Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 6 van 1166

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Ik zeg: 'Dat moet je helemaal zelf beslissen, want wat Mij betreft moet niemand ooit tot wat dan ook gedwongen worden! Wie Mij wil aannemen, die neme Mij aan, en wie Mij en Mijn leer volgen wil, die volge! Want Ik en Mijn rijk zijn vrij en willen daarom ook in alle vrijheid het loon zijn van eigen inspanning!
Hoofdstuk 93: Naar Kapérnaum. De Heer dwingt niemand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Toen ik eergisteren thuis was, heb ik natuurlijk een heleboel over Uw doen en laten verteld aan mijn kennissen, die zich daar erg over verbaasden. Dat kwam echter ook Judas ter ore; en hij was nu net de eerste die besloot om zich bij U aan te sluiten! Want de leer van Johannes voldeed hem niet, omdat die alleen maar een strenge boetedoening voorschreef en aan iedereen een onverbiddelijk godsgericht verkondigde die niet tot de echte boetedoening zou overgaan; over dit onderwerp heeft hij dan ook meermalen met Johannes geredetwist.
Hoofdstuk 96: De wil van Judas. (16.10.1851) In Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Want het volk, dat de tekenen gezien had, maar te bang was voor de priesters en schriftgeleerden om er voor uit te komen dat het Mijn leer geloofde en wilde volgen, verzon een list: Het bracht een aantal zieken naar de priesters en zei: 'Luister eens, hooggeachte priesters en schriftgeleerden, die naar u zegt in alle geheimen van God ingewijd bent! De mens Jezus uit Nazareth doet wonderen die zo groot zijn dat nog niemand ze ooit eerder gedaan heeft, en zijn taal en leer is als een vuurstroom, die alles wat hij op zijn weg tegenkomt met geweldige hitte verteert en onweerstaanbaar met zich meesleurt! Zonder medicijnen geneest hij als een God iedere ziekte alleen maar door het woord, en men zegt dat hij zelfs doden levend maakt door het uitspreken van een enkel woord!
Hoofdstuk 98: Het volk daagt de priesters uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Dan vergis je je erg, als je dat denkt! Want met de zoon van de koninklijke beambte wordt de gehele zeer slechte en verdorven wereld bedoeld, en hoe haar nu van verre hulp aangereikt wordt door Mijn leer en door Mijn geestelijke bemoeienis. Met de knecht van de hoofdman wordt voorlopig alleen maar een jichtige knecht, die Ik genezen heb, bedoeld; later wordt daar echter ook wel een gemeente of de één of andere in Mijn naam opgerichte vereniging mee bedoeld, die echter, geleid door allerlei politieke vrees, een bepaald deel van Mijn leer niet in de praktijk toepast, en die daardoor ook langzaam maar zeker in alle andere opzichten Mijn leer niet meer volgt; en dat is dan ook een jichtaanval van de ziel, die dan alleen maar door het vaste geloof in Mijn woord weer geholpen kan worden!
Hoofdstuk 100: De wonderbare visvangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg tegen hem: 'Wees kalm, het is beter dat dit volk dat voorlopig niet begrijpt! Want als dit volk dat nu zou begrijpen, dan zou het naar de priesters rennen en daar op een geweldige manier met hen gaan redetwisten, en dat zou niet goed zijn voor jullie en ook niet voor Mij, uit het oogpunt van Mijn leer gezien! Maar wanneer het juiste moment aanbreekt zullen ze het begrijpen, en zullen ze verstaan wat de profeet gezegd heeft!'
Hoofdstuk 102: De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Voordat Ik echter met de leerlingen het schip betrad, kwam een schriftgeleerde uit Kapérnaum op Mij af en zei: 'Meester sta mij. toe, dat ook ik u volg op uw tocht!' (Matth. 8,19) Ik doorzag echter direkt zijn geheime reden, die echt niet zo lofwaardig was. Het was hem daarbij niet om Mijn leer en al Mijn daden te doen, maar meer om de verzorging van zijn buik en zo mogelijk, als daarmee iets te verdienen zou zijn, heimelijke spionage. Daarom schudde Ik Mijn hoofd en zei tegen hem: 'De vossen hebben holen, en de vogels onder de hemel hebben nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets, zelfs geen steen in deze wereld als bezit, zodat Hij daarop Zijn hoofd neer kan leggen!' (Matth. 8,20)
Hoofdstuk 102: De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Petrus zegt: 'Kijk, het woord en de daad van de Heer zijn heilig; hoe gelukkig zouden alle mensen op aarde zijn, als ze deze leer al hadden en er naar leefden! Maar er zijn zoveel haken en ogen, - O, wanneer zal deze leer een heilig gemeengoed van alle mensen op aarde zijn? En als de Heer bovendien nog het één en ander zal laten gebeuren, hoe zal dan binnenkort deze leer er uitzien?! Waarlijk, het zal nog gebeuren dat deze heerlijke zielespijs op den duur nog in honden en varkensvoer verandert! Wel, broeder, dat is het wat mij mijn hoofd deed schudden en de schouders ophalen!'
