Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2200 resultaten - Pagina 6 van 147

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[14] Hoe meer de mensen met hun verstand de aardse dingen proberen te vinden, des te zwakker wordt in hun hart het goddelijke licht van de liefde en van het geestelijke leven. Daarom noemde Mozes zulk aards licht van de mens ook de avond.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Dan komt een Farizeeër naar voren en zegt: 'Heer en Meester! Dat is allemaal erg mooi, goed en waar, en er is niets tegen in te brengen. Maar als de mensen alle stoffen, die de aarde hen zo rijkelijk schenkt, niet verzamelen en op de juiste wijze bewerken, dan zal de aarde er spoedig als een woestijn uitzien, en geen enkele cultuur zal er dan nog te vinden zijn. Moeten er geen huizen zijn en allerlei scholen? Als dat verdwijnt, dan valt de mensheid binnen zeer korte tijd in een totaal dierlijke toestand terug. Men kan de wereld toch niet volledig aan de kant zetten zolang men in de materie woont!?'
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Toen hij merkte hoe goed hij kon zien, viel hij voor Mij op de knieën, wist geen woorden genoeg te vinden om Mij te loven en te prijzen en was uitermate gelukkig.
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dat de oude nacht steeds de strijd met de nieuwe dag aanbindt en aanbinden moet, dat leert ons niet alleen de geschiedenis der mensheid, maar ook de aard van de dingen, zoals ze dagelijks voor onze ogen gebeuren en plaats vinden; maar dat is nu juist Gods ordening, goedvinden en wil, waartegen nog nooit een wereldmacht iets heeft kunnen uitrichten.
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Kisjonah vestigt er Mijn aandacht op en zegt: ' Je kunt eigenlijk wel lachen om dat gedoe; bij hen begint de sabbat pas op het moment dat de zonnestraal het punt beschijnt waar zij zich bevinden! Zoals U nu al een paar maal hebt gezien, o Heer, komt de zon pas tegen de middag bij deze hut, en deze ogendienaars zouden dus pas na een halve dag met de sabbat beginnen en deze gaan vieren. Zulke kerels zul je ergens anders op de goede aarde toch nauwelijks vinden!'
Hoofdstuk 175: Sabbatsheiliging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Maar Matthéus, die een listige spion was, sloop hen na en luisterde ze ongemerkt af, kwam al gauw bijna buiten adem terug en riep luid wat hij gehoord had. Toen zond Ik vlug een leerling naar Kisjonah en liet hem zeggen dat Ik vandaag uit voorzorg niet bij hem kon komen eten, omdat Ik de Farizeeën die Mij nu naar het leven stonden niet nog grotere misdadigers wilde maken dan ze al waren waarom Ik een tijdje uit deze streek verdwijnen zou. De leerling liep pijlsnel, en wist waar hij Mij weer kon vinden.
Hoofdstuk 176: Aren lezen op de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg: 'Vasten is vandaag ons parool, in ieder geval tot aan de overkant; daar zullen we wel wat vinden.'
Hoofdstuk 177: De vervulling van de profetie. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] 'Ja, ja', zegt Judas, 'ik was vergeten, dat jij ook nog in ons gezelschap bent! Je bent en blijft mijn opvoeder en schijnt het erg plezierig te vinden om mij bij iedere gelegenheid de een of andere klap te verkopen. Dat is ook goed; als je het leuk vindt blijf het dan doen, maar ik zal me niet meer over je ergeren!'
Hoofdstuk 177: De vervulling van de profetie. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Een goed en rechtvaardig man uit dit plaatsje kwam dicht bij het schip en zei: 'Goddelijk grote, wonderlijke Meester! Waarom zou U gedurende de nacht op het schommelende schip U Uw nodige nachtrust door de wind en de gevoelige koude van de nacht laten ontroven!? Deze omgeving aan het water heeft de speciale eigenschap, aan ieder welbekend, dat na een hete dag altijd in dezelfde verhouding een koelere nacht volgt, waardoor de mensen die .hier wonen allerlei ziektes oplopen; Ik heb echter een groot, ruim en goed ingericht huis, zodat U met Uw leerlingen daarin meer dan voldoende plaats kunt vinden, en U kunt daar blijven zolang U maar wilt; waarbij een redelijke hoeveelheid voedsel ook niet zal ontbreken!'
