Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8644 resultaten - Pagina 6 van 577

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Dus die kunst verstaan de wereldse mensen voortreffelijk; maar de aarde van de geest, van het eeuwige leven, laten zij voortdurend braak liggen en daar bekommeren zij zich weinig om. Of daarop dorens of distels woekeren, bekommert ze weinig of niets, en het wordt daardoor begrijpelijk, hoe en waarom de mensen van deze aarde, in plaats van beter, steeds slechter en ellendiger worden. Als zij maar schitterende paleizen voor zichzelf kunnen bouwen, op zachte bedden kunnen liggen, en hun buik met de heerlijkste lekkernijen kunnen vullen en hun huid kunnen bekleden met zachte, koninklijke kleren, dan hebben zij genoeg en zijn zij tevreden; want dan hebben zij dat, wat hun zelfzuchtige, lichamelijke leven ook maar verlangen kan tijdens de korte tijd van hun aardse bestaan.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] IK zeg: "Wie er de eigenlijke oorzaak van is, hoef je je niet af te vragen! Want er ligt veel verborgen in de raad van God wat de mensen op deze aarde niet volledig tot op de bodem behoeven te weten! Als de mens maar weet en beseft wat voor hem noodzakelijk is om vóór alles binnen Mijn orde te doen! Als hij datgene doet waarvoor hij de instructieve wetten gekregen heeft, die hem uit de hemelen gegeven zijn, dan zal alles bij hem volkomen in orde zijn; al het andere echter zal ieder mens die God boven alles en zijn naaste als zichzelf liefheeft en daardoor in de geest wedergeboren wordt, helemaal ondervinden.
Hoofdstuk 241: De vraag naar de oorsprong van de zonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Als zij volgens de leer voor zichzelf verantwoordelijk zijn, en proberen de vervolmaking van hun ziel uit eigen kracht na te streven en daardoor Mijn geest der liefde in zich op te wekken, dan zullen zij natuurlijk net zo zijn als jullie nu. Maar zolang de volmaaktheid van hun ziel voor twee derde deel gegeven en slechts voor één derde deel zelf verworven is, kunnen zij met zo'n volmaakte ziel de geest in zichzelf nooit opwekken en blijven zij ook in het hiernamaals datgene, wat zij hier zijn: zeer goede, maar meer mechanisch zalige, volmaakte zielen, met noodzakelijkerwijs precies vastgestelde grenzen van de zaligheid, want iets anders is niet voorstelbaar .
Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ah, bijeen ziel die over zichzelf beschikt en zichzelf volgens het gehoorde woord van God ontwikkelt, is dat heel wat anders! Wat zij heeft, is haar volledige eigendom en zij kan zich daaruit duizend en meer hemelen bouwen, want zij heeft nu haar eigen stof en haar eigen materie, en door de in haar gewekte geest der liefde ook volkomen dezelfde kracht als God om dat te doen, en in alles net zo volmaakt te zijn als ook de Vader in de hemel volmaakt is! En nu verder!
Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Wat echter voor de ruimte geldt, geldt ook voor de daarin aanwezige kracht; ook deze moet noodzakelijkerwijs van zichzelf waarnemen dat zij bestaat, omdat zij er anders onmogelijk zou kunnen zijn. Kortom deze dingen hangen zo nauw met elkaar samen en zijn dermate inherent aan zichzelf, dat het een er zonder het ander helemaal niet kan zijn! Maar omdat al deze zaken immers oorspronkelijk en volmaakt kenmerken van Uw eigen geestelijke oerbestaan Zelf zijn, zijn zij dus volgens Uw geest nooit of te nimmer weg te denken!
