Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

184 resultaten - Pagina 6 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[9] Nauwelijks had de hoofd­man verstaan wat Maria zei, of hij dook alweer haastig in de diepte van de grot weg, vanwaar hij met grote spoed een kleine voederkrib te voorschijn bracht, bestemd voor het voederen van schapen. (Het ding zag eruit als de voeder­troggen, die je vandaag de dag overal op het land voor de herber­gen aan kunt treffen,alleen wat lager.)
Hoofdstuk 27: Terugkeer van de H. Familie naar Bethlehem. Hartelijke ontvangst in de grot door de thuisblijvers. Een voederkribbe als kinderbedje. Een rustige vriesnacht (11 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Toen begon Maria hevig te snikken en onder geweldig zuch­ten en huilen bracht zij eruit: 'Zo zeker als God, de Heer van Israël leeft, zo zeker ook ben ik rein! Nooit heb ik mij aan een man ge­geven! Vraagt U maar aan Jozef, die door God Zelf werd uitverkoren!'
Hoofdstuk 11: De hogepriester denkt over Maria 's toestand na. Aanhouding en verhoor van Jozef en Maria. Jozefs klacht en zijn strijd met God. Doodsoordeel over Jozef en Maria. Rechtsherstel door een Godsoordeel. Maria wordt Jozefs vrouw - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[23] Ik zou haast zeggen dat je ziek was, zo zorgelijk zie je eruit.
Hoofdstuk 232: Jozefs geldkist en zijn bezorgdheid voor diefstal. Goede raad van het Kindje aan Jozef - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] 'Maar beste vriend en broe­der, waarom al zo vroeg opge­staan, en waarom spoor je ook je gezin aan om eruit te komen?
Hoofdstuk 248: Jozef en Jonatha bemerken tijdens een vroege vistocht een schip dat in gevaar verkeert. Zij schieten te hulp en trekken het vlot - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Het ene collegiaal overleg na het andere wordt gehouden, en ieder uur worden de medicijnen gewijzigd. In het aangren­zende vertrek bidden bij toerbeurt voortdurend twee monni­ken uit Latijnse, in rood en zwart gedrukte boeken. Overal waar een gebedshuis of een kapel staat, wordt voor het herstel van onze grote veldheer een plechtige mis gehouden. Maar dat baat allemaal niets. Want voor deze veldherenziekte bestaat er noch in de apotheek, noch in het gebedenboek en al evenmin in het misboek meer enige hulp, maar daar is het devies: 'Kom, en laat zien hoe je werken eruit zien!'.
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Een aanstaand arts gaat naar het ziekbed toe; hij wil de pols voelen en vraagt de patiënt kalm te zijn. Maar de voorname patiënt richt zich op en zegt: 'Kom maar eens hier, slechte hond van een arts, dan kan ik mijn woede op jou koelen! Loop naar alle duivels! Wil je mij misschien weer met opium martelen? Zie eens hoe slim dit canaille is. Als ze niets meer weten, komen ze direct met opium, zodat je inslaapt en zij zodoende een paar uur lang terechte verwijten ontlopen die ze heel erg verdienen, terwijl ze braaf in hun vuistje lachen en al uitrekenen hoeveel ieder van hen na mijn dood zal kunnen vragen! Hahaha, niet waar? Ik doorzie jullie plannen! Weg dus met jullie, slechte honden, anders breng ik jullie met mijn laatste krachten nog om jullie afschuwelijke loederleven! –Hé wat zie ik daar in het zijvertrek dan voor twee zwartrokken? Wat doen die daar? Ik geloof zelfs dat ze voor mijn ziel bid­den! Wie heeft ze daarvoor geroepen? -Eruit met hen, anders sta ik op en schiet ik ze als honden neer!' ­
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[10] Nu zegt A tegen B: 'Broeder, ik denk dat het voor hem nu wel volbracht is. Aan deze doornhaag zullen hier op aarde wel geen druiven meer tevoorschijn komen. Zie hoe de ziel zich kromt en kronkelt en geen uitweg vindt, en hoe verkommerd de arme geest in haar eruit ziet! Grijp dus met je hand in de al starre ingewanden en bevrijd deze jammerlijke, ellendige ziel uit haar nacht, dan zal ik in naam van de Heer mijn adem op haar blazen en haar wekken voor deze wereld. En jij, broeder C, leid haar dan langs de wegen van de Heer naar haar plaats van bestemming, overeenkomstig de vrijheid van haar liefde. Het geschiede!'
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Want hoe zien tegenwoordig hun vervloekte japonnen eruit, in het bijzonder in openbare gelegenheden?
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] O broeder en jullie broeders allemaal, verruim terstond je harten en werp al het onnuttige aardse eruit, opdat het des te ruimer en vrijer wordt om al die grote schatten op te nemen die reeds rijkelijk over ons zijn uitgestort en die vast en zeker nog over ons uitgestort zullen worden!
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Maar moet een appelboom soms geen vruchten voortbrengen omdat U heel zeker, maar ook ik al precies weet hoe zijn vruchten eruit zullen zien?
Hoofdstuk 67: Purhals visioen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] In het licht van deze zon werd alles wezenlijk. De vlammen van mijn liefde werden wezens en zagen eruit als ikzelf en aan hun aantal leek geen einde te komen. En al die wezens bewogen zich naar mij toe en werden volledig één met mij; in deze eenheid onderging ik zo'n gevoel van gelukzaligheid, dat ik het nu niet met iets anders kan vergelijken.
Hoofdstuk 67: Purhals visioen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Zo was het ook het geval met dit binnenste kiemhart van mij. In het begin zag het eruit alsof het alleen maar een hart was; toen het echter steeds maar groter werd, kreeg het ook hoe langer hoe meer een menselijke vorm en toen herkende ik mijzelf in deze nieuwe mens, die voortgekomen is uit mijn vroegere, inwendige, stralende kiemhart.
Hoofdstuk 72: Oalims visioen: drie harten in elkaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Lamech dacht een poosje na, ordende zijn gedachten en zei tenslotte: 'Machtige vriend en broeder! Zie, het is niet onterecht dat je mij dat vraagt; want sterke gedachten van twijfel waren rond in mijn ziel, en ik weet werkelijk niet wat ik eruit op moet maken!
Hoofdstuk 206: Lamechs gedachten van twijfel over het wezen van de begeerte en de verzoeking. Kisehels verklaring van de vrijheid van de menselijke wil aan de hand van een voorbeeld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Het oude ongedierte is weliswaar weggetrokken, maar het heeft nog zevenmaal zoveel jong gebroed achtergelaten; ook dat moet eruit en geheel vernietigd worden! Amen. In naam van de Heer! Amen.'
Hoofdstuk 213: Kisehels en Lamechs rondgang in de stad Hanoch. Het bezoek aan de slangenberg en de reiniging daarvan door Kisehel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Deze bestaat eruit, dat jullie jezelf deze genade, die jullie allen nu ten deel is gevallen, hoogst onwaardig achten, en jezelf beschouwt als de minsten onder het volk, en je het volk leert om God werkelijk als de Heer en enig ware Vader te erkennen; en verder, dat jullie, als je de hele dag in naam van de Heer hebt gewerkt, dan aan het eind van de dag in je hart, vol levende liefde tot Hem, zegt:
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13