Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 6 van 412

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Als we een rein hart hebben, moeten wij vreedzaam, geduldig en zacht tegen iedereen zijn, want een toornig hart kan nooit rein zijn, omdat de toorn steeds veroorzaakt wordt door de hoogmoedigheid. Is ons hart echter vreedzaam, dan kunnen wij Hem ook heel getroost als kinderen naderen, Hem, Die ons het kindzijn van God bracht, en ons leerde tot God als onze Vader Zelf te bidden.
Hoofdstuk 45: Niet iedereen kan de Heer lichamelijk volgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Wie kan zijn vijanden liefhebben, wie kan diegene goed doen, die hem kwaad doet en wie kan diegenen zegenen, die hem haten en slechts kwaad over hem spreken?! En als iemand iets van mij lenen wil, moet ik mij dan niet van hem afwenden en mijn oor en hart afsluiten voor zijn vraag, als ik heel goed zie dat de lener het geleende nooit terug zal kunnen geven?! Ah, dat is toch te dom! Als de luien en werkschuwen dat ontdekken, zullen ze dan niet direct naar de vermogenden gaan en net zo lang bij hen lenen tot deze niets meer hebben?! Als deze dan op die manier alles aan de niets teruggevende armen geleend hebben, en er gaat niets gemakkelijker dan dat, dan hebben ze tenslotte zelf niets meer. Dan vraagt men zich af, wie dan in de toekomst nog zal werken en van wie de armen dan nog iets kunnen lenen!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toen de Heer zei: 'Die van u een rok vraagt, geef die ook de mantel erbij!', wilde Hij alleen maar aanduiden, dat u, als u rijk bent en veel bezit, ook rijkelijk en veel moet geven aan de armen, als zij tot u komen! Want daardoor krijgt u ook snel veel voedingsbodem in uw hart en zult u op die manier zeer gelukkig worden door het bezit van zo'n echte voedingsbodem en de armen zullen u zeker zegenen; want uit uw hart zullen ze de daadkrachtigste prediking van het echte evangelie van God horen, en daardoor worden ze zelf sterk en u tot eeuwige steun! Als u echter karig geeft en berekent wanneer en hoeveel u geeft, dan heeft dat noch voor uzelf, noch voor de arme broeders enig nut, en deze zullen u daarom nooit tot steun worden!'
Hoofdstuk 43: Verdere uitleg van Nathánaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Nathánaël zegt: 'U vergist zich! De Heer sprak ook van de rechtervoet; alleen gaf Hij de schrijvers een aanwijzing, dat over de voet er uit te laten, want als u begonnen bent om uw innerlijke blik naar de hemel te richten, en uw wil tot liefde, die overeenkomt met de linkerhand, zijnde de hand van het hart, volgens de wil van God te activeren, nadat u de rechterarm of de rechterhand, waaronder de puur wereldlijke bezigheden verstaan worden, verwijderd hebt, dan is het niet meer nodig ook de rechtervoet nog af te schaffen. Want als het eenmaal zo ver is, dat het oog het juiste licht ziet en de hand, of liever gezegd de wil, zich bezig houdt met het juiste doen, dan is de voortgang in het gebied van het eeuwige leven er al vanzelf, of wel, dan is de rechtervoet, die de voortgang in de wereld aangeeft, al vanzelf verwijderd en men behoeft dan daarvoor geen extra moeite te doen.
Hoofdstuk 44: Symbolische ogen, armen en voeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Nathánaël zegt: 'Wij hebben echter vrouwen, kinderen en bezit verlaten en zijn Hem gevolgd, en ondanks dat, leven onze vrouwen en kinderen! Ik zeg u wat ik ervan denk: Wie uit liefde voor Hem in deze wereld niet alles, onverschillig wat, verlaten kan, die is Zijn genade niet waard! Of ik u hiermee beledig of niet, het is nu eenmaal zo! Want mijn hart geeft het mij in, en in het hart is alles waar als eenmaal de geest tot het levende denken in God daarin is ontwaakt. Hij heeft ons niet nodig, maar wij hebben Hem nodig.
Hoofdstuk 45: Niet iedereen kan de Heer lichamelijk volgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Zoals al eerder werd aangeduid, bevonden we ons niet precies op het hoogste deel van de berg, maar vanwege de grotere en aangenamere ruimte meer beneden op de eerste hellingen, omdat veel volk uit de stad Mij gevolgd was, en ook omdat daaronder veeloude en al zeer zwakke mensen waren, die bij de aanmerkelijke hitte van de dag de top van de berg nauwelijks zouden hebben bereikt. Maar ondanks dat waren we toch tamelijk hoog en de stoet bewoog zich vrij langzaam, omdat veel slecht ziende mensen door de schemering het pad niet zo goed zagen.
