Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

448 resultaten - Pagina 6 van 30

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[14] CHIWAR zegt: "Je hebt gelijk in zoverre het de wereldse voorzichtigheid vereist. Maat: onder ons van man tot man gezegd: Als deze schijnbare timmerman echt de beloofde Messias en dus -zoals David Hem in diepste eerbied noemt -Jehova Zelf is, moeten wij ook dan nog langs slinkse wegen Zijn leerlingen worden? Is het dan niet beter om ons meteen onder Zijn hemelse vanen te scharen en ons niet door de streken van satan te laten afschrikken? Wij kunnen door Hem toch geheel verzekerd zijn van het eeuwige leven, gesteld dat wij dit weinig zeggende, armzalige aardse leven, dat toch al erg kort duurt, er bij in zouden schieten?!"
Hoofdstuk 53: De oudsten kunnen geen besluit nemen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Daarnaast kwamen er ook vaak heel eerlijke Joden, die in de tempel geld wilden borgen tegen goede onderpanden, maar zij kregen niets, want zij gedroegen zich veel te eerlijk en hadden ook veel te rechtvaardige gezichten! -En zo ben ik aan mijn principe gekomen: Men moet de tempel bedriegen, als men zelf niet door haar bedrogen wil worden! En daarom zal ik ook in der eeuwigheid niet aan de tempel vragen of Jezus de beloofde Messias is, maar Hij is het voor Mij ook zonder tempel! -Wat vind je van mijn mening?"
Hoofdstuk 88: Chiwar over de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] KORAH zegt: "Vriend, roep niet te hard, want de boze heeft overal zijn ogen en oren! Met de hulp van Jehova en van jouw mij nog te weinig bekende Messias, zal hij ons wel zeker niets kunnen doen, maar we moeten hem beslist niet uitdagen! God behoede ons voor wat voor bezoek van hem dan ook!"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Ook de DOCHTERS zeggen: "Ja, ja, vader, dat geloven wij ook! Misschien is het wel Elia, want die moet toch nog eenmaal op aarde komen om de mensen voor te bereiden op de komst van de grote Messias! Of is het soms de grote Messias Zelf al?"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] JUDAS Iskariot zegt: "Maar hoe zit het er dan mee, dat velen hem toch voor de beloofde Messias houden en dat de betere Romeinen en Grieken hem zelfs voor een echte almachtige God houden?!"
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ongeveer drie jaar geleden heeft die bepaalde Babyloniër dat gezegd; en het is wel erg merkwaardig dat met deze Jezus nu zo'n man, wiens woorden en daden alles, wat de genoemde Babyloniër voorspelde, bijna woordelijk bevestigen, binnen onze muren is opgetreden! Maar wat is daar aan te doen? Als het ene is uitgekomen, dan kan het andere, namelijk het oordeel, ook wel uitkomen! Daarom ben ik de overtuiging toegedaan dat we Hem Zijn gang moeten laten gaan, zoals Hij wil en kan; want het zou wel eens erg moeilijk kunnen worden als we met Hem in conflict komen! Want wie doden opwekt, moet ook nog meer kunnen! Van iemand waar de bergen zich voor buigen en die wind en zee stil doet worden, winnen wij het nooit! Daarom laten wij Hem gaan, ook al omdat, zoals jullie zelf zien, verscheidene honderden Zijn leer met lichaam en ziel aanhangen en Hem aanzien voor de beloofde Messias!"
Hoofdstuk 23: Terechtwijzing van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] CHIWAR zegt: " Jouw mening is zeker niet slecht, en ik zou je haast gelijk geven, als ik bij deze Jezus nu juist niet zo veel dingen met mijn eigen ogen gezien zou hebben, die de totale Elia een hele oneindigheid ver achter zich laten. Natuurlijk zou je hier wil vragen: 'Welke dan? Noem ze eens?' Maar ik moet je openlijk toegeven, dat mij de woorden volkomen zouden ontbreken om dat te beschrijven. Want dat moet men zelf gehoord, gezien en gevoeld hebben, anders kan men zich daar beslist geen begrip van vormen. En ik deel daarom de mening van enige duizenden, dat deze Jezus zonder meer de beloofde Messias is! Want het is voor mij zeer de vraag, of die, als hij op een andere tijd nog zou komen, grotere tekenen zal doen!? Bovendien stamt Hij volgens de kroniek, die doorloopt tot de grootvader van Jozef, in rechte lijn van David af. (Matth. 1:1-17) Achim was de vader van Eliud, Eliud de vader van Eleasar, die de vader van Matthan, die de vader van Jacob, en Jacob was de vader van Jozef, en die de vader van onze Jezus. Als je volgens deze kroniek verder teruggaat, dan kun je in rechte lijn bij David terechtkomen en er staat geschreven dat de Messias van David zal afstammen en dat iedereen Hem zal herkennen aan Zijn daden.
