Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 47 van 412

...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...
[11] Ik heb het - zoals u weet - na de werkelijk wijze lessen van onze Apollo priester, in mijn hart zover gebracht dat ik van een eventuele verschijning van zelfs de allermooiste god net zo ontsteld zou zijn als van het zien van het verschrikkelijkste hoofd van een Medusa, Gorgo of Megaera!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] HELENA zegt: "Dat zal mij erg weinig meer helpen, want mijn hart is al te veel van Hem vervuld en ik kan Hem er niet meer uit krijgen! Maar kijk eens naar dat heel jonge meisje, dat schijnt Hem ook erg lief te hebben, en toch gebeurt er met haar, uiterlijk gezien, niets kwaads!"
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] De omstandigheden zijn hier te onmenselijk wonderbaarlijk! De té grote heiligheid van deze plaats vervult ons met angst en schrik, te meer nog omdat het hart van mijn dochter zelfs van liefde vervuld raakt voor de grote God der goden, zoals zij zegt en betreurt,
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Volgens onze Griekse godenwetten is zo'n liefde één van de zwaarste misdaden tegen de onbeperkte heiligheid der goden, vooral tegen de onbekende, allerhoogste God aller goden! Mijn arme dochter kan zich nu echter niet meer tegen deze verschrikkelijke liefde verweren! Zij wil niet, en haar hart zegt onverbiddelijk: ' Je moet!'
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het arme, oprechte kind vertrouwde mij dat toe, en daarom heb ik besloten om via u de grote God te smeken om genadig het hart van mijn arme dochter van die liefde te willen bevrijden, want haar wil is niet de oorzaak van deze liefde, maar het komt beslist alleen door de vreemde, ons totaalonbekende omstandigheden! Zou u, omdat u beslist ook een eerste halfgod bent, ons die genade willen bewijzen? Zou u de grote god om genezing van het ziek geworden hart van mijn dochter willen vragen en mij tevens willen zeggen wat ik voor die genade moet offeren?
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] ik zeg je, dat ik veel medelijden met je heb en uit de grond va.n mijn hart je kortzichtigheid betreur, maar ik hoop dat er hier aan je oude dwaasheid gauw een einde zal komen!
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Kijk, wat je dochter als liefde voor onze grote, heilige Meester in haar hart voelt, is nu juist het enige, echte levensteken. van het eigen, goddelijke, geestelijke vonkje in haar ziel! Als dit vonkje in .haar borst een vlam wordt, zal zij pas de absolute nietigheid van jullie oude veelgodendom volledig inzien, maar ook de enig ware, eeuwige. goddelijkheid van Degene, die nu dit vonkje in haar overigens zeer reine hart heeft aangeblazen en tot leven gebracht.
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] HELENA zegt, heel bedroefd en met tranen in de ogen: "Ja, ja, u kon wel eens helemaal gelijk hebben! O, hoe gelukkig zijn toch de goden en hoe ongelukkig zijn daarentegen de mensen! Een hart dat niet mag liefhebben, is wel het ongelukkigste van wat een mens in de wereld ook maar ooit ongelukkig kan noemen! Als mijn oog mij ergert, kan men het blind maken, als mijn hand mij ergert, kan ik die af laten hakken, zo ook een voet, en ergert mijn zachte en blanke huid mij, dan kan ik haar met roeden laten kastijden en vervolgens met modder besmeren. Maar wat kan ik met mijn hart beginnen als het mij te zeer gaat ergeren? Als men een drukkend gevoel in de maag heeft, dan heeft Aesculapius daarvoor aangeraden om het sap van de aloë in te nemen en dan wordt het al gauw beter met de maag, maar tegen een drukkend gevoel in het hart heeft hij bij mijn weten geen middel aanbevolen!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] 'Jupiter' of liever' Je u pitar' was ook zo'n begrip, waarmee de oude vaderen voor het nageslacht een overeenkomstig vat uitbeeldden ter opname van de liefde en de wijsheid van God. Want 'Je u pitar' betekent zoveel als: de 'u', het teken dat de lijn schetste van de omtrek van een open hart, is de ware levenskelk. Want 'pit' betekent drinken, 'pitaz' is iemand die drinkt, en 'pitar', ook wel 'pitara', een heilig vat om uit te drinken, en 'pitza', ook wel 'piutza' een gewoon drinkglas.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Dan zegt OURAN tegen Mathaël: "Vriend! Jouw wijsheid is groot! Want wat je nu in zo weinig woorden bij mij teweeggebracht hebt, zou aan alle scholen van Egypte, Griekenland en Perzië in geen honderd jaar gelukt zijn! Je hebt nu in één veeg alle goden van Egypte, Griekenland en Perzië uitgewist, behalve de ene, onbekende God, die ik echter, zoals me nu steeds duidelijker wordt, hier gevonden heb en hopelijk nog steeds meer en meer zal vinden. Kortom, je bent voor mij nu een man die met geen goud te betalen is! Voorlopig dank ik je als mens en vriend uit mijn gehele hart - al het andere zal nog volgen. " -ook Helena dankt Mathaël voor deze wijze les.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik zeg je, deze twee zullen nu in korte tijd zonder moeite mensen worden waarover Mijn hart meer vreugde zal hebben dan over tienduizend Joden, die zich volgens Mozes voor zeer rechtvaardig houden, maar als mensen onbekender voor Mijn hart zijn dan zij, die pas over duizend jaar op aarde geboren worden.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] En verder zeg Ik je: Als je ooit een vrouw zou willen nemen op aarde, neem dan Helena! Maar het zij verre van Mij om je dat voor te willen schrijven, je eigen hart zal je dat wel zeggen en dat zul je dan ook volgen.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Mathaël bedankt Mij voor deze opdracht -en in zijn hart ook voor het voorstel betreffende de mooie Helena, die reeds bij de eerste aanblik zijn hart beroerd had zodat hij heimelijk bij zichzelf had gedacht: 'Bij alle hemelen, - zo'n schoonheid is in heel Israël nog niet eerder gezien!'
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Deze vraag bracht onze MATHAËL eerst wat in verlegenheid, omdat hij meteen aanvoelde dat Helena wat beledigd was, maar hij vermande zich snel en zei: Lieve zuster in God! Wat ik je vertelde, geldt alleen voor de kinderen van de wereld. De echte kinderen van God hebben altijd een wijs hart ook al zijn ze uiterlijk nog zo mooi.
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] HELENA zegt: "Ja, ja, het is weliswaar nog steeds wat schemerig, maar het geheel wordt toch al begrijpelijker en ik hoop dat het mij mettertijd nog steeds duidelijker zal worden. Maar vertelons eens, beste vriend, hoe het nu toch komt dat ik uw grote Ene nu nog steeds sterker liefheb, terwijl mijn hart geen pijn voelt? Want sinds ik, door u, zeker weet dat zulke liefde geen zonde is, maar slechts een bovenal noodzakelijke deugd van ieder mens tegenover God, veroorzaakt de nu veel sterkere liefde beslist geen pijn meer in mijn hart, en alle benauwdheid op mijn borst is als weggeblazen! O zeg mij, wat daar toch de oorzaak van kan zijn!"
Hoofdstuk 93: Twee soorten liefde tot de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...