Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

7380 resultaten - Pagina 48 van 493

...  36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61  ...
[4] SUETAL zegt: "Maar Mathaël zei, dat het leven een strijd is en dat men het niet kan bereiken met behaaglijke, lichamelijke rust. Mathaël zegt dus iets anders dan jij en jij nu weer iets anders dan hij! Wie van jullie heeft nu gelijk?!"
Hoofdstuk 61: Het leven is een strijd, zowel uiterlijk als innerlijk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] RAPHAËL zegt: "Kijk, bij een mens volgens Gods orde moet ook alles geheel volgens Gods orde zijn. Net als in God, moet ook in de mens de zuivere liefde als het fundament van al het leven uit iedere handeling blijken. Jullie zijn mij nu dankbaar dat ik Baël heb terechtgewezen omdat zijn terechtwijzing van jullie niet gegrond was op liefde, maar op ergernis die voortkomt uit toorn en wraak. Baël had kennelijk jullie gemoed gekwetst en in jullie harten ontwaakte toen heimelijk ergernis en jullie koesterden meteen de wens dat Baël behoorlijk op z'n nummer gezet zou worden. En zo'n wens is een kind van de dorst naar wraak, die alleen thuishoort in de hel! Ik ben jullie wens nu echter vóór geweest en heb hem het kwade van zijn terechtwijzing duidelijk aangetoond en dat deed jullie genoegen en daarvoor waren jullie mij dankbaar.
Hoofdstuk 59: Liefde de basis van de echte vreugde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] RAPHAËL zegt: "Ik én Mathaël! Natuurlijk is het leven, een strijd, echter niet alleen aan de bultenkant, maar een hevige strijd van het binnenste tegen het buitenste! De uiterlijke mens moet tenslotte geheel door de innerlijke mens overwonnen worden, anders sterft de innerlijke mens samen met de uiterlijke mens! Laat je lichamelijke tong daarom aan banden leggen door je innerlijke mens, zodat zij rust. Dan kan de innerlijke gedachten tong van de ziel aan het werk gaan en inzien, hoe smerig en onzuiver het er in haar levenshuis nog uitziet!
Hoofdstuk 61: Het leven is een strijd, zowel uiterlijk als innerlijk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maak je niet druk over al die uiterlijke, onbelangrijke verschijnselen, want het is niet zo belangrijk of men er de oorzaak van kent of met! Maar herken in de ware sabbatsrust de echte basis van het innerlijke leven van ziel en geest, daar moet jou en ieder mens alles aan gelegen zijn!
Hoofdstuk 61: Het leven is een strijd, zowel uiterlijk als innerlijk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Wat heb je er aan als je wel weet en voelt dat je bestaat en leeft, maar daarbij niet weet of je het volgende ogenblik ook zult bestaan en voelen dat jij het bent?! Wat heb je aan alle kennis en nog zo grote wetenschap, als je je leven niet kent en geen weet hebt van zijn oorsprong in je?!
Hoofdstuk 61: Het leven is een strijd, zowel uiterlijk als innerlijk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Maar kom bij mij niet aan met het eeuwige leven na de dood! Want wat dat betekent laat ieder graf ons zien, net als iedere van ouderdom omgevallen boom in een bos. Wat uit de aarde komt, wordt weer aarde en verder is er niets -behalve de vrome inbeelding van de arme drommels, die door de rijken natuurlijk graag ondersteund wordt!"
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] De gewone mens is in alles meer dier dan mens. Het ontbreekt hem aan iedere hogere intelligentie en hij zal zich daarom niet laten verheffen boven zijn duizendjarige levensopvatting, ondanks alle duidelijk zichtbare onjuistheid en zoete dwaasheid. De meer intelligente mens zal echter denken: 'Het leven in de oude dwaasheid is goed, waarom iets nieuws waarmee men geen ervaring heeft hoe het geaccepteerd zou worden en hoe daarmee geleefd zou moeten worden?' Daarom zijn zulke verlichte denkbeelden bedoeld voor bepaalde plaatsen en moeten zoveel mogelijk geheimgehouden worden om de gelukkig makende waarde tenminste voor een paar mensen van de grote wereldmassa te behouden. Als zoiets gemeengoed wordt, verliest het zijn waarde, wordt al gauw belachelijk, en dan kraait er geen haan meer naar. Wat één - zeg maar - mens kan doen, doen hem dan al gauw duizenden na, zodra ze maar enigermate in de zaak worden ingewijd!
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Die jongeman daar bij de twaalf heeft voor onze ogen op de tafel een steen in stof veranderd, het stof weer teruggebracht tot de oorspronkelijke steen en hem daarna helemaal laten verdwijnen. En, vriend, toen je zag dat hij daarnet ook van een steen brood maakte, daarna een vis opriep die je nog kunt bekijken en tenslotte nog een complete ezel met alles erop en eraan te voorschijn bracht, waren dat verschijnselen van een geheel andere aard dan de smakeloze en nietszeggende wondertjes, die wij bij een paar Perzische magiërs in Damascus hebben gezien! Wie daar iets verder kon tellen dan 'één plus één', kon gemakkelijk het bedrog doorzien en de juiste verklaring vinden. Wie echter weet er een andere verklaring te vinden, dan die Mathaël ons heeft gegeven over de uitsluitende macht en kracht van het oorspronkelijke leven in en uit God?!
