Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 50 van 103

...  38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63  ...
[8] Wat Ik jullie nu heb gezegd moeten jullie echter voor je houden; want de mensen, zoals ze nu zijn, kunnen die dingen niet vatten en begrijpen! Daarom hebben de Joden, toen ze in de tijd van de koningen steeds duisterder en halsstarriger werden, de laatste drie* (* Namelijk het 6e en 7e boek van Mozes en het profetische aanhangsel;/zie deel 6, hfdst. 216:6.) jullie reeds bekendgemaakte boeken niet meer kunnen begrijpen en ze als apocrief weggedaan.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Enkele honderden passen buiten de stad bevond zich een tamelijk hoge heuvel, die ongeveer honderd voet uitstak boven het toch al hooggelegen landschap, en vanaf die hoogte had men een werkelijk prachtig en wijds uitzicht over de grote vlakten van de Eufraat, en naar het westen overzag men een groot gedeelte van het Jordaandal tot aan de Dode Zee, een deel van Jeruzalem, Bethlehem en nog een heleboel plaatsen tot aan de Libanon.
Hoofdstuk 157: De Heer geeft Johannes en Mattheus aanwijzingen voor hun aantekeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Mijn beste vriend, dan heb je je bijna duizend jaar vergist, want de bouwer van deze stad alsook van nog verscheidene andere steden was Edon, die nog vóór Abraham leefde en die deze stukken land bezat, met nog een aanzienlijk deel van het gelukkige Arabië tot aan de Eufraat en samen met een groot gedeelte van het huidige Syrië tot ver voorbij Damascus; derhalve is deze stad, samen met verschillende andere steden, door Edon en zijn nakomelingen gebouwd en is daarom niet veel jonger in jaren dan Babylon.
Hoofdstuk 158: De historie van de basaltstad en haar omgeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Kijk, Mijn beste, wij staan nu op de heuvel waar Abraham en Edon stonden, terwijl ze God in het geloof van hun hart een offer brachten en de grenzen van hun landen vaststelden. Alles in westelijke richting behoorde, zover het oog reikt, aan Abraham, en het land in oostelijke richting tot aan de Eufraat behoorde aan Edon en zijn nakomelingen, die zich later voor het grootste deel met de nakomelingen van Abraham hebben verenigd. Kijk, nu weet je wie de bouwer van deze zwarte steden was, die zo stevig gebouwd zijn dat men ze over meer dan duizend jaar gerekend vanaf nu de alles vernietigende tand des tijds niet echt duidelijk zal aanzien.
Hoofdstuk 158: De historie van de basaltstad en haar omgeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ik zeg je: eerder dan een tiende deel van de mensen van dit oude grote werelddeel zich in de volle zegen van Mijn leer zal bevinden, zal het slechtste deel van Europa in Mijn leer gezegender zijn dan in dit oude werelddeel het kleinste en beste deel; want er zal nog veel vuur nodig zijn voordat de zeer vele mensen van dit werelddeel de invloed van de stralen van Mijn levenszon ondergaan die hen tot het eeuwige leven zullen verwarmen.'
Hoofdstuk 158: De historie van de basaltstad en haar omgeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Die woorden van Mij kalmeerden Mijn leerlingen voor het grootste deel, maar inwendig kookten ze toch, zodat enkelen bijna zin kregen om die Joden en Farizeeën ook iets te zeggen wat ze niet zo leuk gevonden zouden hebben; maar ze vermanden zich toch en volgden Mijn voorbeeld.
Hoofdstuk 163: De Heer en de Farizeeën voor de stadspoort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Hierop zei de opperstadsrechter: 'Werkelijk, vader, je bent het! Want je hebt nu dezelfde woorden tegen mij gesproken als tegen mijn moeder en mijn zusters; ik heb ze opgeschreven en bewaar ze nog als een heiligdom bij mij, hoewel ik er tot nu toe maar weinig geloof aan hechtte. Ik wilde je ook zelf zien en spreken; maar dat geluk wilde mij niet ten deel vallen.'
Hoofdstuk 173: Een geestverschijning - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ze kwamen weldra dichtbij, en onder hen herkende ik ook al gauw die vriend, die mij in de vroegere zandwoestijn die goede raad had gegeven, en hij zei tegen mij: 'Wek nu in jezelf een oprecht gevoel van liefde, medelijden, erbarmen en weldoen, dan zullen er weldra verscheidene mensen naar je toekomen die het nu nog net zo vergaat als het jou is vergaan! Deel dan je levensbrood en je levenswijn met hen, dan zullen ze spoedig daarna gelukkiger en jouw buren worden! Laat echter degenen die niets van je willen aannemen, overeenkomstig hun wil weer verder trekken en een plaats en een onderkomen zoeken, dan zal het hun verder net zo vergaan als het jou bij je zoeken is vergaan! Blijf jij echter van nu af aan steeds groeien in liefde, erbarmen en in het levende verlangen om arme blinden zoveel mogelijk goed te doen; daardoor zul je zelfsteeds maar rijker en daardoor ook gelukkiger worden!'
