Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6869 resultaten - Pagina 47 van 458

...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...
[13] Of hebben jullie vorig jaar niet gezien wat de tempeldienaars met een Griek gedaan hebben, die aan de mensen vertelde dat men in de tempel nu ook Romeins zilver en goudgeld als offergeld aannam, terwijl behalve de munt van Aäron nooit ander geld aangenomen mag worden? Wel, men lokte hem met beloftes over winst in de tempel en toen men hem op deze slinkse manier in de tempel vast had, werd hij meteen op een manier om het leven gebracht, die niet eerder in de kronieken is voorgekomen! -Daarom moet grote voorzichtigheid betracht worden! Wij hebben de keus tussen helemaal Grieken worden en ons dan pas met lichaam en ziel bij de leerlingen van Jezus aansluiten, of blijven wat wij zijn, want aan halfbakkenheid hebben wij niets!"
Hoofdstuk 53: De oudsten kunnen geen besluit nemen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De BEIDEN zeggen: " Ach, dat kun je wel, hoewel de Heer hier niet veel zal zeggen en nog minder iets bijzonders zal doen, omdat de mensen hier bijna zonder geloof zijn en denken dat de Heer een tovenaar is. Maar jullie zullen voldoende gelegenheid hebben om deze mensen stukje bij beetje op te voeden, waarvoor de Heer je het loon niet onthouden zal. Vandaag tegen de avond zal Roban ook weer bij jullie komen en belangrijke getuigenissen ten gunste van Jezus, de Heer, voor je meebrengen en je zult aan hem een zeer verstandige en wijze leider hebben, want Roban is een van de grootste geesten onder jullie." - Na deze woorden verwijderen de beide engelen zich en voegen zich weer bij ons gezelschap.
Hoofdstuk 54: De raad van de engelen aan de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Na Mijn woorden neemt ROBAN afscheid van Kisjonah, hem dankend voor al het goede dat hij hem bewezen heeft en zegt dan: "Ik geloof niet dat er op de wereld nog veel Kisjonah's te vinden zullen zijn! Daarom ben jij de enige die mijn hart geraakt en gevonden heeft! De Heer zegene je voor alles wat je aan goeds aan mij en duizend anderen bewezen hebt!" - Na deze woorden buigt hij diep voor ons en gaat vlug naar zijn broeders, die vandaag nog in de synagoge bijeen zijn - echter zonder de slapenden, die kort na ons vertrek uit de synagoge verwijderd werden. Hij wordt verrassend vriendelijk ontvangen, en zij vertellen elkaar vrolijk en opgewekt onder veel verbaasde uitroepen alles wat zij beleefd, gehoord en gezien hebben.
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Jullie zijn weliswaar oneindig wijze en machtige dienaren van de allerhoogste, maar in dit geval zeg ik als ervaren staatsman: Helemaal zonder enige dwang zal deze waarachtig goddelijke levensleer nooit makkelijk aanvaard worden! Op z'n minst moet het ergste fanatieke bijgeloof met de grootst mogelijke pressie verdrongen worden, anders zou het eeuwig jammer zijn om haar ook maar een dagreis van hier uit te dragen!
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Hier geloven wij natuurlijk ongetwijfeld rotsvast in de zuivere eeuwige waarheid, die ons zo rijkelijk geopenbaard wordt, maar toch is hier enige dwang, Want jullie beiden, en de Heer met zijn daden, zijn nu juist ook niet zulke geringe dwangmiddelen, zonder welke hier niet zo'n duizend toehoorders en volgers van de leer bij elkaar zouden zijn, Maar als dit zeer opmerkelijke dwangmiddel nog steeds geen dode machines van ons gemaakt heeft, zoals dit verweer voldoende laat zien, dan zou een uiterlijk dwangmiddel de mensen, die zich in de toekomst moeten omvormen tot echte kinderen van God, ook niet al te veel kwaad doen!"
