Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2924 resultaten - Pagina 48 van 195

...  36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61  ...
[7] Zie, dat is blinde moedwil, en het kwade gevolg daarvan wordt niet veroorzaakt door Mijn wil, maar door de onveranderbare wet van Mijn eeuwige orde, die met op een speciale plaats, en al helemaal niet in het algemeen opgeheven kan worden! Of denken jullie soms dat Ik het vuur zijn vernietigende hitte moet afnemen, opdat een dwaas die zich in het vuur stort geen schade zal lijden?! Of moet Ik het water de eigenschap ontnemen dat het water is waarin de mens spoedig stikt, als hij er ofwel door eigen onvoorzichtigheid, of door geweld van iemand anders of moedwillig invalt?!'
Hoofdstuk 108: Het tijdperk van de techniek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Dat mensen echter meestal om tijdelijke, aardse redenen vaak alles wat zij als goed,juist en waar erkend hebben toch met voeten treden en in hun handelen juist het omgekeerde blijken te doen, kunnen wij nu al dag in dag uit maar al te duidelijk aan honderden mensen zien, en daaruit blijkt dan weer dat de vrijheid van de menselijke wil door niets bedreigd of beperkt kan worden. En zo is het ook goed mogelijk dat de mensen in de loop der tijden grote dingen kunnen uitvinden, en op die manier ook zo kunnen gaan inwerken op de natuur van de aarde dat het uiteindelijk gewoon niet anders kan dan dat deze lek wordt. De gevolgen daarvan zullen natuurlijk niet aangenaam zijn en lijken op een zekere straf voor de verkeerd gebruikte wil, maar ze zijn op geen enkele manier door Mij gewild, maar door de wil van de mensen veroorzaakt.
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Kijk eens naar een emmer bij een waterput! Wat gebeurt daarmee nadat deze vele jaren lang dienst heeft gedaan bij het water putten? Kan deze volledig vergaan en vol gaten nog verder gebruikt worden bij het water putten? Neen; daarom zal hij weggehaald en verbrand worden; daardoor lost hij volledig op in rook, lucht en een beetje as, dat na verloop van tijd door de vochtigheid van de lucht eveneens in een eenvoudige luchtsoort wordt opgelost en in die opgeloste luchttoestand pas weer dienst kan doen als een goede basis van het reële geestelijke zijn. En ook al ontstaat hieruit niet meer een en dezelfde wateremmer, er kan toch weer een hoogst teer en subtiel omhulsel van gemaakt worden, dat drager van het levende water uit Mij kan worden"
Hoofdstuk 111: Het einde van de aardse materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Deze mensen hebben ook af en toe op dromen gelijkende vermoedens dat er ergens kinderen van de allerhoogste, eeuwige geest bestaan,.en ze koesteren heel in het geheim ook niet zelden het verlangen om tegen iedere prijs Mijn kinderen te worden; maar meestal is zoiets absoluut onmogelijk. Want alles moet in de eigen orde blijven bestaan, zoals bij een mens, bij wie ook de delen en organen van het kniegewricht niet in de edele ogen van het hoofd veranderd kunnen worden en de tenen van de voeten in ieder geval niet gemakkelijk in de oren. Alle ledematen van het lichaam moeten blijven wat ze nu eenmaal zijn; en ook al verlangen de handen nog zo zeer om ook te kunnen zien, dat helpt niets, -ze blijven geheel gezond en gelukkig blinde handen, krijgen echter toch ruim voldoende licht door de edele ogen in het hoofd. .
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wanneer Ik jou een voet zou afhakken of een hand, dan zou je voortleven zoals je dit bij veeloude soldaten kunt zien, bij wie tijdens gevechten handen, voeten, oren en neuzen werden afgehakt, en die toch nog, zij het verminkt, verder leven; maar de geringste verwonding van het hart, waarin zich de kleine centrale levenszenuw bevindt, heeft ogenblikkelijk de lichamelijke dood tot gevolg.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Deze levenszenuw waarover wij nu spreken, bevindt zich ergens aan de linkerkant van het hart en is een uiterst onaanzienlijke, buitengewoon kleine cel, te vergelijken met een héél kleine ganglioncel onder de bal van de kleine teen aan de linker voet en een overeenkomstige onder de kleine teen van de rechtervoet. Deze gevoelscellen, waar alleen maar de opperhuid overheen ligt, zijn de centrale gevoelszenuwgeleiders van de voeten, -en wie heeft daar oog voor, en wie weet, dat ze dat zijn?!
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wanneer iemand lichamelijk het ongeluk zou hebben om de kleine tenen van zijn voeten te moeten missen, dan zou hij heel moeilijk kunnen lopen, -veel moeilijker dan wanneer hij zijn grote tenen had moeten missen. Nu kan er iemand opstaan en vragen: 'Maar waarom zijn, Heer, nu juist de kleinste dingen in Uw onmetelijke schepping meestal het belangrijkst?'
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Over hem die in Mij zal geloven en in Mijn naam uit water en uit geest gedoopt wordt, zal ook Mijn geest komen en hij zal wandelen in het licht van de zuivere waarheid, tijdelijk en eeuwig. Bij zo iemand zal dan ook deze leer in alle zuiverheid als nieuw weer voorhanden zijn. Wie echter niet zo ver komt dat hij deze genade krijgt, zal het zuivere licht van de eeuwige waarheid van Mijn leer toch nooit kunnen bevatten en begrijpen, en dan maakt het niets uit met welke kost hij zijn geestelijke maag zal volstoppen.
