Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 47 van 103

...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...
[6] Na het ochtendmaal gingen we direct weer naar buiten, maar naar een andere, grotere heuvel, van waaruit men niet alleen de baai van Genezareth, maar ook een groot deel van het Meer van Galilea kon overzien. Op deze heuvel hadden de Romeinen een soort vesting, om van daaruit alles te kunnen overzien wat er op het meer en in de niet onbelangrijke baai van Genezareth bewoog en als ongewoon te beschouwen was. Om die reden waren er op deze heuvel ook steeds Romeinse wachten geplaatst, die niet gemakkelijk iemand op dit punt toelieten, behalve wanneer de commandant zelf of een andere bevelvoerende ondergeschikte als leider aanwezig was bij een gezelschap dat deze heuvel wilde bezoeken.
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Zolang een volk voor het grootste deel nog trouw was aan de oude waarheid, maar hier en daar een deel van het volk door de gevonden schatten van deze aarde te werelds begon te worden en zich meer en meer van de waarheid begon te verwijderen, hadden jouw middelen vaak gedurende twee, vaak ook drie generaties een heel gunstige uitwerking; bij de vierde generatie echter, die zich nog meer bezig ging houden met het najagen van wereldse schatten en er uit eigen vrije wil toe overging de wereld lief te hebben, werden dergelijke toegepaste middelen tot fabels, en slechts weinigen geloofden er nog zo half en half in.
Hoofdstuk 24: Het voorstel van de commandant om de valse profeten te ontmaskeren (11.8.1862) Een 'nota bene', gegeven op 11 augustus 1862 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Denk je dat er op de huidige omstandigheden grote godsdienstoorlogen zullen volgen? Dat zou wel het geval zijn, als de man in Babel nog zijn vroegere macht over koningen en volkeren bezat en het grootste deel van de mensen nog even dom en verduisterd zou zijn als driehonderd jaar geleden; maar de tegenwoordige aanhang van het oude, eens zo machtige Babel is heel klein geworden, en de mensen zijn door Mijn bliksem al teveel verlicht geraakt. Zelfs de meest eenvoudige landman met zijn hele gezin gelooft niet meer dat de duivel de stoommachines op zee en op het land in beweging zet ter wille van een aan hem verkochte ziel, of dat de duivel via de draden van de telegrafen heen en weer springt en huppelt en aan groten en kleinen de verlangde berichten uit verre landen en plaatsen brengt.
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Toen de mensen weer vol verbazing en voor een deel ook vol vrees voor Mij naar hun huizen waren gegaan, kwam de waard naar ons toe en zei: 'O grote Heer en Meester, alles zou nu prachtig, goed en in orde zijn, als ik voor jullie allemaal maar genoeg mondvoorraad bezat! Wijn heb ik helemaal niet, maar ik zal in de Griekse herberg wat laten halen! Ik heb wel wat tarwe en gerstebrood, en eveneens wat gerookt schapenvlees; als jullie daar voor vandaag tevreden mee willen zijn, zal ik daar heel blij om zijn. Morgen zal er naar mijn beste vermogen beter voor alles gezorgd worden.'
Hoofdstuk 35: Het avondmaal in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] 's Morgens vroeg was de waard het eerste op de been en regelde alles voor de bereiding van een goed ochtendmaal, waarna zijn vrouw, zijn kinderen en zijn knechten en dienstmaagden volop aan het werk werden gezet. Direct daarop stonden wij ook op van onze ruststoelen en banken aan de tafel en gingen een stukje naar buiten; want vanuit deze stad had men werkelijk een prachtig uitzicht over een groot deel van het mooie Jordaandal en over de wijde, brede en nog zeer vruchtbare hoogvlakte.
Hoofdstuk 36: De Heer en de Romeinse commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Ik heb alles onderzocht: onze leer van de veelgoderij, de opvattingen van de oude Egyptische, Griekse en onze Romeinse filosofen. Verder heb ik ook de Joodse leer van de ene God, al hun profeten en wijzen nauwkeurig bestudeerd; die laatste zijn echter moeilijk en voor het grootste deel zelfs helemaal niet te begrijpen, omdat ze een al te fantastische, dikwijls onsamenhangende taal gebruiken en beelden gebruiken die zijzelf wel, maar behalve zij zeer weinigen hebben begrepen. Ik heb ook gesproken met velen uit de ver gelegen morgenlanden over bovennatuurlijke dingen, over hun godsbegrippen en over de wijze waarop de menselijke ziel na de dood voortleeft en dat heb ik ook gedaan met de mensen in het zuidwesten en noorden van Europa.