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De BEIDEN zeggen: "Beste vriend en broeder, als je enige wijsheid hebt oordeel dan zelf of er zonder een tégen ooit een vóór kan zijn! Waar is ooit een mens zonder strijd een held geworden? Zou het ooit bij de mensen tot vechten gekomen zijn als er bij hen alleen maar vrome lammetjes zouden zijn geweest? Of zou jij ooit je kracht uit kunnen proberen als er geen voorwerpen waren, die jouw kracht kunnen weerstaan? Zou er ooit een bóven kunnen zijn als er geen benéden was? Of zou je iemand iets goeds kunnen doen, als er nooit iemand je hulp nodig had? Wat is dan een goede daad, als niemand daar behoefte aan heeft? Of zou je een alwetende ooit iets kunnen leren, dat hij eerder niet reeds wist?
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Wees daarom tevreden met het volgende: Streef jij slechts vóór alles naar het rijk van God en de ware gerechtigheid daarvan, dan zul je na de dood van je lichaam door Mij meteen opgewekt worden tot het eeuwige leven, en in het rijk van de reine geesten zullen duizend jaar voorbijgaan als één dag!
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Toen CYRENIUS dat in zich gehoord had was hij geweldig verbaasd en zei na een ogenblik van intensief denken: "Het was zonder meer Uw Woord, dat ik nu als een ware woordenvloed in mijn hart getrouwen duidelijk heb gehoord. Moet die vermaning aan het eind echter wel zo streng opgevolgd worden? Heel vertrouwde, redelijke en eerlijk denkende en gelovende mensen zou zoiets toch wel -bijvoorbeeld een paar dingen daarvan losweg gezegd -meegedeeld mogen worden!? Want zoiets zou toch geen mens kunnen schaden!"
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Er zijn in de bergen net als in de lucht, zoals ook in de aarde, in het water en in het vuur, bepaalde natuurgeesten, die nog niet in een vleselijk lichaam geleefd hebben omdat zich de gelegenheid, waarbij zij tijdens een menselijke geslachtsdaad de weg zouden hebben kunnen vinden om door het lichaam van een vrouw in het vlees op de wereld te komen, nog niet heeft voorgedaan. In alle elementen zijn massa 's van zulke nog ongeboren zielen voorhanden.
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Heeft God dan niet alles geschapen wat de mens tot teken dient? Maar als God alles geschapen heeft, dan zal Hij toch wel blijvend Heer daarover zijn en alles leiden en besturen! En als God alleen de Heer en Bestuurder van alle geschapen dingen en verschijningen is, hoe moeten die dan zonder Hem iets aan kunnen geven? Zijn ze daartoe echter niet in staat, dan moet de mens toch aan God, die alleen alles kan, vragen wat de tekenen beduiden! Is dat niet troostvoller dan duizend van de betrouwbaarste wichelarijen?"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "Zo zul je merken dat verschillende hartstochten de mensen beheersen. Er zijn mensen, die de behoefte hebben om alles wat maar enige waarde heeft, te bezitten. Dat is duidelijk gierigheid, en dat is een zonde. En aan deze zonde heb je de scheepvaart te danken, want alleen hebzuchtige en op winstbejag uit zijnde mensen kon de levensgevaarlijke lust bekruipen, om middelen te vinden om over de zich zeer ver uitstrekkende zee te varen, om te onderzoeken of er aan de andere kant van de zee ook nog landen zouden zijn, met misschien een overvloed aan ongelooflijke schatten. Na veel uitgestane moeilijkheden en levensgevaren komen ze werkelijk in een aan de andere zijde van de zee gelegen nog geheel onbewoond land. De uitgestane grote gevaren hebben hun hartstocht van de hebzucht erg afgekoeld en hen de moed ontnomen voor de terugtocht. Zij vestigen zich direct daar waar de wind hen gebracht heeft, bouwen hutten en huizen en bevolken op die manier een nog geheelonbewoond land. -Zeg nu zelf eens of de mensen ooit zonder de hartstocht van de heb - en winzucht het vreemde land ontdekt zouden hebben!?