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Want dit is te vergelijken met een eerste noodzakelijke stap om op reis te gaan; want als Ik van hier naar bijvoorbeeld Damascus zou moeten reizen en nooit de eerste stap zou zetten, dan spreekt het vanzelf dat Ik ook de tweede stap niet zal kunnen zetten en nog minder de daarop volgende stappen die Mij naar Damascus moeten brengen. Maar ook als Ik de eerste stap nog zo stevig zet, en daarna ook de tweede, derde en vierde, dan heeft dat nog geen enkele zin wanneer Ik daarna blijf staan, en het teveel inspanning zou vinden om zo lang door te blijven lopen tot Ik in Damascus ben aangekomen.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Ik geef jullie hiermee een Gods en levensleer, die zo ver van iedere ceremonie afstaat als de ene pool van de hemel van de andere; deze behoeft geen sabbat, geen tempel, geen gebedshuis, geen vasten, geen eigen Aäronstaf en -kleed, geen hoofdbedekking met twee horens, geen ark van het verbond, geen rookvat, geen gewijd water en al helemaal geen vervloekt water! In deze leer is de mens zelf alles in alles en heeft niets anders nodig dan zichzelf.
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Als iemand echter maar iets van Mijn leer weet en dat meteen in praktijk brengt, dan zal hij daar al duidelijk een groter en levender nut van hebben dan iemand anders die weliswaar met alle eerbied over Mij en Mijn leer spreekt, maar nooit bij zichzelf het besluit kan nemen om haar in de daad om te zetten. Want de eerstgenoemde zal, doordat hij handelt volgens het weinige dat hij vernomen heeft, dit ook juist in zijn ziel tot leven brengen, en het kleine zaadje zal spoedig een grote oogst vanuit de levende geest opleveren die geen enkele kwade macht ooit meer kan vernietigen, terwijl de ander die Mijn leer aanprijst en zorgvuldig bewaart, door geestelijke honger geplaagd ook alle andere leren er bij zal halen en daarbij toch nog van geestelijke honger zal sterven. Zal diens ziel Mij aan gene zijde dan herkennen, als zij hier door haar doen en laten niet de ware geest van Mijn woorden geheel en al naar waarheid eigen heeft gemaakt?
Hoofdstuk 122: Het belang van het daadwerkelijke christendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Kennis en geloof alleen, ook al is dit zonder enige twijfel, helpt niemand verder, maar slechts het handelen in overeenstemming hiermee! Daarom moeten jullie ook de mensen die voortaan door jullie de waarheid van Mij zullen leren kennen, er vooral toe aanzetten om ernaar te handelen. want als dat niet gebeurt, kunnen de beloften welke Mijn leer bevat ook nooit in vervulling gaan, zoals iemand nooit in Damascus zal aankomen wanneer hij de weg daarheen wel goed kent en ook vast en overtuigd gelooft dat de hem welbekende weg bijna rechtstreeks naar Damascus voert -, maar nooit een stap op deze weg wil zetten; of wanneer hij ook regelmatig van plan is om de reis daadwerkelijk te ondernemen, maar er nooit toe komt zich op weg naar Damascus te begeven omdat hij in feite door allerlei kleine zaken wordt verhinderd'
Hoofdstuk 130: Aanwijzingen van de Heer voor de verbreiding van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) "Je ziet dus, dat aan gene zijde alles zichtbaar wordt en ook moet worden, omdat anders de talloze verschillende verenigingen van geesten onmogelijk zouden kunnen bestaan. En nu is het dus de vraag wat voor gezicht iemand aan gene zijde zal zetten, die hier bij de mensen hoog in aanzien stond vanwege zijn wonderbaarlijke daden, en bij wie aan gene zijde maar al te duidelijk zichtbaar wordt dat al zijn wonderdaden in feite heel gewoon bedrog waren; en al was het bedrog zelf nog zo goed bedoeld, het moest wel betaald worden en het werd als echte waar aan de blinde koper verkocht -en dat vaak voorheel veel geld!
Hoofdstuk 137: De grondregels van het vernieuwde instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Eerlijk, Heer, volgens de ervaringen die ik hier op deze aarde heb opgedaan, zijn mensen heel vaak niet anders te helpen dan door enig goedbedoeld bedrog! Kinderen moet men in de eerste jaren immers steeds bedriegen, anders is er met hen toch helemaal niets te beginnen; en wat zouden ze er nu aan hebben als men bij hen meteen met de zuiverste waarheid aan kwam zetten? Ik heb U immers bij een eerdere gelegenheid toch al vanuit menselijk oogpunt duidelijk uiteengezet, dat het er mij nooit om te doen was ooit achter iemands rug om iets te doen wat nadelig voor hem zou zijn, maar altijd slechts opdat het hem op de een of andere manier tot voordeel zou strekken! En dat deed ik alleen maar omdat het van meet af aan al duidelijk voor me was, dat deze of gene absoluut op geen enkele andere manier te helpen was. Als dat bij U nu ook als zonde geldt, -ja, Heer, dan wordt het toch wel uiterst moeilijk om mens te zijn!
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Toen degenen die aan boord waren de Romeinen in het oog kregen, staken ze meteen een witte vlag uit ten teken, dat ze geen vijanden waren en dat men hen ongehinderd aan wal zou laten gaan. Maar toen Julius twee hem niet onbekende aarts-Farizeeën onder de Romeinen waarnam, stuurde hij meteen een bode naar Mij en Cyrenius met de vraag, wat hij met degenen die hier aangekomen waren, moest doen. Land of water? De mensen kwamen hem zeer verdacht voor. Het leek wel, alsof ook de Romeinen alleen maar vermomde Farizeeën waren of toch in ieder geval mensen van Herodes.
Hoofdstuk 145: Farizeeën klagen de Heer als opruier tegen de staat bij Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61  ...