Hoofdstuk 46: Terug naar Sichar. De genezing van de melaatse. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Als iemand je echter om een zilverling vraagt, en je geeft hem er dan twee of ook wel drie, dan zal je het hart van degene die van je leent, blij maken en dat van jezelf zalig; als je echter degene, die naar je toe kwam om een zilverling te lenen, er zo maar duizend geeft, dan zal hij schrikken en bij zichzelf denken: 'Wat heeft dat te betekenen? Ik vroeg om één zilverling en nu wil hij mij zijn hele bezit geven?! Houdt hij mij dan voor zo hebzuchtig, wil hij mij vernederen, of is hij helemaal gek geworden?' En zie, zo'n mens zal geen winst voor jouw hart zijn en jouw handelwijze zal net zo min een winst voor zijn hart zijn! Dus alleen maar in alles een goede volle maat houden, en dan voldoet het volkomen!'
Hoofdstuk 46: Terug naar Sichar. De genezing van de melaatse. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Met deze les is de opperpriester helemaal tevreden gesteld en hij zegt tegen zichzelf: 'Ja ja, Hij heeft in alles gelijk! Precies dat doen wat Hij heeft gezegd, is het allerbeste; wat daaronder of daarboven is, is slecht of dom. Want als ik nu alles weggaf, en er kwam morgen iemand voor mijn deur die nog behoeftiger was, wat zou ik die dan willen geven? Hoe hard en zwaar zou het mij om het hart worden, want ik zou dan de nog armere geen hulp meer kunnen bieden.
Hoofdstuk 46: Terug naar Sichar. De genezing van de melaatse. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar naar de harde wereldse mensen, die geen geloof hebben of, als ze al geloof hebben, desondanks niet handelen zoals het geloof hen leert, zullen noch Ik noch Mijn leerlingen komen om de duisternis van de twijfel volledig uit hun hart weg te nemen. Wanneer het eind voor hun vlees komt zullen ze het kwaad van hun ongeloof en de gevolgen van het miskennen van Mijn leer daadwerkelijk voelen, terwijl degenen, die door hun daden laten zien dat ze geloven, de vleselijke dood niet, zullen voelen en beleven!
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Om daaraan te voldoen, heb je noch het oude huis op de berg en nog minder een nieuw in de stad nodig, maar alleen je gelovige hart en je vaste goede wil."
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Als je echter toch in een grootse tempel je hart voor Mij wilt openstellen, en daar klein wilt zijn voor Mij, ga dan naar buiten in de ruime tempel van Mijn scheppingen, en zon, maan en sterren en de zee, de bergen, de bomen en de vogels in de lucht, zowel als de vissen in het water en de talloos vele bloemen op de velden zullen je Mijn eer verkondigen!
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Nathánaël stelde zich hiermee tevreden, maar begreep toch niet goed, wat Ik bedoelde met de verhoging van Mijn vlees, en er waren er veel die dachten, dat Ik in Jeruzalem op de troon van David zou gaan zitten. Maar de opperpriester begreep wel wat Ik bedoelde met de verhoging van Mijn vlees, maar hij zweeg en staarde treurig voor zich uit! Ik troostte hem en wees hem op wat Ik in dit opzicht al eerder met hem besproken had, en hij werd weer opgewekt en loofde Mij in zijn hart.
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Petrus zegt: 'Ik zal je met geen vinger aanraken, iets wat jij tamelijk onzacht met de jouwe wel beliefde te doen, maar toch zul je gedwongen worden! Er gaan hele scharen engelen van God met ons mee, die je kennelijk niet ziet! Eén wenk en ze brengen je daar waar ik je hebben wil en hebben moet!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] Voor Petrus was dit een pak van zijn hart en hij liep snel terug en zei tegen de jongeman: 'Hij wil het!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[27] De burger zegt: 'O Heer, ik heb het van niemand ooit gehoord, maar ik kwam zelf eens op een nacht de vier dochters tegen toen ze water haalden aan de Jacobsbron, en ik deed ze toen oneerbare voorstellen. De dochters dienden mij echter dusdanig van repliek, dat ik maakte dat ik wegkwam, maar ik zwoer toen wraak te nemen; ik verzon met mijn slechte hart dat schandelijke verhaal en strooide dit als een gerucht overal rond! De dochters zijn beslist nog maagden! O Heer, alleen ik ben slecht, alle anderen zijn goed en rein!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...