Hoofdstuk 60: Het nut van de hartstochten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Bekijken we nu de hartstocht van de lichamelijke zinnelijkheid. Denk deze hartstocht eens geheel weg en stel je de mensheid eens zo hemels kuis voor als maar mogelijk is, en dan zul je een lofwaardig behagen scheppen in een tot de grijze ouderdom durend zo rein mogelijk maagdelijk en een zo kuis mogelijk vrijgezellenleven. Stel je nu echter alle mensen in zo'n zeer kuise toestand voor en vraag je dan eens af: Hoe zal het dan gaan met de in de orde van God vereiste voortplanting van het mensengeslacht? Hieruit kun je dus opmaken dat ook deze hartstocht bij de mens behoort, omdat de aarde anders maar al te gauw ontvolkt zou worden! Dat er te veel mensen zijn die jammer genoeg bezeten zijn door deze hartstocht, zoals dagelijks te zien is, is zonder meer waar, en zo'n ontaarding is altijd tegen de orde van God en dus een zonde. Maar toch is die frequente ontaarding van deze hartstocht altijd nog veel beter dan de algehele uitroeiing daarvan.
Hoofdstuk 60: Het nut van de hartstochten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dus alles komt op deze aarde bij de mensen alleen maar op de vrije wil aan, en op een onderricht met de minst mogelijke dwang. Deze leer is door de Heer ook zo geformuleerd dat het verstand van ieder goedwillend mens het al na het éénmaal gehoord te hebben kan begrijpen. Niemand kan zich daarom verontschuldigen door te zeggen dat hij de leer niet begrepen zou hebben. Want het 'Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf!' is zo begrijpelijk als het maar zijn kan! En als iemand daadwerkelijk deze korte, goed begrijpelijke, maar toch alles omvattende leer toepast, dan zal hij vanuit zijn hart zonder meer door de Heer Zelf in alle wijsheid geleid worden, en zo zelf leraar van de naaste worden. En zo kan de een de ander zover meenemen tot de Heer hem Zelf beetpakt en opvoedt tot een waar kind van God.
Hoofdstuk 61: De waarde van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Dat gaat heel gemakkelijk en natuurlijk! Alles wat je je maar denken kunt en wilt, volgens je gevoel in je hersens, komt eerst uit het hart. Want iedere nog zo geringe gedachte moet toch eerst de een of andere prikkel krijgen die hem opwekt. Nadat de gedachte in het hart door de een of andere noodzaak geprikkeld en opgewekt werd, stijgt zij op naar de hersenen om door de ziel onderzocht te worden. Die zet dan de ledematen van het lichaam in de gewenste beweging, zodat de innerlijke gedachte in woord of daad omgezet wordt. Dat een mens ooit met zijn hoofd zou kunnen denken is echt een onmogelijkheid! Want een gedachte is een zuiver geestelijke schepping en kan daarom nergens anders ontstaan dan alleen in de geest van de mens, die in het hart van de ziel woont en van daaruit de ganse mens bezielt. Hoe zou nu ooit door de een of andere nog zo fijne materie iets geschapen kunnen worden! Alle materie, dus ook de hersenen van de mens, is toch alleen maar schepping en kan dan toch nooit scheppér zijn?! - Begrijp je dat nu wel en voel je soms al dat geen mens iets in zijn hoofd kan bedenken?"
Hoofdstuk 62: Het denken in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Toen wij echter uit de grot waren gekomen en U die, door Uw macht in Archiël, voor eeuwig hebt laten afsluiten, waren wij zonder brood en wijn, en geen van de dragers kon mij vertellen wie het brood en de wijn van hen had afgenomen. Ik heb het in de grot en ook daarbuiten tijdens die wondervolle momenten niet gezien. Een dag later, toen U Kis verliet, sprak natuurlijk mijn gehele huis alleen maar over U, en -zoals dat met mensen gaat, vooral bij zulke wonderbaarlijke gebeurtenissen -er werden op z'n minst dubbel zoveel daden verteld dan U bij mijn weten verricht heeft! Veel van die verhaalde daden, die men beweerde door U te hebben zien doen, liet ik de vertellers terugnemen en verklaarde ze tot uitvindingen van hun verhitte fantasie en tot vrome leugens. Maar het verhaal over het verdwijnen van het meegenomen brood en de wijn had zelfs mij serieus aan het denken gezet, want ik kon mij echt niet herinneren wat er met het vele meegenomen brood en de wijn was gebeurd, we hadden er niets van gebruikt."
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...