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De opperstadsrechter en de twee genoemde Farizeeën vroegen Mij allervriendelijkst of ze Mij daarbij mochten vergezellen, en wij vingen onmiddellijk onze reis aan en bevonden ons een klein half uur later al boven op de berg, waar de opperstadsrechter voor zijn genoegen banken had laten neerzetten om te zitten. De banken bestonden voor het grootste deel weliswaar uit basaltblokken; maar ze waren heel geschikt voor het doel waarvoor ze gebruikt werden. Bovendien had hij het plateau van deze berg, dat tamelijk ruim was, beplant met rozenstruiken en andere geurende boompjes, en het was dus heel aangenaam om zich voor zonsopgang op deze heuvel te bevinden, die vanaf onze kant van de stad gemakkelijk te beklimmen was, en daar de opgang van de zon af te wachten.
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Kijk, dit beeld van de zon lijkt op het natuurlijke licht van het verstand van de mens, dat eveneens weldra zal vergaan, als in Mij de ware zon des levens voor hen op zal gaan en voor een klein deel al is opgegaan!'
Hoofdstuk 179: De merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Zo'n afstand werd dan een 'veldweg' genoemd, en maakte ongeveer een vierde deel van het huidige uur uit. De tijdsduur van een veldweg gaf men met kleine stenen aan, die van vier veldwegen met grotere stenen; de hoofdzuil in het midden vormde de middag, en van daaruit werden natuurlijk al naargelang de stand van de zon op gemakkelijk te begrijpen wijze ook verschillende rijen van zulke stenen neergelegd om de tijd te meten.
Hoofdstuk 193: Het ontstaan van de Apollo verering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ik denk dus dat het veel vruchtbaarder zal zijn een natuurkundige Uw evangelie te verkondigen dan die mensen, die tot nu toe nog steeds niet weten waarom het water vanuit de hoogte steeds naar het laagste gebied bij de zee stroomt, en waarom een steen vanuit de hoogte naar beneden valt en niet omgekeerd. Dat weten wij Romeinen wel, hoewel niet tot in de grond van de zaak, maar toch voor het belangrijkste deel! Ik dank U, o Heer en Meester, voor Uw wijze les!'
Hoofdstuk 194: De vermaning van de Heer tot liefde en geduld bij het verbreiden van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Van hieruit zien jullie die ene behoorlijke grote vijver; maar in de omgeving zijn er nog zes, waarmee de hele streek voldoende bevloeid kan worden. In het diepe water van de vijvers zullen jullie ook een groot aantal vissen aantreffen, die de bewoners van deze stad en omgeving voor hun dagelijkse levensbehoefte kunnen gebruiken; de vissen van de vijver die we van hieruit kunnen zien, zullen echter eigendom zijn van de opperstadsrechter, de waard, de Apollopriesters en de paar Joden, zodat ieder van jullie die Ik zojuist heb genoemd, dus het recht heeft om een vierde deel van de vijver te bevissen. Maar laat niemand dat overmatig doen, maar alleen zoveel hij nodig heeft, opdat niemand door de te grote hebzucht van een ander benadeeld wordt. De vissen in de vijver zijn van een heel edele soort, waardoor het water van de vijver nooit verontreinigd raakt.'
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] De opperstadsrechter zei: 'Ja, Heer en Meester, U hebt een buitengewoon treffend beeld gekozen, dat ik - hoewel niet op zo'n geweldige schaal in mijn jeugd zelf heb beleefd; want ik heb samen met mijn vader, die toen nog leefde, door het noordelijke deel van het eigenlijke Romeinse rijk gereisd en kwam in de omgeving van Venetië. Daar zag ik een prachtig paleisgebouw, dat volgens de regelen der kunst bijna voltooid was, en mij bekroop sterk het verlangen om de stoutmoedige bouwmeester persoonlijk te leren kennen.
Hoofdstuk 207: Over de onbevattelijkheid van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Kijk, tussen de door Mij bewerkte wonderen bestaat er wel schijnbaar een duidelijk voelbaar verschil, maar in de grond van de zaak niet. Kijk, alles wat je eet en in je maag opneemt om je lichaam te sterken en in leven te houden, is helemaal niet zo dood als jij denkt! Het heeft drie delen: ten eerste een materieel deel, dat jij ziet en voelt en waarvan je, als het voedsel goed klaargemaakt is, in je mond een lekkere smaak waarneemt en waarvan je tevoren ook al met je neus de fijne geur inademt. Kijk, dat is het gedeelte dat je lichaam in leven houdt!
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63  ...