als die uit een waarachtig goed hart komt terwille van het goede en het ware, nooit onderschatten. Want de gever en de reden van het geven maken dat het ook een geheel geestelijke waarde krijgt en zodoende evenveel waard wordt als een zuiver geestelijke gave.
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Na die vraag van Mathaël gingen de vier anderen tenslotte ook staan en bespraken onderling, wie van hen de zwijgende zou aanspreken en wat hij moest zeggen. Geen van de vijf durfde echter en Mathaël richtte zich daarop weer tot de vriendelijke Cyrenius en vroeg hem onopvallend of die zwijgende man soms de verheven, machtige heiland was, of dat Ik het toch was. Want zij wilden dit toch ook graag met zekerheid uiterlijk vaststellen, om door de aandrang van hun hart niet aan de verkeerde persoon uiterlijke eer te bewijzen!
Hoofdstuk 34: Uiterlijke overeenkomst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] CYRENIUS zegt: "Ik heb nog geen bepaalde aanwijzing van Hem gekregen om Hem nader te beschrijven. Voorlopig is dat niet het belangrijkste, want Hij ziet vóór alles alleen maar het hart van de mens aan. Jullie harten zijn nu duidelijk in de beste orde van de wereld en voorlopig hoeft daar niets aan toegevoegd te worden. Als het echter Zijn wil is en belangrijk is voor jullie heil, zal Hij Zich wel nader aan jullie bekend maken. Ik denk echter dat, als jullie ons gedurende deze dag van dichterbij zullen gadeslaan, het aan de scherpe blik van jullie buitengewone wijsheid toch wel niet zal ontgaan wie van ons de waarachtige en alleen machtige is. "
Hoofdstuk 34: Uiterlijke overeenkomst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Bij deze woorden van Mathaël werd het JULIUS wat lichter om het hart en hij richtte zich dan ook meteen tot de nog op de grond liggende, politieke misdadigers en zei: "Sta op en heb geen angst of vrees, want mannen zoals jullie moeten ook de naakte dood zonder vrees en beven kalm onder ogen kunnen zien! Wij Romeinen zijn geen tijgers en geen luipaarden, maar mensen die er eerder op uit zijn om het ongeluk van de mensen te verzachten, dan op enigerlei wijze te verergeren! Maar bedenk ook dat wij geen enkele misdaad zo zwaar plegen te straffen als de leugen! Op een vals getuigenis en op een onbeschaamd leugenachtige verklaring staat bij ons de doodstraf! Geef daarom op ieder van mijn vragen naar waarheid antwoord, dan zal ik, als de door God boven jullie gestelde rechter, mij eerder moeite geven om jullie van alle ongemakken te bevrijden, dan om jullie nadeel te berokkenen! Maar alleen als jullie mij aantoonbaar zo eerlijk mogelijk antwoord geven! Ga nu dus staan en spreek openhartig met mij!"
Hoofdstuk 38: De ondervraging van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Dat wij de tempel nog geen rekenschap hebben gevraagd, is terwille van het domme en nog zeer eenvoudige volk, dat de tempel nog altijd als een heiligdom ziet en zijn heil daarin zoekt. Als wij de tempel nu aan zouden pakken, zouden wij op een enkele uitzondering na het gehele volk nog tegen ons hebben. Als binnenkort echter het merendeel van het volk zal weten wat de eigenlijke aard van de tempel is, dan zullen wij met weinig moeite de tempel helemaal op kunnen ruimen. Daar zal juist de nieuwe, zuivere waarheidsleer van de grote heiland uit Nazareth ten stelligste toe bijdragen zodra die ook maar een beetje onder het volk verspreid zal zijn. Deze leer is zo zuiver als de zon op klaarlichte dag en zal door iedereen gemakkelijk begrepen worden als het hart door een goede wil wordt geleid. Natuurlijk zal daar waar de harten van de mensen grondig bedorven zijn deze leer niet worden aangenomen, ook al is ze nog zo goddelijk zuiver! Maar daar zal dan het Romeinse zwaard rechtspreken zoals de wereld het nog niet op zo'n uitgebreide schaal heeft meegemaakt, want Gods arm zal dan met de Romeinen zijn. -Dit om jullie gerust te stellen!
Hoofdstuk 40: Verdere uitleg van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] En IK zeg: "Is je hart er tevreden over, dat wil zeggen, de innerlijke stem van de liefde in je hart? Wat zegt die?"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Houd daarom op met al dat overbodige, onwaarachtige heen en weer praten, let weloveral goed op en neem het op in je hart, dan zullen jullie daar in korte tijd meer, aan hebben dan wanneer jullie jarenlang leugens tegen elkaar vertellen in de mening de waarheid te spreken!
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL zegt: "O, er is nog iets, en dat is tamelijk belangrijk!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] IK zeg: "O ja, dat plezier kan Ik jullie heel gemakkelijk doen. Maar als jullie hem hebben herkend, moeten jullie je allen heel rustig houden en geen opzien baren, want daar houdt hij niet van! Hij kijkt alleen in het hart en is er helemaal tevreden mee als hij daarin heel stil en oprecht wordt gehuldigd!"
Hoofdstuk 57: De kennismaking vordert ongemerkt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Wel, zo is jouw hart ook het huis van je ziel en vooral van je geest! Als je echter steeds naar buiten gericht bezig bent, wanneer zul je dan je levenshuis schoonmaken, opdat je geest in de gezonde lucht van je ziel zich zal ontwikkelen?
Hoofdstuk 61: Het leven is een strijd, zowel uiterlijk als innerlijk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Bewaar daarom dat wat je nu hebt beleefd, zorgvuldig in je hart en verhef je mooi getooide kopjes pas dan boven de aardbodem van jullie uiterlijke menszijn, als de beproevingsdagen met vorst voorbij zullen zijn. Waarlijk, dan zal jullie kennis door geen rijp meer vernietigd kunnen worden!
Hoofdstuk 65: Levenslessen voor beginners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Toen wij ook bij ons in de bergen hoorden dat de beroemde heiland uit Nazareth zich in Genezareth ophield en alle zieken genas, bracht ook ik met mijn knechten en muildieren mijn broer met onvoorstelbare moeite naar Genezareth. Toen wij daar na al die inspanning aankwamen, zei men echter dat de heiland een bergtocht had ondernomen en dat men niet wist wanneer en of hij nog terug zou komen. Daar stond ik nu als een pilaar naast mijn jammerende broer, begon van droefheid zelf te huilen en bad God uit de grond van mijn hart of Hij een einde zou willen maken aan het bittere lijden van mijn arme broer, omdat ik niet het geluk had gehad de wonderheiland nog aan te treffen. Ik, als eerstgeborene, legde de gelofte af hem al mijn erfrechten af te staan en hem zonder eerstgeboorterecht mijn leven lang te dienen, als hij genezen kon worden.
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Alles heeft tijd nodig aleer het gedegen en houdbaar wordt, en dat is ook zo met de kennis van de mensen. Onder gunstige omstandigheden wordt er het nodige vaak vlug geleerd en ook begrepen, -maar door andere verschijnselen ook net zo snel weer vergeten! Probeer daarom alles wat je hoort meer met je hart dan met je hoofd te bevatten, dan behoud je het ook!
Hoofdstuk 65: Levenslessen voor beginners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57  ...