Hoofdstuk 88: Chiwar over de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Toen Chiwar die woorden had uitgesproken, stapte er opeens een enorme grote REUS de eetzaal binnen, kwam met een kwaad en honend gezicht voor Chiwar staan en zei met een donderende stem, waarvan de steunpilaren van de eetzaal begonnen te trillen: "Ben jij die lichtzinnige mug, die in het oor van de leeuw een stormgeraas wil ontketenen? Probeer eens, ellendige aardworm, hoe je het in een gevecht met mij kunt klaarspelen! Ik kan ook iets, wat nog zeer onbekend voor je zou kunnen zijn! Kijk, jouw messias is alleen maar afhankelijk van mijn grootmoedigheid, omdat het voor mij nu niet bepaald eervol is om met muggen een gevecht te beginnen, maar als hij teveel praatjes heeft naar mijn zin, laat ik hem zonder meer aan het kruishout vastmaken, en dan kun jij je messias aan het kruishout aanbidden! -Maar wat wil je nu doen als ik je ogenblikkelijk in stukjes scheur ter grootte van een zonnestofje?"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen vroeg KORAH aan Chiwar of Ik Mij nog in de stad ophield, en of hij niet nader kennis met Mij zou kunnen maken. En verder zei hij: "Ik ben er mij nu helemaal van bewust dat jouw Messias iets buitengewoon goddelijks in zich moet hebben, want in satans gunst staat hij in geen geval, en zijn naam schijnt voor satan de grootste kwelling te zijn! - Dat zijn twee, weliswaar op buitengewoon wonderbaarlijke wijze ondervonden feiten, die ik mij eeuwig niet uit het hoofd zal kunnen praten, en daaruit concludeer ik nu met een rustiger gemoed, dat jij met de uitroep 'Zoon van de Allerhoogste' ook helemaal gelijk zou kunnen hebben, en daarom zou ik, als dat te doen zou zijn, toch kennis met hem willen maken. Breng jij me naar hem toe!"
Hoofdstuk 90: Korah herinnert zich een ontmoeting in de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dan eten wij het avondbrood en de familie van de MAN van de hut maakt voor ons een zo goed mogelijke slaapplaats gereed. In huis zegt hij echter tegen zijn vrouwen kinderen: "Luister! Dit moet zonder meer de beloofde Messias zijn! Hij is dus Jehova Zelf in levende persoon, de eeuwige oerzon van de geestenwereld, waaraan alle met Gods licht vervulde profeten als lichte ochtendwolkjes zijn vooraf gegaan! Ja, ja, nu weet ik wel waar ik aan toe ben, maar wat nu?! Ik durf haast geen woord meer met Hem te spreken! Hij, de eeuwige Allerheiligste, die nu, onzichtbaar voor ons, gediend wordt door talloze scharen engelen, die ieder ogenblik nieuwe bevelen van Hem ontvangen en met de snelheid der gedachte overbrengen naar de sterren en alle einden der wereld! En Die verblijft nu in onze armoedige hut, Hij aan Wie al de eeuwige hemelen en hun paradijzen ten dienste staan!
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] THOMAS zegt: "Die hebben óók gelijk, want de kracht van God die in hem is, is ook de enig echte Messias en zonder meer ook Jehova Zelf."
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Nu komen die twee wonderen door een - zeg maar - leerling uitgevoerd, daar nog bij. De vraag is dan: Geeft dit alles ons niet het recht om aan te nemen dat de grote heiland uit Nazareth de beloofde Messias is? Wat denk jij daarvan?"
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] RIBAR zegt: " Ja, ja, je zou best wel eens gelijk kunnen hebben! Weet je, zo heel in het geheim liep ik ook al met deze gedachte rond, zoals een zwangere vrouw met haar vrucht. Maar dan wordt het dubbel zo moeilijk, zowel ten opzichte van de tempel als van de Romeinen, voor wie zo'n echte Messias der Joden, zoals hij voorspeld is, zeker zeer ongelegen zou komen. De tempel berekent weliswaar de komst van de Messias, volgens kabbalistische berekening, uit wijze voorzorg pas minstens over een paar duizend jaar. Die zou, nu het de tempel zo goed gaat, helemaal geen Messias kunnen gebruiken. Maar de Romeinen zouden hem kennelijk liever aan hun kant hebben staan dan aan de Joodse kant!
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] "Ja, ja" zegt SUETAL, "zo zal het uitstekend gaan! Ik brand nu toch wel van nieuwsgierigheid om de grote man, de echte Messias van de Joden, voor de eerste keer persoonlijk te leren kennen."
Hoofdstuk 57: De kennismaking vordert ongemerkt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] RAPHAËL zegt: "Maar het ligt toch voor de hand dat het een geestelijke en geen letterlijke betekenis had! Het had betrekking op de in die tijd komende Messias die reeds door alle profeten, ja ook al door Adam en Henoch, net als door Kenan tijdens zijn geestvervoering, is voorspeld!
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...