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als wij echter zien dat de Schepper bij al de ons bekende, levendragende dingen al het tijdelijk nodige, en mooie uiterlijke na verloop van tijd laat vergaan en tenslotte alle zorg besteedt aan de ontwikkeling van het innerlijke leven, moeten wij ons dan verbazen als wij dat ook zien gebeuren met de openbaringen?
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als je een bloem beschouwt, geniet je zeker van haar mooie vorm. Maar wat heb je aan die vreugde, want die is toch net zo vergankelijk als de bloem die haar teweegbracht?! Maar de kracht van de bloem moet neerslaan in het binnenste van het omhulsel waarin het levende zaad wordt bewaard en verzorgd, en zo moet ook jullie uitwendige vreugde verwelken, en haar kracht moet afdalen naar de oerbasis, waar het eeuwige, geestelijke leven wordt bewaard en verzorgd. Dan zal daaruit tesamen met de geest een eeuwigdurende vreugde over diens ware, innerlijke schoonheid ontstaan die geen rijp op enigerlei wijze meer zal kunnen deren.
Hoofdstuk 65: Levenslessen voor beginners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar in het vervolg moet zo'n door zijn geslachtsdrift gedreven man meteen een fatsoenlijke vrouw huwen en in noodgevallen, in goed overleg met zijn wettige vrouw, ook een bijvrouw, zodanig dat er geen ruzie en onmin door ontstaat. Als zo'n man zichzelf echter kan verloochenen, zal hij daardoor al gauw, gemakkelijker dan een ander, een hogere, geestelijke genade van het innerlijke leven deelachtig worden.
Hoofdstuk 66: De geslachtelijke omgang van mannen en vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Laat de jonge vrouwen maar vlijtig zijn en hun leven met werk vullen, dan zullen ze nooit behoeven te zeggen dat zij door armoe gedwongen werden, want iedere behoorlijke man houdt van een vlijtige en werklustige jonge vrouwen zal haar geen gebrek laten lijden. Als een werkgever echter een gierig en hard mens is, wel, ga dan uit zijn dienst weg en zoek een andere. Voor een vlijtige en nijvere jonge vrouw zal het echt niet zo moeilijk zijn een goede betrekking te vinden waar zij zeker geen gebrek zal lijden!
Hoofdstuk 68: Over zondig geslachtsverkeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Betert zo'n mens zijn leven en begint hij met juist inzicht zijn zonde te verafschuwen, dan kan hij ook met meer liefde behandeld worden. Betert zo'n mens zijn leven echter helemaal niet en blijft hij zichtbaar zijn losbandigheid koesteren -wat zo'n geile bok nooit geheel kan verbergen dan kan hij, als het iemand is die enige opleiding heeft genoten, uit de gemeente verstoten worden naar een ver woest gebied, waar de grote ontbering hem wel tot bezinning zal brengen. Als hij zijn leven betert, zal het hem wel beter vergaan -zo niet, zal het woeste land hem uitputten.
Hoofdstuk 69: Maatregelen tegen geslachtelijk losbandig leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Alleen een jonge man, wiens geslachtsdrift door de bekoorlijkheden van een meisje zodanig is aangewakkerd dat hij zichzelf nauwelijks meer meester is, mag gemeenschap hebben met een maagd, met of zonder verwekking van een vrucht. Maar na de gemeenschap moet hij naar eer en geweten dat aan haar betalen wat Mozes heeft voorgeschreven. En ontstaat er na zo'n door de nood veroorzaakte gemeenschap een vrucht, dan moet hij de maagd het tien tot honderdvoudige geven van datgene wat hij volgens Mozes aan haar schuldig was als er géén vrucht uit de geslachtsdaad was voortgekomen. Want een maagd brengt voor zo'n man een grootoffer waar leven en dood mee gemoeid is! Als een man daarna zo'n maagd kan trouwen, moet hij dat niet nalaten, want, zoals gezegd, zij heeft hem een groot offer gebracht en hem van een bedwelmende last bevrijd.
Hoofdstuk 66: De geslachtelijke omgang van mannen en vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Als men over zulke misdaden rechtspreekt, moet men er altijd rekening mee houden welk ontwikkelingspeil zo'n ontspoorde man of vrouw heeft. Ook moet onderzocht worden of zo'n mens soms door een kwade geest bezeten is, die hem of haar daartoe aandrijft. In het eerste geval moet de gemeenschap ervoor zorgen dat zo'n zwak begaafd mens in een goed opvoedingstehuis wordt ondergebracht, waar hem net als een bedorven kind zolang discipline wordt bijgebracht tot hij een ander mens is geworden. Want als zo'n mens zijn dierlijke instincten heeft overwonnen, en als zijn verstand weer helder is, zal hij ook een reiner leven beginnen en niet gemakkelijk meer in zijn oude, dierlijke natuur terugvallen. In geval van bezetenheid moet zo iemand achter slot en grendel worden gezet, want zulke mensen moeten meteen, vanwege hun grote overlast, uit de vrije mensengemeenschap worden verwijderd.
Hoofdstuk 68: Over zondig geslachtsverkeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61  ...