Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16418 resultaten - Pagina 46 van 1095

...  34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59  ...
[11] Als Philopold dat hoort, loopt hij wat vlugger en komt dus spoedig bij Mij en heeft zo snel bereikt, wat velen door hun aarzelen vaak niet bereiken omdat ze ondanks alle aanmoedigingen niet van hun plek zijn te brengen.
Hoofdstuk 215: Aarzel niet als de Heer roept. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Ik zeg je: Je bent aangenomen! Want wie komt, wordt aangenomen. Maar ga eerst naar huis en breng je zaken in de door Mij aangegeven orde; kom daarna terug en volg Mij; want je moet niet aan deze wereld gebonden zijn, want je bent niet van beneden uit deze wereld gekomen, maar van boven uit een andere wereld!
Hoofdstuk 216: De laatsten en laagsten van de gehele oneindigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] In de talloze andere werelden wordt je in en uitwendig gevormd tot wat je moet zijn; maar hier laat God de uiterlijke vormgeving over aan de ziel, die haar lichaam zelf vormt volgens de ordening waarin zij geschapen is; maar iedere geest, die in de ziel geplaatst is, moet speciaal de ziel eerst vormen door het opvolgen van de hem uitwendig gegeven wetten. Als de ziel daardoor de juiste rijpheid en vorming heeft bereikt, dan worden geest en ziel een eenheid, en dan is de gehele mens compleet, een nieuw schepsel, van oorsprong altijd uit God, omdat de geest in de mens niets anders is dan een kleinste weergave van God omdat deze volledig uit het hart van God komt. Maar de mens bereikt dit niet door de daad van God, maar door zijn eigen persoonlijk handelen, en is juist daardoor een echt kind van God! En ik zeg je nog een keer heel kort:
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Johannes zegt nu: 'Maar Heer, mijn ware liefde! Het is natuurlijk allemaal wel goed op deze manier; maar als de wereld op een gegeven moment incomplete oorspronkelijke documenten over Uw aanwezigheid hier en Uw daden op deze wereld krijgt, dan zal ze uiteindelijk genoodzaakt zijn door twijfels die over U rijzen, Uw bestaan en werken te negeren en dit soort brokstukken aan te zien voor zaken, die in het eigenbelang van het priesterdom zijn geschreven!'
Hoofdstuk 216: De laatsten en laagsten van de gehele oneindigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik antwoord: 'Voorshands hebben jullie alles gedaan wat rechtvaardig is voor God en voor alle redelijke en denkende mensen; maar hoed je ervoor dat de satan jullie niet door allerlei valstrikken betovert en dat je daardoor later getwist en geruzie krijgt, waardoor er dan heel gemakkelijk een toestand kan ontstaan die nog veel erger zou zijn dan waaruit Ik je nu bevrijd heb!
Hoofdstuk 217: Gedachte en wil. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als hij zichtbaar zou zijn, dan zouden sommige moedigen de strijd met hem aangaan, -maar dan zouden er nog meer het onderspit delven dan nu hij onzichtbaar is; want hij kan zijn gestalte transformeren van de schoonheid van een lichtende engel tot de gruwelijkste vorm van een vuurspuwende draak. Wie zou het wagen hem in die vorm te bestrijden?! Want hij zou door zijn schoonheid of door zijn alles verstarrende afschuwelijkheid overwinnaar over duizendmaal duizenden worden; maar omdat hij zich aan niemand kan en mag vertonen, en ieder mens zijn slechte influisteringen makkelijk herkent, omdat deze de ziel hardvochtig, onkuis, overspelig, zelfzuchtig, heersgierig, meinedig, gierig, onbarmhartig, onverschillig voor al het echte en goddelijke, gevoelloos tegenover armen en lijdenden en begerig naar het genot van de wereld maken, kan hij deze slechte pogingen van de satan altijd met open vizier bestrijden, omdat de satan alleen het denken van de ziel. maar nooit de wil van de ziel kan beïnvloeden.
Hoofdstuk 217: Gedachte en wil. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] Zo merken de vijf, dat het precies op het moment was toen Ik zei: 'Laat het gebeuren, zoals jullie geloven!', en dat degenen in de herberg door een licht genezen werden.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na het avondmaal zegt Ahab: 'Heer, vanzelfsprekend heb ik voor mijzelf al sinds Jesaïra een heel duidelijk beeld van Uw wezen, en voor mij en mijns gelijken waren zulke geweldige tekens niet nodig geweest om ons meer dan voldoende ervan te overtuigen, dat U Jehova Zelf bent, Die werkt door middel van een van de aarde als het ware geleend mensenlichaam. Maar ik vraag mij af of de vijf Farizeeën uit Bethlehem, die overigens echte mannen van eer schijnen te zijn, er serieus niets van merken wie degene zou kunnen zijn, die hun zieken zo wonderbaarlijk genezen heeft. Als ze ook maar enig idee hebben, dan ligt het toch erg voor de hand dat een gewoon mens zoiets in der eeuwigheid niet kan. Ik denk dat ze eens wat aan de tand gevoeld moeten worden, dan zal wel vlug blijken wat ze in hun hart over U denken.'
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ahab zegt: 'Wat een mens zichzelf niet verschaft door zijn oorspronkelijk ontvangen eigenschappen te gebruiken, dat kan geen God hem geven, want dan zou hij vernietigd worden! God kan alles, maar daar heeft de mens niets aan!
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Zoals het lichaam echter door te veel slaap steeds meer afsterft, net zo en nog veel sterker uit zich dat bij de ziel, als ze steeds meer nalaat om volgens Mijn woord en wil bezig te zijn.
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Als voorbeeld kunnen ook de verschillende roofdieren dienen. Kijk, deze dieren gaan alleen dan maar tot hun verderf brengende bezigheid over, als ze door een razende honger gedreven worden; hebben ze hun buit veroverd en hun honger gestild, dan gaan ze meteen weer in hun holen en rusten daar vaak dagenlang; zoals speciaal de slangen dat wel doen.
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Waar komt dat door? Door zijn eigen te grote zin om te rusten en het daarmee verbonden zelfbedrog, dat de rust de mens zou versterken.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als iemand zich in de een of andere kunst, waarvoor een grote mate van hand en vingervlugheid vereist is, een grote verbazingwekkende perfectie wil bereiken, dan vraag Ik je: Zal hij die ooit bereiken, als hij in plaats van iedere dag voortdurend vlijtig te oefenen, zijn handen en vingers in zijn zakken steekt en dag na dag niets doend rondloopt, omdat hij angst heeft dat hij door het vermoeien van zijn vingers en handen, deze te stijf en te onhandelbaar zou maken voor het nagestreefde kunstenaarschap?
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Alleen voortdurende werkzaamheid voor het algemeen welzijn van de mensen is goed! Want al het leven is een vrucht van de voortdurende en onvermoeibare activiteit van God en kan daarom slechts door ware werkzaamheid in stand gehouden worden en voor de eeuwigheid bewaard blijven, terwijl uit het nietsdoen alleen maar de dood voor de dag komt en komen moet.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Leg je handen op je hart en besef, hoe het steeds maar door dag en nacht werkzaam is! Alleen van die werkzaamheid hangt het leven van het lichaam af; als het hart echter eens stil gaat staan, is het - denk Ik - met het natuurlijke leven wel gedaan!
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59  ...