Hoofdstuk 178: Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De Joden, jullie geloofsgenoten, kennen jullie beslist niet zo goed als wij Grieken, en als ze jullie al kennen, dan mogen ze toch niets zeggen. Maar wij kennen jullie en mogen spreken; vooral bij deze gunstige gelegenheid zeggen wij jullie dan ook precies wat wij van jullie vinden!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De drie Grieken zeggen nu: 'Die raad van jou is niet zo slecht gemeend; maar toch bevalt hij ons niet helemaal! Hoe lang moet die gruwelijke heerschappij van deze volksbedriegers nog duren?! Hoewel we met hen niets meer te maken hebben, zijn we ze toch zat geworden; ze bespotten ons voortdurend, ze belasteren ons in hun scholen en vervloeken ons bij iedere gelegenheid, Hoe lang moeten we ons dat nog laten welgevallen? Bovendien zijn ze ook nog burgerlijk rechter, en als we een uitspraak van het gerecht willen hebben dan moeten we het altijd duur betalen. Wel, dat is voor ons een heel slechte zaak, en daarom vinden wij dat hier morgen voor altijd een eind aan die heerschappij gemaakt moet worden; want alle hier wonende Joden gaan morgen naar onze kant over, en de Farizeeën zullen, daar ze voor ons totaalonbruikbaar zijn geworden, eruit gegooid worden, behalve jij, als je bij ons wilt blijven! -Weet je, dat is ons plan, en dat is al zover uitgevoerd dat er zich onder de burgers van dit plaatsje nu geen echte Joden meer bevinden! Wat vind je van dit plan?'
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De jonge rabbijn zegt: 'Als dit jullie helemaal lukt, dan zal er niet makkelijk iemand te vinden zijn die er minder op tegen is dan ik! Maar wees voorzichtig als de raven, anders zou het jullie en ook mij beslist niet naar wens vergaan! Want niemand kent beter dan ik de ver om zich heen graaiende poten van de oude vossen, en hun scherpe ogen zien door de muren, en hun oren horen wat ergens uren verderop gezegd wordt. Dan ga ik nu maar naar huis opdat ze mij niet gaan verdenken; want het begint al te dagen, en de vossen zullen weldra wakker worden, en als ze me zouden missen dan was het uit,
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De ouden vinden dat ook en zeggen: ' Ja, je hebt gelijk, er mag ons daar niets ontgaan! Heb je echter een koerier naar Kapérnaum gezonden voor soldaten in geval van mogelijk optredende weerspannigheid?'
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De jonge zegt daarop: 'O, zeker niet! Als jullie dat prettig vinden, dan kan ik wel even kijken of er bij het huis van Baram al wat gebeurt, en dan kunnen jullie intussen het morgenmaal gebruiken.' (Baram is de naam van de timmerman, bij wien de Heer de nacht doorbracht; het plaatsje heette Jesaïra, thans een steppe.)
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Vaak gebeurt het dat zulke mestprofeten niet genoeg hebben aan de korf mest, die ze in de tempel halen en in alle streken uitverkopen; onderweg vullen ze hun korf dan weer met het eerste het beste wat ze aan mest op straat vinden en verkopen dat eveneens als tempelmest, zodat uiteindelijk ieder der honderd mestprofeten tienmaal zoveel mest verkoopt dan hij in de tempel gehaald heeft. Kijk, hier is eigenlijk de eerste verkoop al een groot bedrog, omdat de tempelmest veel slechter is dan iedere andere stalmest; maar dat is nog niet genoeg, -de blinde en verwarde mensen moeten uiteindelijk ook nog de mest van de straat als echte tempelmest kopen!
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...