Hoofdstuk 253: De verschijnselen bij de doop van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Natuurlijk kost het jullie om te bereiken dat jullie ziel geheel doordrongen is van de geest ook veel moeite en daadkracht; maar, wanneer je daardoor met zekerheid verrijkt wordt met het allergrootste en allerhoogste levensgoed, dan kunnen jullie je wel wat laten welgevallen! Want alle wonderbaarlijke eigenschappen van een op zichzelf volmaakte mensenziel en alle schatten van deze aarde zijn immers nog niet de kleinste dauwdruppel vergeleken bij de grote wereldzee van datgene, wat jullie door het juiste opvolgen van Mijn woord en wil veel zekerder wacht dan de eens komende stoffelijke dood van jullie lichaam, die jullie echter in feite even weinig zal storen als wanneer je een oud, vermolmd huis verlaat dat ieder moment in elkaar kan storten, om daarvoor in de plaats voor altijd en eeuwig een nieuw huis te betrekken, -een huis waar de stormen van geen enkele tijd vat op kunnen krijgen!
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Of staat dit niet gelijk met het willen verzwakken of zelfs vernietigen van de waarachtige kracht van Gods geest, waarmee niet zelden mensen op deze aarde vervuld werden? En gebeurt dit niet ten dele uit valse eerzucht en deels uit afgunst en grote jaloezie en uit vrees voor het verminderen of zelfs het geheel verloren gaan van inkomsten?! Wat moet er wel niet omgaan in een doorgewinterde Esseen, als hij hier dit wonder, dat op klaarlichte dag ten aanschouwe van alle mensen open en eerlijk werd verricht, goed tot zich laat doordringen en vervolgens, als hij eerlijk wil zijn, heimelijk bij zichzelf moet denken: ' Zie, tot zoiets zul jij eeuwig nooit in staat zijn! Wat stellen de wonderdaden van de Essenen eigenlijk voor vergeleken bij dit wonder! '?!"
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar hoe komt een mens dan te weten, dat zijn ziel één is geworden met de ware geest van God in haar? -Dat komt hij heel eenvoudig uit zichzelf te weten! Als je in jezelf geen hoogmoed, geen onnodige eerzucht, geen zucht naar roem, geen afgunst, geen verlangen naar bezit, pracht en praal, geen eigenliefde, maar daarentegen des te meer intense en ware liefde voelt voor je naaste en God, en het een ware, diepe vreugde voor je hart is als je alles wat je bezit in geval van nood aan arme en gebrek lijdende broeders en zusters hebt gegeven, ja, als het je echt pijn doet in je hart wanneer je een arme niet kunt helpen, en als God alles voor je betekent en de hele aarde met al haar rijkdommen en schatten niets, dan is je ziel reeds .geheel een met de geest van God in haar, dan heeft zij het volmaakte eeuwige leven bereikt, is ze wijs, en waar nodig in staat om wonderen te verrichten enkel en alleen door te willen!
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Zie en begrijp het goed! Deze drog-geest, door en door leugen in zichzelf, is nu de geest van de hele wereld der materie en is datgene, wat 'satan' of 'de opperste duivel der duivels' heet. De 'duivels' echter zijn de afzonderlijke, specifieke, kwade geesten van de jou nu getoonde algemene geest van het kwaad
Hoofdstuk 70: Het wezen van satan en van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Wat echter jouw schaduw voor jou is als je in het licht staat of loopt, dat is voor de geest alle materie met haar schatten! De materie is een noodzakelijk bedrog en in zichzelf een leugen, omdat ze niet datgene is, wat ze voor de zintuigen van het lichaam lijkt te zijn.
Hoofdstuk 70: Het wezen van satan en van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Want wie niet in zijn geest werkt voor het ware, hem door God gestelde doel, zoals hij naar recht en billijkheid volgens Gods orde behoort te doen, die werkt zeker ook niet voor het tijdelijke en eeuwige welzijn van zijn naaste, en vindt het niet de moeite waard om God te zoeken en Hem nader te leren kennen. Wie zich echter niet inspant om God te vinden en Hem waarachtig te leren kennen, spant zich nog minder in voor het welzijn van zijn naaste, en als hij al iets voor hem doet, dan doet hij dat omwille van zichzelf, opdat zijn naaste op de een of andere manier in staat zal zijn hem vele malen meer van dienst te zijn dan hij het voor hem is geweest.
