Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 49 van 412

...  37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62  ...
[9] Zij zullen hun God in de eindeloze, onbereikbare verten en diepten zoeken en Hem niet vinden omdat het voor hen te eenvoudig was om Mij bij zichzelf te zoeken, namelijk in hun hart!
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Zo is het hart van de mens, dat het meest aan God verwant is alleen bestemd voor het zoeken en ook het vinden van God om daarna bij de gevonden God een nieuw, onverwoestbaar leven te krijgen. Wie God echter met een ander zintuig zoekt, kan Hem net zo min vinden als een mens met zijn oren, neus of ogen de zon kan vinden of zien wanneer hij zichzelf stevig heeft geblinddoekt.
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Het ware en levende zintuig van het hart is de liefde. Wie dit innerlijke levenszintuig op de juiste manier opwekt en daarmee God gaat zoeken, zal God net zo zeker en zichtbaar vinden als dat ieder mens, tenzij hij volledig blind is, met zijn oog de zon vindt en haar lichtende vorm ziet.
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zegt HELENA, die wat hersteld was van de overgrote vreugde in haar hart: 'O ja, ik heb alles goed begrepen, want Uw woorden zijn woorden van licht, kracht en leven en vloeien zo helder en klaar uit Uw heilige mond als een heldere weidebron in het hooggebergte, die door de zon verlicht wordt. Maar wat moet ik doen om mijn hart wat rustiger te maken? Heer, dood mij indien ik zondig, maar mijn liefde voor U overschrijdt nu al mijn levensgrenzen! O, sta mij slechts toe dat ik Uw hand aanraak!"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "O, doe dat maar! Wat uit het diepst van je hart komt, moet Je doen en dat zal nooit verkeerd zijn, daar kun je volledig verzekerd van zijn!"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Toen greep HELENA Mijn linkerhand en drukte die zo stevig mogelijk aan haar hart, weende weer van nog grotere blijdschap en zei snikkend: "O, hoe gelukkig moeten diegenen zijn, die steeds bij U kunnen zijn, o Heer! O, kon ik toch ook maar altijd bij U zijn!"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg: "Wie in zijn hart bij Mij is, heeft Mij altijd bij zich en hij is altijd bij Mij, en dat is eigenlijk de hoofdzaak! Want wat baat het iemand die thans lichamelijk op deze aarde voortdurend bij Mij is, maar zijn hart toch steeds ver van Mij weg houdt en het liever aan de dwaze wereld geeft?! Waarlijk, die is nog verder van Mij verwijderd dan alles wat je je ook maar als het verste weg kunt bedenken!
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wie echter in zijn hart zo dicht bij Mij is als jij, Mijn lieve Helena, die is en blijft ook dan altijd even dicht bij Mij, als er schijnbaar een vele duizenden malen grotere afstand tussen hem en Mij ligt dan die van hier tot aan de verste en kleinste ster, die je oog slechts zo nu en dan vaag ontdekt in de eindeloze verte.
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] HELENA zegt: "Hoe zou dat mogelijk zijn!? Het is in mij nu zo licht en helder alsof er een echte zon in mij is opgegaan en daarom ziet alles wat U, o Heer, tot mij spreekt er zo duidelijk uit, en begrijpt mijn hart de diepste betekenis van Uw woord.
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Maar nu heb ik nog een andere, heel belangrijke vraag uit een nog niet helemaal verlichte hoek van mijn hart en die luidt: "Hoe kun je Hem ooit danken, die je zo overvloedig, zo buiten alle proporties, met Zijn genade heeft overladen? Liefde, hoe groot ook, kan toch niet als dank gelden, want zij is zelf toch, net als het gehele leven, een geschenk van Uw genade. Wat voor offer en wat voor gave U waardig, kan~ ik, schepsel, aan U mijn Schepper aanbieden als passende dank voor zo oneindig veel genade? Kijk, o Heer, op dat punt is het ondanks alle zonnelicht in mijn hart toch duister en op die belangrijke vraag komt maar geen antwoord! O Heer, zou U mijn hart in dat opzicht niet met een vriendelijk woord uit de verlegenheid willen helpen?"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] HELENA antwoordt geheelovertuigd van de waarheid van wat Ik heb gezegd: "O Heer, ieder heilig woord van U heeft in mijn hart een veelvoudige weerklank gevonden en als één toon klonk het in mijn ziel: Dat is de zuivere, goddelijke waarheid!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Kijk naar de lucht, de aarde, de zee; kijk naar de maan, de zon de sterren; kijk naar de bloemen op de velden en de bomen en bekijk de vogel~,in de lucht, de vissen in het water en alle dieren op de uitgestrekte aarde; kijk naar de hoge bergen en al de wolken en de winden. En zie, dat alles verkondigt luid de eer van God en toch kijkt God er niet met menselijke ijdelheid naar. Hij kijkt slechts naar een mensenhart dat Hem erkent en lief heeft als de enig ware, goede, heilige Vader. Hoe zal Hij dan genoegen scheppen in een verkeerd hart of een zinloze ceremonie met allerlei lippendiensten, waarachter niets anders schuil gaat dan de schreeuwendste zelfzucht, eerzucht, heerszucht en allerlei hoererij en leugen en bedrog?!
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Als in de grote nacht het reine licht weer te voorschijn komt, zal alles wat ademt en leeft zich direkt naar het licht keren, zoals in de winter van de menselijke liefdeloosheid zich weldra alles om een warm hart zal scharen gelijk de door de winterse koude verkleumde, arme mensen om het ontstoken vuur van een open haard.
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Dit zeg Ik alleen tegen jou en nog enkele anderen. Ieder moet dit echter voor zich houden en niet verder vertellen, want dit is niet de essentie van Mijn leer! Ik heb het jou, lieflijke Helena, alleen maar voor je eigen geruststelling gezegd, maar een ander gaat dat weinig of niets aan! Ik zorg wel voor het noodzakelijke uitwendige en het is voor ieder mens voldoende als hij slechts zorgt voor de reiniging van het eigen hart. Als dat in orde is, zal ook al het uiterlijke als vanzelf helemaal in orde komen. -Helena. heb je nu ook dit goed en juist begrepen?"
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Het hart moet het doen, maar als dit nog vol met materie zit, kan het zuiver geestelijke daarin geen aangrijpingspunt vinden! Daarom moet je bij je zusters er ook vooral voor zorgen dat hun harten geheel vrij worden van al het materiële, dan zul je niet veel moeite hebben met de zusters waarover je je nu zo bezorgd maakt. Maar Ik prijs je bezorgdheid en zeg je dat deze niet zo lang meer zal duren! -Liefste Jarah, heb je dat nu ook goed genoeg begrepen?!
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62  ...