Hoofdstuk 36: De Heer en de Romeinse commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Pas toen Ik Mijn prediking had beƫindigd werd het middagmaal opgediend, waar ook diegenen aan deel moesten nemen, die buiten gelovig waren geworden.
Hoofdstuk 38: De Heer waarschuwt de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Nu wilde ook judas Iskariot een opmerking in tegengestelde zin maken; maar Johannes viel hem direct scherp in de rede, met de woorden: 'jij was, bent en blijft een leerling van Hem, die nog geen vonk van de geest van waarheid in zich heeft opgenomen.je bent voor het grootste deel een ingebeelde wijze en daarmee lieg je jezelf en vele anderen voor; jij doet er dus het beste aan te zwijgen en diegenen te laten praten, die in Zijn geest willen praten en dat door Zijn genade ook kunnen!'
Hoofdstuk 41: De leerlingen zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ik zei: 'Mijn lieve Veronica, voor een deel kan het wel zo gegaan zijn met jouw vissen zoals je nu denkt; want in ieder geval zijn ze Mijn gave, ook al is die niet zo wonderbaarlijk als jij nu beweerde. Jullie visbewaarplaats is al heel oud en heeft verschillende hoeken, waarin dergelijke vissen zich heel goed geruime tijd kunnen verstoppen om dan op een bepaald moment weer tevoorschijn te komen, wat met jouw vissen dan ook het geval was; maar dat ze zich juist tot vandaag verborgen hebben en niemand ze kon ontdekken, dat was Mijn wil.
Hoofdstuk 43: Het ontbijt van Veronica - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Mijn leer zal blijven en eeuwig nooit vergaan; maar alle tekenen die Ik heb gedaan en nog zal doen, zullen in de loop van de tijd precies als ieder ander historisch verhaal voor het grootste deel van mond tot mond met vele veranderingen en vervalsingen hier en daar bewaard blijven en in later tijden bij de meer verlichte mensen weinig of geen geloof vinden. Maar door de zuivere waarheid van Mijn leer zullen de mensen zich ook in veellatere tijden gemakkelijk bewust worden wie Degene was die die waarheid aan de mensen heeft gegeven. Maak nu dus ook niet al teveelophef over Mijn daden, behalve over die van Mijn liefde!'
Hoofdstuk 44: Het grote belang van de leer van de Heer ten opzichte van Zijn daden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen wij ons allemaal op de genoemde heuvel bevonden, vanwaar men een deel van het Meer van Galilea alsook de steden Abila, Golan en Afek kon overzien, legde Ik alle aanwezigen de handen op en verleende hun de macht om door het opleggen van hun handen in Mijn naam allerlei zieken te genezen en de boze geesten uit bezetenen te verdrijven.
Hoofdstuk 47: De vraag van commandant Pellagius over bezetenheid (13.9.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Nadat een groot deel van het volk daar een poos op aangedrongen had, werd dat verlangen ingewilligd. Dat grote deel van het volk trok direct met alle bezittingen naar een dal dat tamelijk ver van de berg aflag. Enkele weken hield het zich tamelijk goed aan het verzoek van Mozes. Toen Mozes echter langer wegbleef, begon het volk hem en Mij te vergeten, slachtte kalveren en schapen en hield de ene maaltijd na de andere.
Hoofdstuk 52: De achtergronden van de zeventien geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Zulke onzuivere geesten - voor een deel geesten die al eens in het vlees in deze wereld hebben geleefd, maar merendeels natuurgeesten, die nog nooit in een menselijk lichaam tot leven zijn geroepen -zijn er overal: in de lucht, op en in de aarde, in het water en het vuur, in stenen, metalen, planten, dieren en ook in het bloed en vlees van de mensen; daarom moeten de mensen ook geen vlees van gestikte en onreine dieren eten.
Hoofdstuk 54: Over de gevaren bij het eten van onreine spijzen De Heer in Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Vrede zij met jullie! Hoe het er met jullie voor staat, weet Ik welmaar voor het grootste deel is die armzalige toestand jullie eigen schuld; want door traagheid en door haast geen vertrouwen op God, de enige Heer en Gever van alle goede gaven, zal geen enkel mens het op deze aarde ver brengen.
Hoofdstuk 56: De Heer in de woning van de tien Joodse gezinnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] En zo heb Ik nu jou, Mijn oude jood, verklaard wat jou tevoren duister en onverklaarbaar leek! Maar denk nu niet dat je nu al in alle waarheid en wijsheid ingevoerd bent; dat zal je pas ten deel vallen wanneer Ik in de geest van alle waarheid en wijsheid ook in jouw hart opgestaan en dan naar de levenshemel van jouw ziel opgevaren zal zijn.
Hoofdstuk 61: Het avondmaal in de oude eetzaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...