Hoofdstuk 73: Hoe men God boven alles liefheeft en hoe God graag ziet, dat de mens werkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ja, is dat daarom soms Mijn wil? O neen! Want omdat het noodzakelijk is dat de mensen vrij willen en ook vrij moeten handelen om ook in de geest mens te worden, wil Ik Zelf helemaal niets -al maken de mensen het nog zo bont -, maar Ik laat enkel toe dat de mensen ongestoord datgene bereiken waar ze zich zo voor ingespannen hebben, alsof al hun levensgeluk daarvan afhing. Of de gevolgen dan goed of slecht zijn, dat maakt voor Mij geen verschil! Zelf scheppen, -zelf hebben! Ook al weet Ik wat er daarna verder zal gebeuren, dan kan en mag Ik toch niet tussenbeide komen met Mijn almacht; want als Ik dat doe, dan houdt de mens op een mens te zijn. Dan is hij alleen maar een tot leven gebrachte machine en verder niets en kan voor zichzelf en voor Mij eeuwig geen waarde hebben. Want dan lijkt hij op een schrijver die uit zichzelf nog geen lettergreep kan schrijven, en wanneer hij dan toch moet schrijven, zijn hand van A tot Z moet laten leiden door iemand die wel de schrijfkunst machtig is; en als hij op deze wijze een artikel heeft geschreven, begrijpt hij dit zelf toch nog niet. Ook al heeft hij op deze manier honderdduizend brieven geschreven, dan is hij zelf toch evenmin een schrijver als de pen waanneer hij heeft geschreven. Ook de mens van deze aarde zou evenmin een mens zijn, als zijn vrije wil niet constant onaangetast zou blijven, en zo ook zijn handelen daarnaar .
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar ofschoon er in veel grote gebieden op die immens grote wereldzon dermate lichamelijk grote mensen leven, dat hun hoofd op zichzelf al minstens duizend maal zo groot is als deze hele aarde, is toch zelfs het zwakste van Mijn ware kinderen op deze aarde, door Mijn geest in het hart van zijn ziel, al eindeloos veel machtiger dan myriaden van die groter dan werelden zijnde mensen van de oercentraalzon.
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Als iemand echter maar iets van Mijn leer weet en dat meteen in praktijk brengt, dan zal hij daar al duidelijk een groter en levender nut van hebben dan iemand anders die weliswaar met alle eerbied over Mij en Mijn leer spreekt, maar nooit bij zichzelf het besluit kan nemen om haar in de daad om te zetten. Want de eerstgenoemde zal, doordat hij handelt volgens het weinige dat hij vernomen heeft, dit ook juist in zijn ziel tot leven brengen, en het kleine zaadje zal spoedig een grote oogst vanuit de levende geest opleveren die geen enkele kwade macht ooit meer kan vernietigen, terwijl de ander die Mijn leer aanprijst en zorgvuldig bewaart, door geestelijke honger geplaagd ook alle andere leren er bij zal halen en daarbij toch nog van geestelijke honger zal sterven. Zal diens ziel Mij aan gene zijde dan herkennen, als zij hier door haar doen en laten niet de ware geest van Mijn woorden geheel en al naar waarheid eigen heeft gemaakt?
Hoofdstuk 122: Het belang van het daadwerkelijke christendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Wanneer zo'n ziel dan tenslotte het lichaam verlaat en in het grote hiernamaals natuurlijk in het volste bewustzijn aankomt, dan zal ze ook God zeker meteen herkennen, omdat ze hier al volledig één met Hem is geworden en Hem tot het volste en helderste bewustzijn in zichzelf heeft gebracht, en dit om de duidelijke reden dat het bewustzijn van Gods geest, dat immers eeuwig het allerhelderste is, nu in zekere zin tot het helderste verenigde bewustzijn van de ziel zelf is geworden"
Hoofdstuk 123: Wijsheid als gevolg van liefdevolle werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...