Hoofdstuk 109: Korenschoppen in de hand van God. ( 11/ 12.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Het is helemaal niet zo belangrijk dat een teken dat veel lijkt op een vroeger teken opgeschreven wordt, omdat dat bij de latere belijders van Mijn leer gemakkelijk verwisselingen in de hand werkt, en uit zulke verwisselingen vervolgens allerlei tobberijen en twijfels kunnen ontstaan, die dan de hoofdzaak, namelijk Mijn leer, veel meer schaden dan baten.
Hoofdstuk 113: Het wezen van het Joh. en het Mat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik wil Mijn leer echter zo geven, dat niemand slechts door het evangelie te lezen of door er naar te luisteren de kern van de levende waarheld bereiken kan, maar deze alleen kan bereiken door Mijn leer toe te passen, en door de toepassing zal Mijn licht in iedere mens steeds helderder gaan schijnen!' (zie Joh. 7:17)
Hoofdstuk 113: Het wezen van het Joh. en het Mat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Ik hoop dat jullie, omdat je al zo wijs bent, zult inzien dat ik nu nog in mijn oude beginselen vastgeroest zit; maar dat ik juist daarom jullie leer wil leren kennen, om daardoor mijn oude leer, waarin ik nu echt niet meer zoveel geloof, kwijt te raken. Als ik nu, als niet ingewijde, soms een beetje protesteer tegen deze nieuwe leer van jullie, dan zul je daar toch niet over vallen, is het wel?!
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Deze komische vraag was aanleiding tot veel gelach, zelfs bij de Farizeeën. Maar toch reageerde er een van de schriftgeleerden; hij zei tegen de jolige spreker boven In het zolderluik: Mijn beste, waag niet te veel! Want de armen van de hogepriester omspannen de gehele aarde, en wie daaronder terecht komt, wordt vermorzeld! De hogepriester hóeft helemaal geen doden op te wekken en jichtlijders gezond te maken; want dat heeft alleen maar met het vlees te maken en niet met de geest van de mensen, en dat is een zaak voor doktoren en niet voor priesters. Begrijp je dat?
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De jonge man zegt: 'Als ik nog Jood zou zijn, dan zou Ik mijn mond wel houden, maar sinds ik niet meer een Jood, maar een Griek ben, en aanhanger van de heerlijke leer van Socrates, zie ik niet in waarom ik voor de Jodenpriesters mijn mond zou houden; ik ken hun hedendaagse, ontzettend domme leer jammer genoeg maar al te goed.
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Wees wat u wilt, en Ik zal ook zijn wat Mij goed dunkt! Overigens is het heel vreemd van u, dat u Mij nu uw vriendschap ontzegt, terwijl u Mij in de aard van de zaak nog nooit vriendschap bewezen hebt! Maar Ik ontzeg u Mijn vriendschap niet, hoewel Ik daar eigenlijk het volste recht toe zou hebben, gezien de weinig lofwaardige gedachten die u daarnet over Mij in uw hart koesterde!
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Over dit antwoord zijn de leerlingen van Johannes erg verwonderd en ook een beetje boos; want ze dachten, omdat Ik dit tegen hen zei met een lichte glimlach op Mijn gezicht, dat Ik hatelijk deed. En die ene leerling van Johannes zei dan ook een beetje venijnig: 'Merkwaardig! Gods geest sprak door Johannes, en wij moeten aannemen dat deze geest zich door U in nog sterkere mate manifesteert, omdat Johannes over U getuigde! Maar het is vreemd, dat deze goddelijke geest door Mozes, alle profeten en tenslotte door Johannes steeds op dezelfde manier de ellendige aardse mensen opriep tot een heel boetvaardig leven, waaraan men zich streng moest houden. Terwijl U in Uw daden het algehele tegendeel daarvan schijnt te zijn en te leren! Volgens Mozes was iemand al zonder meer onrein, zodra hij het huis van een zondaar betrad, en moest zich dan reinigen; ook als iemand op de sabbat met een maagd omging of op een andere dag met een vrouw, die menstrueerde, moest hij zich laten reinigen, en zo waren er nog veel strengere voorschriften! U en Uw leerlingen schijnen echter in het geheel geen rekening te houden met de sabbat en ook niet met het rein houden van de persoon! Hoe kan die leer van U dan net zo goddelijk zijn als de leer van de profeten?!'
Hoofdstuk 123: Het getuigenis van Johannes de doper. (29.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Mijn leer is als een nieuw gewaad; die van jullie is echter het oude, vol scheuren en beschadigingen, waardoor het je mogelijk was om, zowel nu als op de sabbat, ondanks Mozes en Johannes, zonder enig gewetensbezwaar vis te gaan vangen! Mijn leer is op zichzelf geheel nieuw, en je kunt er niet een stuk afhalen en daar je oude gescheurde gewaad mee oplappen. En gesteld dat je dat toch probeerde, dan zou je daardoor alleen nog maar grotere scheuren veroorzaken dan er al in zitten, want het nieuwe stuk scheurt van het oude, versletene af en maakt de schade groter. (Matth. 9:16)
Hoofdstuk 124: Gelijkenis van de nieuwe kleren en de nieuwe wijn. (3.12.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...