Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 45 van 103

...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...
[21] Ik zei: 'Enigszins kleingelovig zijn jullie allemaal nog! Als Ik niet geweten zou hebben dat de bewoners van dit plaatsje alleen vandaag allemaal thuis zijn -omdat ze gisteren een goede vangst hebben gedaan door toedoen van Mijn wil, die ze weliswaar niet kennen, en morgen een deel van de vissen naar de markt willen brengen in Caesarea Philippi, dat zich weer tamelijk goed hersteld heeft - dan zou Ik hen ook niet tevergeefs hebben opgezocht. Maar ze zijn thuis en we zouden hen ook in hun huizen hebben aangetroffen; maar toen ze onze schepen gewaar werden, hebben ze zich uit angst in allerijl in dat bos aan de noordkant heel goed verstopt, omdat ze er vast van overtuigd waren dat ze door iemand ontdekt en verraden waren en er nu schepen van Herodes aankwamen om hen te gronde te richten.
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Eén van de bewoners was een smid die de kunst verstond om van ijzer en ook van andere metalen allerlei nuttig en bruikbaar gereedschap te maken. Hij had dat gereedschap ook te koop aangeboden bij de reeds bekende gelegenheid, op een paar spiesen en lansen na, die dit volkje bij Mijn eerste bezoek had overgehouden (* Zie GJE deel 5, hoofdstuk 196:4-5, 193:12 en 206:9.) Deze wapens kocht Kisjonah nu van hen voor een pond goud samen met nog verschillende soorten ander gereedschap, dat hij in zijn grote bedrijf goed kon gebruiken.
Hoofdstuk 147: De vissers begroeten de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] En Ik zei: 'Waarom hebben jullie je beide schepen zo zwaar beladen? Laat je een volgende keer niet zo door winstbejag verleiden en laat jullie buren ook iets verdienen, dan zullen jullie met je schepen niet zo'n gevaar en nood te verduren krijgen! Maar daar komen nu een paar lege schepen aan; laad de helft van jullie waren daar op over en deel dan in Kapernaüm jullie winst met hen, dan zullen jullie daar zonder schade aankomen. Maar als jullie in Kapernaüm gierig zijn, moeten jullie maar zien hoe je weer naar Tiberias terugkomt!'
Hoofdstuk 150: De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar Ik zei tegen hen: 'Waarom zou Ik wat tegen jullie over Mijzelf zeggen? Want aan het woord alleen hechten jullie, als rotsvaste aanhangers van Pythagoras en voor een deel ook van Aristoteles, geen geloof; en als Ik voor jullie ogen een teken doe, zullen jullie zeggen: 'Ach, hij is er een uit de school van de Essenen!' Jullie kunnen dus zelfwel begrijpen dat een getuigenis van Mij over Mijzelf geen grote en voor jullie bruikbare waarde zou hebben, en daarom zal het voorlopig welhaast verstandiger zijn om tegenover jullie te zwijgen dan te spreken.'
Hoofdstuk 153: De Heer en de twee Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De ene Griek zei verder: 'Het zal vast wel anders in elkaar zitten; maar het grootste deel van de mensen die in de wereld geworpen zijn zonder ooit door iemand onderricht te zijn over de reden van hun bestaan, oordeelt anders. De aanblik van de hemel met de zon, de maan, de ontelbare sterren en de aanblik van de gehele natuur van de aarde hebben hen via hun eigen, steeds levendige fantasie tot allerlei bovennatuurlijke vermoedens gebracht, waar ook vele zeer levendige dromen van bepaalde mensen beslist toe hebben bijgedragen, die natuurlijk ook alleen maar een gevolg van een zeer levendige fantasie kunnen zijn; en zo zijn er uit vermoedens en dromen leren over hogere, bovennatuurlijke wezens ontstaan, die later door geestrijke dichters tot allerlei persoonlijkheden werden gemaakt en door kundige beeldhouwers aanschouwelijk aan de mensen getoond werden.
Hoofdstuk 153: De Heer en de twee Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Om een mens die men tevoren nooit heeft gezien en van wie men ook niet kan weten hoe hij heet en in welke stad of op welk eiland of in welk deel van het vasteland hij is geboren, te zeggen wat hij is, wat hij heeft, hoe hij geleefd en gehandeld heeft, dat is eindeloos veel meer dan zelfs de meest geheime magie. Kent u soms ook onze namen, onze geboorteplaatsen en onze vrouwen en kinderen?'
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Maar als God, die de enig ware Vader van alle mensen is, op die manier al zorgt voor de gewassen van het veld, die er vandaag nog staan maar de volgende dag gemaaid, gedroogd en dan voor een deel in de ovens verbrand worden en voor een ander deel aan de huisdieren worden gevoerd, dan zal Hij des te meer voor Zijn kinderen zorgen, zodat ze niet naakt op aarde hoeven rond te lopen; want een mens, die een echte leerling van Mijn school is, zal toch wel beter zijn dan al het gras en alle andere gewassen op de hele aarde?!
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Bijna talloos vele mensen vergaat het nu nog duizend keer erger dan het jullie is vergaan, voordat jullie de verloren oude waarheid zijn begonnen te zoeken, en het jullie voor een deel nog vergaat; waarlijk, als Ik niet in deze wereld gekomen was om de mensen opnieuw de weg naar het eeuwige leven van de ziel te tonen, dan had geen mens deze weg meer kunnen ontdekken en hier en aan gene zijde zalig kunnen worden!
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ik ben weliswaar arts en heb al bij heel wat lijdende mensen de pijnen verzacht; maar de zwakheden van de ouderdom, die wij weliswaar voor het grootste deel aan onszelf te wijten hebben, worden door onze kruiden, oliën en geneeskrachtige baden nooit meer zo volledig genezen als jullie twee door die wonderdoener genezen zijn.
Hoofdstuk 160: Wat de Griekse arts had vernomen en zijn getuigenis over de Heer (9.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] De rechter, helemaal verbaasd over het gedegen inzicht van de arts, zei: 'Ik dank je, beste vriend, voor dit onderricht van jou! Je hebt mijn gemoed totaal veranderd en ik deel nu helemaal jouw opvatting. 0, als jouwen nu ook mijn enig ware God ook mij zou willen helpen zoals Hij jou heeft gedaan, zou ik mijn hele leven alleen Zijn naam prijzen en Zijn eer luid tegenover iedereen verkondigen! O Heer, en nu ook mijn enig ware, almachtige en levende God, help ook mij van mijn reeds lang durende ernstige kwaal af! Laat Uw heilige wil mij genezen!'
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ons zien, waarnemen en beoordelen is en blijft echter ondanks al onze ervaring toch maar uiterst grof en onsamenhangend stukwerk, omdat wij de innerlijke samenhang van onze fysieke levensmachine in haar talloze uiterst kleine delen onmogelijk kunnen zien en beoordelen, en daarom met al ons goede weten en willen nooit in staat zijn om een ernstige ziekte zelfs met de krachtigste en meest effectieve geneesmiddelen te verhelpen; want wij zien immers de eigenlijke, misschien wel zeer kleine zieke plek in die buitengewoon kunstige levensmachine niet. De Schepper en eeuwige Meester van de machine ziet echter alles in één oogopslag en weet derhalve heel precies waar de fout zit, en kent als gevolg van Zijn eeuwige alwijsheid het juiste middel, dat in Zijn geest aanwezig is en moet zijn, om daarmee het beschadigde deel weer ogenblikkelijk in de juiste orde terug te brengen en te activeren.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Helemaal opgeblazen van hoogmoed zei de geest: 'Weet, stommeling, dat uit het gewone volk nooit een keizer voortkomt; want het volk is er alleen maar om aldoor in het zweet van zijn aangezicht voor ons te werken en te vechten, opdat alle roem en alle luxe ons alleen en onbetwistbaar ten deel valt! Wij geven wetten ten behoeve van onszelf, en het volk moet die onder dreiging van de strengste bestraffing opvolgen. Wie van het gewone volk het zou wagen ook maar één verkeerd woord tegen ons te uiten, wordt als hoogverrader met de dood bestraft; want wij hebben als enigen het recht om alles neer te maaien wat ons ook maar in het minst stoort. Wij kunnen ook het gewone, aan ons dienstbare volk naar believen vermoorden, en geen enkele wijze heeft het recht ons te vragen of dat terecht of onterecht is; want alleen wat wij willen en doen is goed, alles wat daar tegenin gaat is een strafbare misdaad!'
Hoofdstuk 169: De Romein in gesprek met zijn gestorven vader - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zei: 'De geesten die jullie hier zagen, en nog vele duizenden van hun soort, bezitten volmaakte realiteit. Ze bewonen de burchten en vestingen die jullie in die smerig duistere omgeving hebben waargenomen. De omgeving, alle burchten en vestingen, de smerige hutten, de tenten, de armzalig uitziende onderdanige geesten en de kampementen met de soldaten zijn niets anders dan wanproducten van hun boze fantasie, met name de omgeving en de inrichting ervan. Want de armzalige geesten die jullie zagen, bezitten, als jullie je duizend als één geheel kunnen voorstellen, voor een duizendste deel realiteit. Voor het grootste deel behoren ze dus tot het gebied van de boze, bedrieglijke fantasie van de geesten die jullie hebben gezien, en voor een duizendste deel toch min of meer tot een ware geestelijke realiteit, zoals op aarde jullie schaduw ook tot jullie wezenlijke realiteit behoort. Een schaduw is op zichzelf weliswaar geenszins iets wezenlijk bestaands, maar toch zou hij er niet zijn als jullie er zelf niet eerst zouden zijn.
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De armzalige geesten die jullie hebben gezien zijn voor het grootste deel ook wel reeds aan gene zijde, maar voor een deelleven ze nog lichamelijk op deze aarde; maar omdat de door jullie waargenomen reële geesten, samen met hun soortgenoten vol eigenliefde, hoogmoed en heerszucht, tijdens hun aardse leven als heersers te maken hebben gehad met vele duizenden onderworpen mensen, zijn de evenbeelden of in zekere zin schaduwbeelden daarvan in afgezwakte vorm in het bewustzijn van hun ziel blijven hangen.
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Onder de bekende farao, die dit overigens zeer bedrijvige volk te gewelddadig en wreed begon te onderdrukken en in alle richtingen begon te vervolgen, gaf het weer gehoor aan Gods waarschuwingen en gaf het zijn vele ondeugden en zonden voor een belangrijk deel op, en God wekte Mozes op als redder van dat volk, op de manier zoals je dat uit de boeken kent.
Hoofdstuk 191: Raphaël's onderricht over de spijziging van Israël in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...